In mei 1878 nam burgemeester De Raadt het initiatief een aantal vooraanstaande Dordtenaren in vergadering bijeen te roepen. Aanleiding was een circulaire van de Hoofdcommissie voor het Nationaal Huldeblijk aan Prins Hendrik der Nederlanden. De bedoeling van de circulaire was dat er plaatselijk subcommissies werden opgericht om gelden bijeen te zamelen voor een huldeblijk aan prins Hendrik, weduwnaar en derde zoon van koning Willem II. De prins, bijgenaamd Hendrik de Zeevaarder, was stadhouder van het Groothertogdom Luxemburg. De reden van de inzameling was, dat hij zou trouwen met prinses Marie van Pruisen.
De burgemeester was bereid van de in het leven geroepen Plaatselijke Commissie "Nationaal Huldeblijk voor Prins Hendrik der Nederlanden' het voorzitterschap op zich te nemen, en werd daarbij geassisteerd door een ondervoorzitter en een secretaris.
De commissie heeft ervoor gezorgd dat er onder de Dordtse burgerij geld werd opgehaald. 555 inwoners hebben zich hiervoor ingeschreven, zodat na aftrek van de uitgaven, uiteindelijk fl. 807,95 aan de Hoofdcommissie te Amsterdam kon worden toegezonden. Daarmee was de taak van de plaatselijke commissie ten einde en werd zij ontbonden.

Prins Hendrik is maar vijf maanden getrouwd geweest met prinses Marie. Hij overleed in 1879 onverwacht aan een hersenvliesontsteking.