Archiefvormers
Vestigingscommissie huisartsen
Naam archiefvormer:
Vestigingscommissie huisartsen
Vestigingsplaats:
Hardinxveld-Giessendam
Onderdeel van:
gemeente Hardinxveld-Giessendam
Opgericht:
1987. Bron: besluit van het college van B en W van 10 maart 1987
Opgeheven:
1992. Bron: Koninklijk Besluit van 30 december 1991
Taken:
Het adviseren van het college van burgemeester en wethouders over de uitvoering van het Besluit vestiging en praktijkomvang huisartsen, waaronder begrepen de procedure bij vergunningverlening en de individuele vergunningverlening als zodanig.
Nadere informatie:
Op 1 februari 1986 trad het Koninklijk Besluit vestiging en praktijkomvang huisartsen in werking als uitvloeisel van de Wet Voorzieningen Gezondheidszorg.
Dit besluit bepaalde onder meer dat het huisartsen verboden was om zich zonder vergunning van het college van burgemeester en wethouders in een bepaalde gemeente te vestigen. Het college kon de al of niet vergunningverlening volgens genoemde wet pas doen als advies was ingewonnen bij een door hem in te stellen vestigingscommissie.
Het overlegorgaan "Alblasserwaard en de Vijfheerenlanden", waaraan ook Hardinxveld-Giessendam deelnam, besloot in de sub-regio Gorinchem twee vestigingscommissies te vestigen: een in de cluster Leerdam en een in de cluster Hardinxveld-Giessendam. Bij besluit d.d. 10 maart 1987 stemde het college van Hardinxveld-Giessendam met die gedachtegang in.
De vestigingscommissie bestond uit acht door het college te benoemen leden: twee vertegenwoordigers van de (organisaties van) huisartsen, twee vertegenwoordigers van de (organisaties van) gebruikers, een vertegenwoordiger van de ziekenfondsen, een vertegenwoordiger van de particuliere ziektekostenverzekeraars, een vertegenwoordiger van de kruiswerkorganisaties, en een vertegenwoordiger van de gezinszorgorganisaties. Eén vertegenwoordiger van de huisartsen en één vertegenwoordiger van de gebruikers moesten in Hardinxveld-Giessendam wonen. Als voorzitter trad de wethouder van volksgezondheid van de gemeente Hardinxveld-Giessendam op. Een ambtelijk medewerker van de gemeente fungeerde als commissiesecretaris.
De vestigingsregeling voor huisartsen werd per 1 januari 1992 ingetrokken, waarmee ook de Vestigingscommissie huisartsen in Hardinxveld-Giessendam kwam te vervallen. De achterliggende reden van de verantwoordelijke minister was het vergroten van de eigen verantwoordelijkheid van uitvoerende partijen onder gelijktijdige beperking van de overheidsregulering.
Dit besluit bepaalde onder meer dat het huisartsen verboden was om zich zonder vergunning van het college van burgemeester en wethouders in een bepaalde gemeente te vestigen. Het college kon de al of niet vergunningverlening volgens genoemde wet pas doen als advies was ingewonnen bij een door hem in te stellen vestigingscommissie.
Het overlegorgaan "Alblasserwaard en de Vijfheerenlanden", waaraan ook Hardinxveld-Giessendam deelnam, besloot in de sub-regio Gorinchem twee vestigingscommissies te vestigen: een in de cluster Leerdam en een in de cluster Hardinxveld-Giessendam. Bij besluit d.d. 10 maart 1987 stemde het college van Hardinxveld-Giessendam met die gedachtegang in.
De vestigingscommissie bestond uit acht door het college te benoemen leden: twee vertegenwoordigers van de (organisaties van) huisartsen, twee vertegenwoordigers van de (organisaties van) gebruikers, een vertegenwoordiger van de ziekenfondsen, een vertegenwoordiger van de particuliere ziektekostenverzekeraars, een vertegenwoordiger van de kruiswerkorganisaties, en een vertegenwoordiger van de gezinszorgorganisaties. Eén vertegenwoordiger van de huisartsen en één vertegenwoordiger van de gebruikers moesten in Hardinxveld-Giessendam wonen. Als voorzitter trad de wethouder van volksgezondheid van de gemeente Hardinxveld-Giessendam op. Een ambtelijk medewerker van de gemeente fungeerde als commissiesecretaris.
De vestigingsregeling voor huisartsen werd per 1 januari 1992 ingetrokken, waarmee ook de Vestigingscommissie huisartsen in Hardinxveld-Giessendam kwam te vervallen. De achterliggende reden van de verantwoordelijke minister was het vergroten van de eigen verantwoordelijkheid van uitvoerende partijen onder gelijktijdige beperking van de overheidsregulering.
Archieftoegang(en):
laatste wijziging 24-10-2019