Archiefvormers
Commissie van plaatselijk toezicht op het lager onderwijs
Naam archiefvormer:
Commissie van plaatselijk toezicht op het lager onderwijs
Vestigingsplaats:
Brandwijk
Onderdeel van:
gemeente Brandwijk (en Gijbeland)
Opgericht:
in 1826 successievelijk 1921 (1922). Bron: gemeenteraadsbesluiten van 21 oktober 1848 successievelijk 28 januari 1921
Opgeheven:
onbekend
Taken:
Het bespreken binnen de commissie van allerlei onderwijszaken van lokale aard en het houden van toezicht op de in de gemeente gevestigde lagere scholen.
Nadere informatie:
Al in 1826 is er sprake van de oprichting van een 'commissie van plaatselijk toevoorzigt over de school van Brandwijk en Gijbeland' die, in ieder geval vanaf 1848, uit drie leden bestond. De leden van de commissie werden weliswaar aangesteld door het gemeentebestuur, maar de commissie was in haar toezichtrol ondergeschikt aan de districtsschoolopziener.
In 1921 werd op grond van de Lager-Onderwijswet 1920 de commissie van toezicht op het lager onderwijs (schoolcommissie) in de gemeente Brandwijk opgericht. Of ook tot die datum de 'commissie van plaatselijk toevoorzigt' heeft bestaan, blijkt niet uit de stukken.
De (nieuwe) commissie van toezicht op het lager onderwijs bestond uit vijf leden die voor een termijn van vijf jaar door de gemeenteraad werden benoemd. Uit haar midden werd de voorzitter en de secretaris gekozen. Het oudste schoolhoofd had ook zitting in de commissie. De commissie vergaderde tenminste eenmaal per maand en verder zo dikwijls als nodig was. De installatie en eerste vergadering vond pas begin 1922, een jaar na de oprichting, plaats.
De laatste bewaard gebleven archiefstukken over deze commissie dateren van 1923. Wat er daarna met de commissie is gebeurd, is niet bekend.
In 1921 werd op grond van de Lager-Onderwijswet 1920 de commissie van toezicht op het lager onderwijs (schoolcommissie) in de gemeente Brandwijk opgericht. Of ook tot die datum de 'commissie van plaatselijk toevoorzigt' heeft bestaan, blijkt niet uit de stukken.
De (nieuwe) commissie van toezicht op het lager onderwijs bestond uit vijf leden die voor een termijn van vijf jaar door de gemeenteraad werden benoemd. Uit haar midden werd de voorzitter en de secretaris gekozen. Het oudste schoolhoofd had ook zitting in de commissie. De commissie vergaderde tenminste eenmaal per maand en verder zo dikwijls als nodig was. De installatie en eerste vergadering vond pas begin 1922, een jaar na de oprichting, plaats.
De laatste bewaard gebleven archiefstukken over deze commissie dateren van 1923. Wat er daarna met de commissie is gebeurd, is niet bekend.
Archieftoegang(en):
laatste wijziging 11-07-2019