Interviews: de verhalen van nu

Swendeline Ersilia met haar moeder tijdens de Keti Koti Herdenking 2023
2023
Interview 1: Sidney Breidel en de beweging voor een rechtvaardig Dordrecht
Sidney Breidel woont bijna zijn hele leven in Dordrecht. Hij is geboren in Suriname. Toen hij twee jaar was, kwam hij naar de stad en woont er nog steeds met zijn gezin. Op jonge leeftijd begon Sidney te merken, dat hij en zijn familie als ‘anders’ werden gezien. ‘Ik kan me herinneren dat ik me anders voelde toen ik in de eerste of tweede klas zat. Ik heb lang gedacht dat het kwam doordat ik een alleenstaande moeder had en uit een groot gezin kwam. Achteraf besefte ik dat het was omdat we zwarte Dordtenaren waren.’
Hij kreeg te maken met racisme, zoals Zwarte Piet-liedjes die naar hem werden gezongen op de basisschool door de juf en klasgenoten. Ook herinnert hij zich racistische opmerkingen op oudere leeftijd door collega’s. ‘Het was kwetsend, maar ik voelde me ook heel strijdlustig. Het was een drive voor mij om mezelf nog meer neer te zetten als iemand die ergens voor staat en daar kracht uit haalt. Het ging om mijn bestaansrecht als een zwarte man.’
‘Ik begon mij zo’n twintig jaar geleden uit te spreken tegen racisme. In Dordrecht was ik best alleen. Er waren heel weinig mensen die zich op deze manier of überhaupt durfden uit te spreken. Toen een aantal jaar later de anti-Zwarte Piet-beweging opkwam, vond ik gelijkgestemde mensen.’ In die tijd demonstreerde Sidney niet in Dordrecht zelf, maar toch kreeg hij te maken met bedreigingen. ‘Doordat ik me uitsprak tegen mensen en op socials, kreeg ik bedreigingen. Mensen die ik niet eens kende, stuurden mij berichten online en riepen mij na op straat. Op den duur kreeg ik brieven in mijn brievenbus waarop stond geschreven 'donder op naar je eigen land als Zwarte Piet je niet bevalt'. Toen ik naar de politie ging zeiden zij, 'als je je met dit soort dingen bezig houdt, kun je dit verwachten'.’

Sidney Breidel met zijn zoons Brent en Victor
Sidney besloot vanwege de bedreigingen en de veiligheid van zijn jonge kinderen om een stapje terug te doen, tot hij zag dat het nodig was om zich weer in te zetten. ‘Ik werd gevraagd voor de Black Lives Matter-demonstratie in Dordrecht. Een diverse groep jongeren had het initiatief voor de demonstratie genomen en zij vroegen mij om als woordvoerder de pers te woord te staan. Ik zag dat ik ze kon helpen.’ In die tijd leerde Sidney ook meer over de rol van Dordrecht in het slavernijverleden. ‘Ik kreeg vroeger niks over mijn roots of het slavernijverleden te horen. Ik wist niet eens dat Dordrecht zo’n grote rol had in het onderdrukken en ontmenselijken van mijn voorouders. Die kennis heeft heel veel met mij gedaan.’
Sidney geeft die kennis door aan zijn kinderen: ‘Ik heb twee jongens, en ik ben verantwoordelijk voor hun leven, kennis en geschiedenis. Ik moet ze tot sterke mensen maken die weten waar we vandaan komen, waar hun kracht vandaan komt. Die weten dat ze er mogen en moeten zijn met hun haar, hun kleur, hun alles. Dat heeft me ook heel erg geholpen. Ik leer ze dat ze echt trots mogen zijn op zichzelf, hun voorouders en dat we de kracht vinden om door te gaan ondanks alle tegenwerking.
’Via Koloniaal Verleden Dordrecht, nu Cultureel Educatief Centrum Dordrecht, maakt hij samen met betrokken Dordtenaren het slavernijverleden van de stad zichtbaar. ‘Ik ben heel trots op de positie die wij nu hebben. We hebben op basis van onze expertise een beweging gecreëerd.’ Hij vervolgt: ‘De Keti Koti Herdenking vind ik het grootste succes. We hebben het vanuit het niets opgezet. De impact die het had was sowieso heel belangrijk. We hebben Dordrecht op de kaart gezet als het gaat om Keti Koti of de herdenking van het slavernijverleden. De onveiligheid om me uit te spreken is er niet meer.’

