Uw zoekacties: Het Eerste Leesgezelschap te Dordrecht

Archiefvormers

beacon
 
 
Archiefvormende instantie
Het Eerste Leesgezelschap te Dordrecht
Naam archiefvormer:
Het Eerste Leesgezelschap te Dordrecht
Vestigingsplaats:
Dordrecht
Onderdeel van:
n.v.t.
Afdelingen:
n.v.t.
Opgericht:
op 17 juni 1760. Bron: regelen voor het lidmaatschap uit 1760
Opgeheven:
in 1890. Bron: gezamenlijke ledenvergadering op 20 december 1899
Opgegaan in:
Leesgezelschap "De Breeveertien"
Taken:
Het aanschaffen van boeken en periodieken, die ter lezing laten circuleren onder zijn leden, en die na lezing verkopen aan belangstellende leden of derden.
Nadere informatie:
Het ontstaan van zogenaamde leesgezelschappen is typerend voor de tijdgeest aan het eind van de 18de eeuw en het begin van de 19de eeuw. In bredere lagen van de bevolking ontstond de behoefte wetenschappelijke dan wel literaire kennis te vergaren. De enkelingen die zich dat financieel konden veroorloven, legden grote boekencollecties aan. Anderen hadden daartoe niet de mogelijkheid; zij verenigden zich in leesgezelschappen, waardoor zij bovendien de mogelijkheid kregen met elkaar over wetenschap en literatuur te discussiëren. Pas veel later kwamen er openbare bibliotheken tot stand, die het lezen van boeken en periodieken voor een ruimer publiek mogelijk maakten.
Ook in Dordrecht kwamen dergelijk leesgezelschappen tot stand. In 1760 werd Het Eerste Leesgezelschap te Dordrecht opgericht. In de in 1760 vastgestelde regelen betreffende dit leesgezelschap is vermeld dat het aanvankelijk uit veertien leden bestond. Er waren naast gewone (ordinaire) leden vanaf 1774 ook buitengewone (extraordinaire) leden die echter in die kwaliteit geen stemrecht hadden. De leden van dit leesgezelschap behoorden van meet af aan en ook steeds nadien tot de gegoede burgerij van Dordrecht. Er werd eerst jaarlijks, later ook frequenter vergaderd.
Er fungeerde een directeur die elke twee maanden door een ander lid werd opgevolgd en met de inkoop van boeken was belast. Een zogenaamde quaestor (letterlijk: onderzoeker), van jaar tot jaar aangewezen, zorgde voor de bewaring van de boeken en was ook tegenwoordig bij de eventuele verkoop van de uitgelezen boeken. De aan te kopen en onder de leden te circuleren boeken waren, toentertijd en ook later, van niveau: wetenschappelijke en kunstzinnige boeken e.d. Ook zogenaamde lettercouranten werden aangeschaft.
Nadere informatie 2:
In 1813 werd een document vastgesteld met de merkwaardige benaming: Verzameling der wetten van het Eerste Leesgezelschap te Dordrecht. Dit document uit 1813 – het heeft het karakter van een reglement - bevat alle interne voorschriften die vanaf 1760 door dit leesgezelschap werden gehanteerd.
Het leesgezelschap bestond volgens bovenomschreven document in 1813 uit een gelimiteerd aantal van twintig leden: twaalf gewone (ordinaire) of eerste leden en acht buitengewone of laatste leden. Bij toetreding van een nieuw lid in een ontstane vacature betaalde deze een eenmalige toelatingsbijdrage aan de algemene kas van het leesgezelschap.
Het leesgezelschap kwam viermaal per jaar in vergadering bijeen. De aanwezigheid van alle leden was verplicht, op straffe van een boete bij niet-gerechtvaardigde afwezigheid. Elk jaar fungeerde een van de gewone leden als directeur, belast met de aankoop van nieuwe boeken en als voorzitter van de vergaderingen. Naast de voorzitter was er ook een secretaris die ook jaarlijks uit en door de leden werd gekozen.
Aanschaf van boeken in een andere taal dan het Nederlands was ook mogelijk, maar aan strengere selectiecriteria onderworpen. De directeur/inkoper was de eerste lezer van de boeken, de verdere leesvolgorde stond op een lijst die jaarlijks werd vastgesteld. Na lezing door alle leden werden de boeken aan de meest biedende belangstellenden verkocht.
Nadere informatie 3:
Een soortgelijk document als uit 1813, uit 1838, spreekt van vierentwintig leden, zonder het voordien gangbare onderscheid tussen gewone en buitengewone leden. Niet alleen heren, maar ook dames konden toen als leden worden aangenomen. In plaats van vier keer werd er voortaan drie keer per jaar vergaderd. Het oudste lid van het leesgezelschap fungeerde bij voortduring als voorzitter. De inkoper van de boekwerken en de secretaris werden wel jaarlijks verkozen. Over het karakter van de aan te schaffen boekwerken is in 1838 niets naders meer schriftelijk vastgelegd.

Sterke vermindering van het aantal leden van Het Eerste Leesgezelschap te Dordrecht bracht dit leesgezelschap ertoe in 1890 samen te smelten met het Leesgezelschap De Brêeveertien te Dordrecht. Het gezamenlijk ledental zou daarmee op maximaal vijfentwintig uitkomen wat als acceptabel werd gezien. Enkele nog deelnemende leden van het Leesgezelschap De Brêeveertien hechtten zeer aan het voortbestaan van de naam De Brêeveertien. Dit werd dan ook de naam van het nieuwe leesgezelschap. Zie voor het archief van Leesgezelschap De Brêeveertien: Regionaal Archief Dordrecht, archieftoegang 395.
Archieftoegang(en):
 
 
 

Deze website maakt gebruik van cookies en daarmee vergelijkbare technieken om een optimale gebruikerservaring te bieden. Je kunt je voorkeuren aanpassen.

Deze cookies zorgen ervoor dat de website naar behoren werkt. Deze cookies kunnen niet uitgezet worden.
Deze cookies zorgen ervoor dat we het gebruik van de website kunnen meten en verbeteringen door kunnen voeren.
Deze cookies kunnen geplaatst worden door derde partijen, zoals YouTube of Vimeo.
Deze cookie stellen onze advertentiepartners in staat om doelgerichter informatie te kunnen aanbieden.

Door categorieën uit te zetten, kan het voorkomen dat gerelateerde functionaliteiten binnen de website niet langer correct werken. Het is altijd mogelijk om op een later moment de voorkeuren aan te passen.