Deze website maakt gebruik van cookies en daarmee vergelijkbare technieken om een optimale gebruikerservaring te bieden. Je kunt je voorkeuren aanpassen.

Deze cookies zorgen ervoor dat de website naar behoren werkt. Deze cookies kunnen niet uitgezet worden.
Deze cookies zorgen ervoor dat we het gebruik van de website kunnen meten en verbeteringen door kunnen voeren.
Deze cookies kunnen geplaatst worden door derde partijen, zoals YouTube of Vimeo.
Deze cookie stellen onze advertentiepartners in staat om doelgerichter informatie te kunnen aanbieden.

Door categorieën uit te zetten, kan het voorkomen dat gerelateerde functionaliteiten binnen de website niet langer correct werken. Het is altijd mogelijk om op een later moment de voorkeuren aan te passen.

Uw zoekacties: Archiefvormers
Archiefvormers
beacon
1.319  archiefvormers
 
 
 
 
Archiefvormende instantie
Distributiecommissie
Naam archiefvormer:
Distributiecommissie
Vestigingsplaats:
Oud-Beijerland
Onderdeel van:
gemeente Oud-Beijerland
Afdelingen:
n.v.t.
Opgericht:
in 1916. Bron: notulen van de installatievergadering op 8 december 1916
Opgeheven:
in 1920. Bron: financiële stukken boekjaar 1920
Ontstaan uit:
n.v.t.
Opgegaan in:
n.v.t.
Taken:
Het houden van toezicht op de distributie van de als gevolg van de Eerste Wereldoorlog schaars geworden voorraad levensmiddelen.
Nadere informatie:
In 1916 werd een Distributiewet aangenomen. Een dergelijke landelijke regeling was nodig, omdat ondanks het feit dat Nederland in de Wereldoorlog van 1914-1918 neutraal kon blijven ons land wel in economisch moeilijke omstandigheden kwam te verkeren. Er ontstond voor de bevolking in de loop van de oorlog schaarste aan met name levensmiddelen en brandstoffen.
De uitvoering van de meeste maatregelen op grond van de Distributiewet betreffende de levensmiddelenvoorziening gebeurde door de gemeentebesturen in opdracht van het Rijk. Te denken valt aan: vaststelling van maximumprijzen voor de verkoop in het klein, onteigening in geval van prijsopdrijving; inbezitneming van voorraden tarwe in de magazijnen of op schepen aangevoerd; aankoop van rogge ten behoeve der gecontroleerde verdeling, enz.
Hiernaast stonden maatregelen die de gemeentebesturen zelf aanvullend daarop namen.

De Distributiecommissie te Oud-Beijerland werd eind 1916 opgericht. Ze bestond uit: de burgemeester als voorzitter, drie leden en een ambtenaar van de secretarie als secretaris. Later werd ook nog een controleur-kassier aangewezen.
In 1917 werd door de gemeenteraad de Verordening tot distributie van levensmiddelen vastgesteld.
Niet alleen levensmiddelen werden gerantsoeneerd, maar ook brandstoffen, waarvoor een afzonderlijke Brandstoffencommissie in het leven werd geroepen.
De directe reden voor het in het leven roepen van de Distributiecommissie was het instellen van een Bureau tot distributie van levensmiddelen, later Distributiebedrijf genaamd, te Oud-Beijerland onder leiding van een directeur. Naast de directeur werd een directrice (?), magazijnmeester en later nog een kantoorbediende aangesteld. Als kantoor voor dit bureau werd gekozen voor lokalen in de timmerfabriek van P. Vink.
Nadere informatie 2:
De distributie van levensmiddelen verliep streng gereguleerd en onder strakke regie van eerdergenoemd bureau c.q. bedrijf. De Distributiecommissie hield toezicht op het totale gebeuren namens het gemeentebestuur.
Bij de distributie van brood werd gebruikgemaakt van zogenaamde broodkaarten. Ook nevenaspecten werden opgepakt, bijvoorbeeld de verstrekking van warm water op een centraal punt in de gemeente.
Het college van B en W stelde in september 1917 een (uitvoerende) commissie levensmiddelenvoorziening in, bestaande uit een dertiental inwoners.

De notulen betreffende de Distributiecommissie eindigen in de loop van 1919 abrupt en de financiële stukken aan het einde van het boekjaar 1920. Er mag van worden uitgegaan dat genormaliseerde naoorlogse omstandigheden de Distributiecommissie c.a. en het Distributiebedrijf overbodig hebben gemaakt, zodat zij in 1920 zijn opgeheven.
Literatuurverwijzing:
n.v.t.
 
 
 
 
 
Archiefvormende instantie
Vleeskeuringsbedrijf
Naam archiefvormer:
Vleeskeuringsbedrijf
Vestigingsplaats:
Oud-Beijerland
Onderdeel van:
gemeente Oud-Beijerland
Afdelingen:
n.v.t.
Opgericht:
in 1922. Bron: begroting van het Vleeskeuringsbedrijf over 1922
Opgeheven:
in 1932. Bron: gemeenteraadsbesluit d.d. 14 juli 1932
Ontstaan uit:
onbekend
Opgegaan in:
Keuringsdienst van Vee en Vlees te Oud-Beijerland
Taken:
Het keuren van slachtvee vóór en na de slacht.
Nadere informatie:
Het oudste van de spaarzaam bewaard gebleven archiefstukken van het Vleeskeuringsbedrijf van de gemeente Oud-Beijerland betreft de bedrijfsbegroting over 1922. Er mag worden aangenomen dat dit ook het oprichtingsjaar is.