Sidney Breidel tijdens het Keti Koti Festival Dordrecht 2024
2024
Interview 2: Peggy Bouva en het belang van voorouders
‘Sinds een paar jaar weet ik dat ik voorouders heb die op plantage Dordrecht hebben geleefd. Ik kwam erachter dat ik een voorouder genaamd ‘Braafheid’ heb aan mijn moeders kant van de familie die op die plantage leefde.’ Theresia Christina Braafheid was een huismeid. Zij kreeg in 1851 een dochter genaamd Elisabeth Braafheid. Elisabeth was werkzaam in de fabriek op de suikerplantage Dordrecht. Toen kwam ik erachter dat er een directe link was met de gemeente Dordrecht.’ Ze merkt op, ‘Ik heb ook een tijdje voor de gemeente Dordrecht gewerkt en toen wist ik dit allemaal niet.’

Martha Christiana Johanna Braafheid (kleindochter van Elisabeth Braafheid) en kinderen Paul Michel, Franklin Andre David en Emeline Margaretha Hiwat
Persoonlijk archief Peggy Bouva
Peggy maakte de podcast ‘De plantage van onze voorouders’, waarin ze met Maartje Duin onderzoek deed naar hun familiegeschiedenis. De familie ‘Bouva’ leefde op de plantage waar Maartje’s voorouder een van de eigenaren was. Toch begon de zoektocht naar haar familiegeschiedenis niet bij de podcast voor Peggy. Na een vakantie naar Suriname besefte ze dat ze weinig wist over haar familiegeschiedenis. ‘Ik hoorde dat een tante in Suriname ver was met stamboomonderzoek. Ik heb haar benaderd en zij heeft mij veel informatie gegeven. In 2009 bezocht ik een bijeenkomst over voorouderonderzoek. Ik kwam erachter dat ik heel veel Bouva’s kon vinden in de archieven, maar ik wist niet wie van die mensen mijn voormoeder was.’ Tijdens haar onderzoek met Maartje kon ze de rest van de stamboom van de Bouva familie invullen. ‘Nadat ik het familieonderzoek naar de familie Bouva had gedaan voor de podcast, ben ik ook alle andere voorouders gaan onderzoeken. Uiteindelijk kon Peggy haar stamboom tot tevredenheid afmaken. ‘Toen ik het compleet had, voelde ik een euforie van binnen, een overwinning. Ik had al de namen alsof ik ze met me meedroeg diep van binnen.’
Het afmaken van haar stamboom liet een diepe indruk achter op Peggy. ‘Ik kwam er pas achter hoe belangrijk het was om die stamboom compleet te hebben, toen ik de stamboom compleet had. In de Surinaamse cultuur is gebed belangrijk. Ik doe aan voorouderverering dus als ik bid, noem ik de namen van mijn voorouders. Ik kon altijd alleen maar spreken over mijn voorouders die in slavernij leefden, maar ik kon hun niet bij naam noemen. Dat vond ik lastig.’ Ze was vastbesloten om hun namen te vinden. ‘Dat werd een soort levensmissie, zodat ik hun op een waardige manier kan gedenken en herdenken.’

