Archiefvormers
Bezuinigingsinspecteur
Naam archiefvormer:
Bezuinigingsinspecteur
Vestigingsplaats:
Dordrecht
Onderdeel van:
Gemeente Dordrecht.
Opgericht:
01-10-1922. Bron: Gemeenteraadsbesluit van 11 juli 1922 m.i.v. een nader door B&W te bepalen datum.
Ontstaan uit:
Functie inspecteur der gemeentefinanciën.
Opgegaan in:
Gemeente-Accountantsdienst.
Taken:
Nagaan of in alle gemeentelijke diensten zo economisch mogelijk wordt huisgehouden en aandringen op het nemen van naar zijn oordeel gewenste maatregelen.
Nadere informatie:
Bij gemeenteraadsbesluit van 20 juni 1911 wordt de externe accountant J. van der Zee belast met de controle op het geldelijk beheer en de administratie der gemeentelijke bedrijven. Hij wordt bijgestaan door de eveneens externe deskundige W.J. Hartmann.
Met ingang van 1 juli 1915 wordt het contract met beide heren beëindigd en
J.A. Vis opgedragen het geldelijk beheer en de administratie van de gemeentelijke Gasfabriek, de Hoogdrukwaterleiding, het Electriciteitsbedrijf en de Slachtplaats te gaan controleren. Hij krijgt de titel controleur, later inspecteur, der gemeentefinanciën, maar hoort wel bij de Gemeentesecretarie.
De heer Vis krijgt in 1921 van het college van burgemeester en wethouders in een periode van moeilijke financiële omstandigheden opdracht onderzoek in te stellen naar de financiële situatie van de gemeente Dordrecht. Zijn rapport is aanleiding voor het college de gemeenteraad in 1922 voor te stellen een bezuinigingsinspecteur te benoemen. Dit wordt de heer Vis zelf.
Hij krijgt in die nieuwe functie een van de Gemeentesecretarie én de gemeentelijke diensten onafhankelijke positie en is allereerst verantwoording schuldig aan de wethouder van financiën. Er worden twee ambtenaren aangewezen, die hem bij zijn werk helpen. Met zijn drieën vormen ze, hoewel niet formeel zo geregeld, in praktische zin de bezuinigingsinspectie.
Met ingang van 1 juli 1915 wordt het contract met beide heren beëindigd en
J.A. Vis opgedragen het geldelijk beheer en de administratie van de gemeentelijke Gasfabriek, de Hoogdrukwaterleiding, het Electriciteitsbedrijf en de Slachtplaats te gaan controleren. Hij krijgt de titel controleur, later inspecteur, der gemeentefinanciën, maar hoort wel bij de Gemeentesecretarie.
De heer Vis krijgt in 1921 van het college van burgemeester en wethouders in een periode van moeilijke financiële omstandigheden opdracht onderzoek in te stellen naar de financiële situatie van de gemeente Dordrecht. Zijn rapport is aanleiding voor het college de gemeenteraad in 1922 voor te stellen een bezuinigingsinspecteur te benoemen. Dit wordt de heer Vis zelf.
Hij krijgt in die nieuwe functie een van de Gemeentesecretarie én de gemeentelijke diensten onafhankelijke positie en is allereerst verantwoording schuldig aan de wethouder van financiën. Er worden twee ambtenaren aangewezen, die hem bij zijn werk helpen. Met zijn drieën vormen ze, hoewel niet formeel zo geregeld, in praktische zin de bezuinigingsinspectie.
Nadere informatie 2:
Zijn taken zijn in feite tweeledig:
1. Hij verricht onafhankelijk onderzoek of in de gemeentelijke organisaties zo zuinig mogelijk met de middelen wordt omgesprongen. Dit kan op verzoek van elke wethouder, maar hij handelt vooral ook op eigen gezag. Hij overlegt daarvoor met diensthoofden, brengt rapport uit aan het college en dringt aan op het nemen van in zijn ogen gewenste maatregelen. Zijn rapportages zijn meestal mondeling, maar in zaken waarvoor een gemeenteraadsbesluit is vereist, wordt natuurlijk schriftelijk rapport uitgebracht.
2. Hij en zijn medewerkers controleren de financiële administratie van de gemeentelijke diensten en bedrijven.
In 1931 wordt hij ook hoofd van de opgerichte afzonderlijke Gemeentelijke Accountantsdienst. De heer Vis is ook secretaris van de Vereniging De Biesbosch en er is in de Dordtse Biesbosch een watergemaal naar hem vernoemd.
Na de oorlog 1940-1945 spreken de stukken niet meer van een bezuinigingsinspecteur, zodat mag worden aangenomen dat diens specifieke taken gaandeweg zijn ingebed in de Gemeentelijke Accountantsdienst.
Zie toegangsnummer: 8-A1945, inv.nrs. 120 en 121; 208.
1. Hij verricht onafhankelijk onderzoek of in de gemeentelijke organisaties zo zuinig mogelijk met de middelen wordt omgesprongen. Dit kan op verzoek van elke wethouder, maar hij handelt vooral ook op eigen gezag. Hij overlegt daarvoor met diensthoofden, brengt rapport uit aan het college en dringt aan op het nemen van in zijn ogen gewenste maatregelen. Zijn rapportages zijn meestal mondeling, maar in zaken waarvoor een gemeenteraadsbesluit is vereist, wordt natuurlijk schriftelijk rapport uitgebracht.
2. Hij en zijn medewerkers controleren de financiële administratie van de gemeentelijke diensten en bedrijven.
In 1931 wordt hij ook hoofd van de opgerichte afzonderlijke Gemeentelijke Accountantsdienst. De heer Vis is ook secretaris van de Vereniging De Biesbosch en er is in de Dordtse Biesbosch een watergemaal naar hem vernoemd.
Na de oorlog 1940-1945 spreken de stukken niet meer van een bezuinigingsinspecteur, zodat mag worden aangenomen dat diens specifieke taken gaandeweg zijn ingebed in de Gemeentelijke Accountantsdienst.
Zie toegangsnummer: 8-A1945, inv.nrs. 120 en 121; 208.
laatste wijziging 30-05-2013