Al vóór 1958 reed in de gemeente een vuilnisauto rond, want deze werd in dat jaar vervangen door een nieuwe. Het dagelijks beheer van de vuilophaaldienst c.a. was een zaak van het hoofd van Gemeentewerken. Enige tijd na die aanschaf in 1958 ging men in de archiefstukken spreken van een gemeentelijke 'reinigingsdienst', nog steeds onder gezag en verantwoordelijkheid van het hoofd (later directeur) van Gemeentewerken. Dit betekende niet dat de reinigingsdienst een zelfstandige, zogenaamde 'tak van dienst' was met een eigen begroting en jaarrekening. In 1988 bestond de 'reinigingsdienst' nog steeds.

Aanvankelijk werd het huisvuil gebruikt voor het dempen van sloten en ophogen van particuliere terreinen. Door de slechte bereikbaarheid van deze stortplaatsen bij nat weer werd later een gedeelte van het terrein van de rioolwaterzuiveringsinstallatie in het uitbreidingsplan Koninginneweg-oost uitgegraven om berging van huisvuil mogelijk te maken. In 1966 evenwel werd een nieuwe vuilstortplaats aan de Nieuwesteeg in gebruik genomen. Als gevolg van stortingsmogelijkheden en het nog niet functioneren van de nieuwe vuilverbrandingsinrichting te Dordrecht werd in de periode 1968-1972 aan de gemeente Sliedrecht het storten van huisvuil op bovenvermelde vuilstortplaats toegestaan, tegen een aandeel in de exploitatiekosten. Die stortingsmogelijkheid gold ook voor de gemeente Giessenburg in de periode 1972-1975. De stortplaats werd in 1971 uitgebreid.