Louis werkt mee aan activiteiten van de Dordtse inlichtingendienst ‘Wim’: het verzamelen van inlichtingen, het overbrengen van berichten en het naar veilig gebied brengen van (Joodse) onderduikers en geallieerde piloten. Als halverwege de oorlog zijn werk te gevaarlijk wordt, duikt Louis onder bij de familie Oolbekkink in Nijmegen, die zelf actief is bij het plaatselijke verzet. Vader Oolbekkink wordt gearresteerd in zijn huis. Dan wordt ook Louis ontdekt en opgepakt.
Louis terecht in het concentratiekamp van Hameln. Op 6 april 1945, net voor de komst van de Amerikanen, worden hij en zijn medegevangenen in een dodenmars naar het concentratiekamp van Holzen gedreven. Strompelend naar Holzen zakt Louis in elkaar en wordt door een SS-er bij Dohnsen doodgeschoten. Na de oorlog wordt Louis herbegraven op het Ereveld in Loenen.