In 1907 werd door een twaalftal vooraanstaande Dordtenaren een comité opgericht teneinde, naast de nationale hulde, ook plaatselijk feestelijk hulde te betuigen aan de vlootvoogd Michiel de Ruyter ter gelegenheid van diens 300ste geboortedag. Burgemeester H.J. Wichers vervulde het erevoorzitterschap en S.M. Hugo van Gijn was voorzitter. Een aantal even vooraanstaande Dordtenaren werd aangeschreven hiervoor een financiële bijdrage te geven. Het comité stelde een programma samen, waarop behalve financiële bijstand en levensmiddelen voor de armen van alle gezindten ook school- en volksfeesten, avondbijeenkomsten in kerken en andere gebouwen en muziek- en toneeluitvoeringen stonden gepland voor april 1907. Er werden duizenden taartjes besteld en uitgedeeld aan de schoolkinderen. Er werd ook een feesttent geplaatst in het Oranjepark.
Er klonk op 11 april klokgelui en kanonschoten. Het klapstuk vormde die dag de intocht vanaf de Zwijndrechtse wal van zes staatsiesloepen van het admiraalsschip De Zeven Provinciën met aan boord van die sloepen 'admiraal De Ruyter' en een uitgebreid gevolg van andere admiraals, commandanten en manschappen. De stoet boten voer door de Dordtse havens en genoot veel belangstelling. Ter afsluiting van alle feestelijkheden brachten De Ruyter en zijn gevolg een bezoek aan Schouwburg Kunstmin.

Na de gehouden festiviteiten c.a. en de financiële afwikkeling ervan werd in de loop van april 1907 het Comité tot viering van de De Ruyterdag ontbonden.