Bij gemeenteraadsbesluit van 22 maart 1954 werd het reglement op de Dienst van Sociale Bijstand vastgesteld, tegelijkertijd het instellingsbesluit van deze dienst die gebaseerd was op de Armenwet. Daarmee verviel het reglement, vastgesteld bij het gemeenteraadsbesluit van 6 mei 1913. Dit reglement uit 1913 zal hoogstwaarschijnlijk het Burgerlijk Armbestuur van Streefkerk hebben betroffen, hoewel van het Armbestuur geen archief is aangetroffen. Het bestaan van het Burgerlijk Armbestuur valt slechts af te leiden uit andere stukken die er melding van maken.

De (bestuurlijke) Dienst van Sociale Bijstand bestond uit vijf door de gemeenteraad benoemde leden, de voorzitter inbegrepen. Het bestuur van de dienst werd bijgestaan door een door de gemeenteraad benoemde secretaris-penningmeester aan wie de dagelijkse leiding van zaken is opgedragen. Zo nodig konden een of meer armmeesters of verder benodigd personeel worden ingezet. Bij de opheffing van de dienst (zie hierna) was er sprake van een administrateur/ penningmeester.

Vanwege de inwerkingtreding van de Algemene Bijstandswet in 1965 verviel de rechtsgrond voor de Dienst van Sociale Bijstand en werd deze m.i.v. 1 januari 1965 opgeheven.
De verlening van bijstand werd in handen gelegd van een (bestuurlijk) college voor de verlening van bijstand (zie hiervoor de afzonderlijke beschrijving van dit college). De uitvoerende werkzaamheden werden voortaan uitgevoerd door de afdeling sociale zaken van de gemeentesecretarie.