Plengoffer door Peggy Bouva tijdens de Keti Koti Herdenking 2023
2023
Peggy deelt de zoektocht naar haar familiegeschiedenis met anderen in de hoop dat het hen kan helpen. ‘Ik ben ervan overtuigd dat stamboomonderzoek van heel veel waarde is voor jongeren van nu en de keuzes die zij maken. Je gaat heel anders met je toekomst om als je weet wat je voorouders hebben meegemaakt en doorstaan.’ Het kan hen ook meer leren over zichzelf. Ik vind het altijd belangrijk dat jongeren zich bewust zijn van de talenten, beroepen en interesses die hun voorouders hadden. Meestal kun je dit in archiefdocumenten terugvinden. Dat helpt jongeren vaak om zich open te stellen voor talenten die zij hebben.’
Toch weet Peggy dat het niet voor iedereen mogelijk is om zich te verdiepen in hun familiegeschiedenis. ‘Ik zat in een positie dat het mogelijk was om hier zo veel tijd in te steken en heel veel mensen hebben dat niet.’ Dat gold ook voor haar ouders. ‘Ze waren druk met overleven en hadden er nooit bij stilgestaan hoe belangrijk wij de geschiedenis zouden vinden.’ Er ligt daar ook een rol voor de gemeente volgens Peggy. ‘Ze kunnen aangeven dat ze op zoek zijn naar verhalen en nazaten die er meer over kunnen vertellen, en dat ze bereid zijn het samen uit te zoeken.’

Opgelegde familienamen op plantage Dordrecht
1863
Interview 3: Swendeline Ersilia en de waardering voor menselijkheid
Swendeline verhuisde op 4-jarige leeftijd van Curaçao naar Dordrecht. Ze is stadsdichter van Dordrecht en werkzaam in cultuureducatie. In haar werk stelt ze menselijkheid en waardigheid centraal. ‘Een stadsdichter, zoals ik het zie, is de vertaler van de stad. Je kijkt naar de stad vanuit jezelf, maar ook met een beetje afstand. Je kijkt naar gebeurtenissen, evenementen, de mensen die er wonen, en daar schrijf je gedichten of korte verhalen over’, legt Swendeline uit. Er zijn jaarlijks een aantal opdrachten vanuit de gemeente en verder is het aan stadsdichters om hun rol zelf in te vullen. Swendeline probeert een ander beeld van Dordrecht neer te zetten. ‘Het blijft bij het historische beeld van Dordrecht, de ‘rijke geschiedenis’ en ‘historische panden’. Ik ken Dordt helemaal niet zo.’ Ze noemt de omgeving van de stad en ook armoede. ‘Ik wil vooral geluid geven aan de verschillende mensen en levens.’
Thuis leerde ze weinig over het koloniale verleden. ‘Mijn ouders waren te druk met overleven in dit land om mij überhaupt iets van kennis door te kunnen geven. Zo ook hun ouders. Zij waren allebei met veertien thuis. Mijn moeder weet eigenlijk niks, dus ik wist ook niks. Ik heb ervaring gehad met racisme, maar ik kon het niet plaatsen en er geen woorden aan geven. Ik internaliseerde het tot ik ouder werd.’ Ze begon zich er meer mee bezig te houden door onder andere naar Black Lives Matter-demonstraties te gaan en erover te schrijven. ‘Pas toen ik twintig was, leerde ik over het slavernijverleden van Dordrecht, maar dat was ook omdat iemand me erover vertelde.’

