Op 1 november 1943 wordt Leen tijdens een controle op persoonsbewijzen gearresteerd en opgesloten in het Oranjehotel in Scheveningen. Na twaalf dagen wordt hij vrijgelaten en tewerkgesteld als calculator bij Scheepswerf en Machinefabriek De Biesbosch in Dordrecht.
Leen sluit zich in de zomer van 1944 aan bij de verzetsgroep ‘Albrecht’. Die houdt zich bezig met militaire spionage voor het Nederlandse Bureau Inlichtingen in Londen. Als verkenner brengt hij militaire stellingen in kaart. In september 1944 sluit hij zich aan bij de Binnenlandse Strijdkrachten – Strijdend Gedeelte, 2e Compagnie. Vanaf half oktober dat jaar verspreidt hij het illegale blad De Vrije Pers en zamelt hij geld in voor stakende en ondergedoken spoorweglieden.
Door verraad wordt Reidsma op 30 november 1944 in Dordrecht gearresteerd en overgebracht naar het huis van bewaring in Utrecht. Tijdens de verhoren wordt hij zwaar mishandeld. Vervolgens wordt hij overgebracht naar Amsterdam en op de lijst van Todeskandidaten gezet. Op 30 januari 1945 wordt hij met vier andere verzetsmensen, onder wie Jan Kloos, gefusilleerd bij de Amsteldijk. De vijf lichamen worden begraven in een massagraf in de duinen bij Overveen.