Tot aan de totstandkoming van de eerste Gemeentewet in 1851 kenden de steden en dorpen een ambtelijke functionaris, stadsontvanger resp. ontvanger genaamd, die belast was met de invordering van alle inkomsten en ontvangsten en het betalen van op de begroting voorkomende uitgaven. Als gevolg van deze wet werd hij voortaan overal aangeduid als gemeenteontvanger. Zo ook in de tot 1855 afzonderlijke gemeenten Bleskensgraaf en Hofwegen en vanaf 1855 de samenvoegingsgemeente Bleskensgraaf en Hofwegen. Uit die tijd dateert ook de instructie voor de gemeenteontvanger.

In de gemeente was er - op grond van een koninklijk besluit - vanaf 1 januari 1936 sprake van een cumulatie van functies: de gemeentesecretaris was ook gemeenteontvanger. In 1937 werd de gemeentesecretaris/gemeenteontvanger ook gemeenteontvanger in de gemeente Oud-Alblas. Of de gemeentesecretaris in zijn functie van gemeenteontvanger kon rekenen op de ondersteuning van een of meerdere medewerkers bovenop de beschikbaarheid van zijn secretarie-personeel is niet waarschijnlijk. De gemeente Oud-Alblas zal ongetwijfeld een substantiële financiële bijdrage hebben geleverd aan de gedeelde functie van gemeenteontvanger.
Bij de herinrichting van de financiële administratie en het kasbeheer van de gemeente Bleskensgraaf en Hofwegen in 1970 ontstond de cumulatie gemeentesecretaris/comptabele en de aparte functie van kassier. Of de gemeente Oud-Alblas toen nog werd bediend, is onbekend.

Op 1 januari 1986 werd de gemeente Bleskensgraaf en Hofwegen ingevoegd in de nieuwe gemeente Graafstroom (later op haar beurt opgegaan in de gemeente Molenwaard) en verdween automatisch de cumulatieve betrekking gemeentesecretaris/comptabele.