Swendeline Ersilia met haar moeder tijdens de Keti Koti Herdenking 2023
2023
Op verzoek heeft Swendeline ook veel gedaan rondom de koloniale geschiedenis van Dordrecht. Tijdens de Keti Koti Herdenking van 2023 droeg Swendeline samen met haar moeder een gedicht voor in het Papiamentu. Ze schreef in eerste instantie een gedicht in het Nederlands, maar vond dat niet de juiste keuze. Swendeline vertaalde het naar het Papiamentu en vroeg haar moeder ernaar te kijken. Ze vertelt, ‘toen heeft mijn moeder daar echt poëzie van gemaakt. Ze schreef drie opties en gaf aan welke ze de mooiste vond. Die heb ik toen uitgekozen.’ Onderweg naar de herdenking vroeg Swendeline haar moeder om het samen voor te dragen. ‘Ik voelde me heel één met mijn moeder. Mijn moeder heeft het podium gekregen wat ze altijd had willen hebben. Zij schrijft ook, maar heeft die kans niet gehad.’
Toch is het koloniale verleden niet een thema waar Swendeline altijd graag over schrijft. ‘Ik kan die verhalen als stadsdichter zo zichtbaar maken als dat ik zelf zou willen en tegelijkertijd vind ik dat moeilijk, omdat ik bang ben dat dat het enige is dat ik ga zijn als ik die verhalen vertel. Ik ben bang dat ik alleen gezien word als de zwarte vrouw die het heeft over de koloniale geschiedenis. Dat je gereduceerd wordt tot die persoon en dat je alleen maar daarvoor wordt ingezet .’ Als stadsdichter is Swendeline wel eens aangesproken op haar ‘boze’ of ‘gefrustreerde’ houding. ‘Het neemt opnieuw weer af van mijn menselijkheid, omdat je meer bent dan de geschiedenis. Het is net als dat veel mensen denken, dat onze geschiedenis begint bij het koloniale verleden, maar daarvoor was er een hele geschiedenis. Dat is het gevoel wat ik probeer te voorkomen. Dat ik daar begin en eindig.’

Filmposter Suikerstad
Theater Tortilla
Als ze over het koloniale verleden schrijft, dan schrijft Swendeline het op een manier die dicht bij haar staat. ‘Ik maak het zo persoonlijk in de hoop dat mensen zich heel erg persoonlijk aangesproken voelen. Ik probeer het zo tastbaar en menselijk mogelijk te maken, zodat als je in de ontkenning zit, je ook iets kan voelen.’ Die menselijkheid zou ze ook graag ontvangen van de mensen met wie ze werkt als stadsdichter: ‘Voor mij gaat het om fundamentele menselijke interesse en ontmoeting. Je kan niet vragen of iemand de stem kan zijn voor de stad, zonder dat je echt weet wie dat is. Zonder dat je die persoon het gevoel geeft dat je naast diegene loopt. Zonder dat je vraagt naar de ervaring van de persoon. Weet wie de stem van de stad is.’
Interview 4: De Dordtse Diamanten en de kracht van cultuur
Giliane Kleinmoedig verhuisde in 1996 van Curaçao naar Dordrecht. De Curaçaose Mila Pers kwam een paar jaar later via Amsterdam naar de stad. Dayenne Westercappel, van Surinaamse afkomst, kwam meer dan dertig jaar geleden naar Dordrecht. De drie moeders zijn actief voor de Zomercarnavalsgroep en kidsclub de Dordtse Diamanten en verzorgen activiteiten voor kinderen met diverse culturele achtergronden in Dordrecht.
Giliane vertelt over de Dordtse Diamanten en het eerste Zomercarnaval in Rotterdam: ‘Zestien jaar geleden richtte ik met mijn zus, neef en een vriendin de Dordtse Diamanten op. We begonnen als een carnavalsgroep. De eerste keer was erg mooi, omdat de kinderen alle aandacht kregen en zich belangrijk voelden. Voor een dag konden ze gewoon kind zijn en genieten, ondanks de problemen thuis. Vanaf over heel de wereld kwamen mensen kijken. We besloten om door te gaan.’ Dayenne schetst hoe allerlei mensen Giliane kwamen helpen met de voorbereidingen voor het Zomercarnaval: ‘Opeens liep mijn zoon mee met de carnavalsoptocht. Als buurtmoeder ging je kind gewoon mee. Het sprak mensen aan.’ Dayenne en Mila waren vanaf het eerste Zomercarnaval betrokken als ouders.
Er was behoefte aan activiteiten voor kinderen in de buurt Krispijn. De drie moeders woonden destijds in de buurt en maakten zich zorgen om de onveilige sfeer voor kinderen vanwege criminaliteit. De Dordtse Diamanten konden wat betekenen voor de buurtkinderen: ‘Het idee was dat als we de kinderen op jonge leeftijd zouden kennen, het makkelijker zou zijn om met hen te praten als zij iets verkeerds zouden doen.’ Mila, ook wel bekend als tante Mila, vertelt, ‘het is veel beter geworden qua bescherming. Iedereen kent elkaar en houdt een oogje op de kinderen.’ Ze leerden over de behoeften van de kinderen en ouders en begonnen met organiseren van activiteiten in het wijkcentrum. ‘Zo zijn we tantes geworden in de wijk’, concludeert Giliane.