Uit de begrotingsstukken van het bedrijf en het proces-verbaal van kasopneming uit 1932 blijkt dat de leiding van het bedrijf in handen was van de in Oud-Beijerland gevestigde keuringsveearts, die zo nodig werd waargenomen door de in Klaaswaal gevestigde dierenarts.

In 1931 stelde de gemeenteraad de Verordening op de Keuringsdienst van Vee en Vlees vast. Deze nieuwe dienst op grond van de Vleeskeuringswet en het Vleeskeuringsbesluit nam in 1932 de taken over van het Vleeskeuringsbedrijf van de gemeente, dat dan ook in dat jaar werd opgeheven.
Literatuurverwijzing:
n.v.t.
 
 
 
 
 
Archiefvormende instantie
Soepcommissie
Naam archiefvormer:
Soepcommissie
Vestigingsplaats:
Oud-Beijerland
Onderdeel van:
gemeente Oud-Beijerland
Afdelingen:
n.v.t.
Opgericht:
in 1894. Bron: schrijfboek van de Soepcommissie
Opgeheven:
onbekend, maar waarschijnlijk in 1898. Bron: laatste aantekeningen van de Soepcommissie uit 1898
Ontstaan uit:
n.v.t.
Opgegaan in:
onbekend
Taken:
- Inkopen van grondstoffen voor de soepbereiding en alles wat daarbij nodig is, en bijhouden van de administratie.
- Zorgen voor het bereiden van soep en het distribueren binnen de gemeente van soep én tarwebrood aan arme inwoners die daarvoor in aanmerking komen.
Nadere informatie:
Van de Soepcommissie te Oud-Beijerland zijn slechts archiefstukken bewaard gebleven uit de periode 1894-1898. Het betreft hoofdzakelijk een 'schrijfboek' met voornamelijk overzichten van inkomsten, uitgaven en aan individuele personen of gezinnen uitgedeelde soep en tarwebrood; alsmede correspondentie van leveranties van hulpmiddelen, brandstoffen en grondstoffen voor de soepbereiding.

In 1894 bestond de commissie uit 14 plaatselijke functionarissen: de burgemeester, de kantonrechter, de ontvanger der directe belastingen, de pastoor, de huisarts, het hoofd van de muloschool, het hoofd van de christelijke lagere school, een rustend landbouwer, een rentmeester tevens armmeester, nog een armmeester, een gemeenteraadslid, de directeur van de Waterleiding, een particulier, en nog een lid van wie de achtergrond niet is te lezen.

Het aantal personen c.q. gezinnen dat soep kreeg uitgedeeld, varieerde nogal, maar bedroeg nooit meer dan 25. Naast soep werd ook tarwebrood verstrekt. Voor het bereiden en uitdelen van de soep en tarwebrood werden inwoners ingeschakeld die daarvoor ook werkloon ontvingen.
De laatste aantekeningen van de Soepcommissie dateren uit 1898, maar daaruit blijkt niet dat de commissie in dat jaar is opgeheven dan wel is opgegaan in een andere instelling met ene dergelijk oogmerk.
Literatuurverwijzing:
n.v.t.
 
 
 
 
 
Archiefvormende instantie
Commissie tot wering van schoolverzuim
Naam archiefvormer:
Commissie tot wering van schoolverzuim
Vestigingsplaats:
Oud-Beijerland
Onderdeel van:
gemeente Oud-Beijerland
Afdelingen:
n.v.t.
Opgericht:
in 1901. Bron: jaarverslag 1929 van de commissie tot wering van schoolverzuim
Opgeheven:
1 januari 1969. Bron: Leerplichtwet 1969
Ontstaan uit:
n.v.t.
Opgegaan in:
n.v.t.
Taken:
Het uitvoeren van de Leerplichtwet op het gebied van schoolverzuim.
Nadere informatie:
De Leerplichtwet uit 1900 schreef wettelijk voor dat er in elke gemeente een commissie tot wering van schoolverzuim moest worden ingesteld. Uit het oudst bewaard gebleven archiefstuk over de commissie tot wering van schoolverzuim van Oud-Beijerland, haar jaarverslag over 1929, valt af te leiden dat de commissie in 1901 haar werkzaamheden is begonnen.
De commissie bestond in 1929 uit negen door de gemeenteraad benoemde leden.

Door de inwerkingtreding van de nieuwe Leerplichtwet 1969 hield de Commissie tot wering van schoolverzuim van rechtswege op te bestaan. Het toezicht op de naleving van de wet werd toen geheel in handen van het college van B en W gelegd. Voor het feitelijke toezicht werd een leerplichtambtenaar aangewezen.
Literatuurverwijzing:
n.v.t.