Op 1 juli 1976 is de Wet Administratieve Rechtspraak Overheidsbeschikkingen in werking getreden.
Als uitvloeisel van de Wet AROB werd in de gemeente in 1977 de Verordening inzake de behandeling van bezwaarschriften ingevolge de Wet AROB vastgesteld. Die verordening regelde ook de instelling, samenstelling, taak en werkwijze van een (vaste) commissie van advies voor de bezwaarschriften.
De taak van de commissie was het verrichten van alle werkzaamheden ter voorbereiding van de beslissing op een ingediend bezwaarschrift. Aan het eind van dit voorbereidingstraject werd schriftelijk advies over het betreffende bezwaarschrift uitgebracht aan het college van B en W.
De commissie bestond lange tijd uit een lid/voorzitter, niet zijnde lid van het college van B en W, en tenminste vier leden, die door de gemeenteraad werden benoemd, op aanbeveling van het college van B en W. Een ambtenaar van de gemeente was belast met het secretariaat van de commissie.

Volgens informatie op de website van de gemeente bestaat er anno 2018 nog steeds een Commissie voor de bezwaarschriften, zij het met een ruimere taakopdracht d.w.z. die het college van B en W adviseert over alle bezwaarschriften die burgers en bedrijven bij de gemeente indienen. Deze commissie bestaat uit een voorzitter, een (ambtelijk) secretaris en drie commissieleden.