Het 15-jarig bestaan van de Dordtse Diamanten
Dordtse Diamanten
‘De eerste keer waren er alleen maar Caribische kinderen volgens mij. Het is makkelijker om die ouders te vertellen over de carnavalsgroep. Bij andere culturen moesten we het wel uitleggen.’ Mila vult aan, ‘vanaf het begin besloten we om multicultureel te werken. Bij activiteiten in het wijkcentrum kwamen vanaf het begin kinderen van veel verschillende culturen.’ De buurttantes vinden het belangrijk om alle kinderen uit de buurt te verwelkomen, maar geven ook aan dat het vanwege financiering lastig is om zich toe te spitsen op Caribische kinderen. Giliane legt uit dat bewonersgroepen geld verdelen onder initiatieven in de buurt en dat een multiculturele insteek een voorwaarde is voor financiering. ‘Als ik zeg dat ik iets alleen voor Antillianen wil doen, dan krijg ik geen geld. Ik moet het multicultureel doen, want anders hebben we geen budget.’

De Carnavalsgroep Dordtse Diamanten
De Dordtse Diamanten organiseren culturele activiteiten wanneer het kan. ‘We nodigen bij dat soort activiteiten meestal Vany Hooi uit. Ik zeg altijd dat zij alles weet over de geschiedenis en cultuur van Curaçao. Op dat soort dagen leren wij ook’. Ze legt uit dat op Curaçao er bij haar thuis niet over het slavernijverleden werd gesproken en dat er op school geen aandacht aan werd besteed. Curaçaose muziek en dans zoals de tambú werden ontmoedigd. ‘Ik wil graag meer culturele activiteiten organiseren voor kinderen’, geeft Giliane aan. In 2022 organiseerden de Dordtse Diamanten een festival op de Curaçaose feestdag Dia di Bandera (Dag van de Vlag). ‘Ik zou jaarlijks Dia di Bandera willen vieren en stil staan bij Tula. Er is behoefte aan activiteiten voor Caribische kinderen, maar zonder geld kun je niks doen.’
Mila vertelt over de huidige activiteiten: ‘We organiseren van alles, we knutselen op woensdag en op donderdag hebben we een vaste kookles’. Door de hoge kosten en corona konden de Dordtse Diamanten vijf jaar niet meedoen met het Zomercarnaval. In 2024 liepen ze weer mee en het had opnieuw een grote impact op de kinderen. ‘Na carnaval voelen de kinderen zich trots’, vertelt Giliane. Ze hebben het heel, heel, heel goed gedaan.’ De buurttantes proberen dat trotse gevoel te stimuleren: ‘We zeggen dan bijvoorbeeld tegen de kinderen dat ze heel mooi haar hebben, dat ze trots moeten zijn op hun kleur en dat ze alles kunnen doen.’ ‘De kinderen zijn het belangrijkst: We komen uit een cultuur waarin we altijd voor mensen moeten zorgen. Dat leren we vanuit thuis. Vrijwilligerswerk geeft ons energie. Als we de kinderen zien als ze ouder zijn en het is goed gekomen met ze, dan is dat onze beloning.'

Mila Pers tijdens Dia di Bandera
Dordtse Diamanten
Interview 5: Keyshia Andrea en het recht om er in Dordrecht bij te horen
‘Ik ben Keyshia en ik ben kinderburgemeester van Dordrecht. Ik vind het belangrijk dat jongeren ook iets te zeggen hebben.’ Zo opent Keyshia het interview. Haar moeder stuurde haar een jaar eerder een filmpje met de oproep voor kinderburgemeester. Het leek Keyshia een leuk idee om zich aan te melden. Ze maakte een video met een boodschap en werd uitgekozen. Keyshia vertelt over haar boodschap: ‘Ik vind het belangrijk dat alle kinderen erbij horen en dat niemand zich buitengesloten of alleen voelt. Ik probeer naar kinderen te luisteren als zij iets willen zeggen.’
Toen we Keyshia spraken, was het nieuwe schooljaar in zicht en zat haar termijn als kinderburgemeester er bijna op. ‘Ik heb heel veel gedaan en dat vond ik wel leuk. Ik heb meerdere keren voor een grote groep mensen gesproken. Soms waren er heel veel mensen en dat vond ik wel spannend.’ Keyshia vertelt onder andere over een schoolbezoek met de wethouder, waar ze met een klas sprak over pesten op school. Ze kijkt positief terug op haar jaar als kinderburgemeester en geeft aan dat ze het gevoel heeft dat ze daadwerkelijk kon spreken voor andere jongeren.

Keyshia Andrea tijdens de Keti Koti Herdenking Dordrecht 2024
2024
Ook bezocht de kinderburgemeester een aantal bijeenkomsten over het slavernijverleden, zoals de herdenking van de afschaffing van de slavernij in 2024. Het was de afsluiting van het herdenkingsjaar en de burgemeester van Dordrecht maakte namens het stadsbestuur excuses voor het slavernijverleden. Keyshia’s moeder had haar verteld dat ze bij een historisch moment was geweest. Ook al besefte ze het niet, later zou Keyshia kunnen vertellen dat ze bij dat belangrijke moment was. ‘Ik weet er veel over, maar soms is het lastig te begrijpen. Er waren niet heel veel kinderen. Ik denk dat veel kinderen het niet zouden begrijpen.’
Keyshia gaf een toespraak in mei 2024 tijdens het bezoek van staatssecretaris Alexandra van Huffelen aan Dordrecht. In de ruimte van het Cultureel Educatief Centrum Dordrecht, in het stationsgebouw, sprak Keyshia het publiek toe. Ze vertelde over een ervaring op school: ‘Op school hoorde ik er vaak wel bij, maar iemand uit mijn klas maakte een keer een vervelende opmerking over mijn huidskleur. Er waren andere kinderen die ik al lang kende die tegen hem zeiden dat hij dat niet moest doen. Ik vond het spannend, maar ik heb het de volgende dag toch tegen de juf gezegd.’
In de toespraak gaf Keyshia aan wat er moet worden gedaan zodat iedereen in Dordrecht erbij hoort: ‘Ik denk dat het belangrijk is dat we ook op school les moeten krijgen over racisme en discriminatie. Het is belangrijk dat ook kinderen leren wat je wel en niet mag zeggen. En hoe het voelt als iemand iets zegt over hoe je eruitziet, waar je eigenlijk niks aan kan doen. Niet iedereen leert dit thuis. Ook is het belangrijk dat kinderen leren wat er allemaal in het verleden is gebeurd. Dus ook over de slavernij. We mogen het ook over minder mooie dingen hebben’. Ze sloot af met het volgende: ‘Mijn oproep als kinderburgemeester is dat iedereen erbij hoort. Ik vind dan ook dat het mijn taak is dat kinderen geen discriminatie meemaken. Ik denk dat als wij dit al op school leren, dat iedereen er dan ook echt bij hoort.’

Keyshia Andrea tijdens het bezoek van staatssecretaris Van Duffelen
CECD
2024