Deze website maakt gebruik van cookies en daarmee vergelijkbare technieken om een optimale gebruikerservaring te bieden. Je kunt je voorkeuren aanpassen.

Deze cookies zorgen ervoor dat de website naar behoren werkt. Deze cookies kunnen niet uitgezet worden.
Deze cookies zorgen ervoor dat we het gebruik van de website kunnen meten en verbeteringen door kunnen voeren.
Deze cookies kunnen geplaatst worden door derde partijen, zoals YouTube of Vimeo.
Deze cookie stellen onze advertentiepartners in staat om doelgerichter informatie te kunnen aanbieden.

Door categorieën uit te zetten, kan het voorkomen dat gerelateerde functionaliteiten binnen de website niet langer correct werken. Het is altijd mogelijk om op een later moment de voorkeuren aan te passen.

Sytze Roelof Beinema

08-05-1894 (Haarlem) — 11-08-1944 (Vught)
Zwart-wit foto van Sytze Roelof Beinema

Portret van Sytze Roelof Beinema

Circa 1938

Sytze Roelof Beinema werd geboren op 8 mei 1894 te Haarlem als zoon van wagenmaker Marten Beinema (Koudam 11 oktober 1860-Haarlem 8 maart 1944) en Janna Manna Voetelink (Haarlem 13 juli 1866-Haarlem 12 februari 1926). Hij had drie zussen en twee broers: Janna Manna (Haarlem 15 oktober 1886), Cornelis (Haarlem 17 januari 1892), Age (Haarlem 8 maart 1893) Johanna Willemina Antonia (Haarlem 27 september 1895) en Christina (Haarlem 25 februari 1898). Sytze Roelof Beinema trouwde op 20 april 1921 te Dordrecht met Gerarda Maria Kater (Dordrecht 20 december 1897-Dordrecht 8 januari 1976), dochter van Hendrik Kater (Lent 18 januari 1860-Dordrecht 29 december 1950) en Clara Mechelina den Hartog (Elst 30 november 1857-Dordrecht 15 mei 1930). Zij kregen twee kinderen:

- Hendrik (Dordrecht 3 januari 1922)

- Marten (Dordrecht 26 november 1932)

Sytze Roelof Beinema stierf op 11 augustus 1944 te Vught.

Sytze Roelof Beinema is een van de bekendste verzetsstrijders uit de Dordtse geschiedenis. Hij kwam oorspronkelijk uit Haarlem maar bracht zijn volwassen leven door in Dordrecht waar hij werkzaam was bij het Gemeentelijk Energiebedrijf. Beinema was een devoot christen en actief lid van de gereformeerde gemeente van de Wilhelminakerk. Tijdens de oorlog groeide hij uit tot spil van het Dordtse verzet. Zijn verzetsgroep werd door de Duitsers opgerold en in 1944 belandde Beinema in Kamp Amersfoort. Enkele maanden later werd hij in kamp Vught geëxecuteerd.

Geboren in een kinderrijk huwelijk was Sytze Roelof Beinema niet de eerste met deze voornamen binnen het gezin. Een oudere broer met dezelfde naam was een jaar voor zijn geboorte overleden. Hij was het vierde kind dat de volwassen leeftijd zou bereiken. Beinema verliet het ouderlijk huis in 1916 toen hij naar Zandvoort verhuisde. Hij werd in het bevolkingsregister ingeschreven zonder vermelding van beroep of occupatie. Vanuit Zandvoort verhuisde hij in 1918 kortstondig terug naar Haarlem en vervolgens vertrok hij naar Dordrecht. Hier was Beinema vanaf 15 juli 1918 werkzaam als 'inspecteur der huisinstallatiën' bij het Gemeentelijk Elektriciteitsbedrijf. Zijn leidinggevenden moeten tevreden over hem zijn geweest, want in 1921 werd hij gepromoveerd tot 'opzichter voor de buitennetten' en vervolgens in 1927 tot 'technisch opzichter eerste klasse'. Daarnaast was hij vanaf 1920 voorzitter van de Algemeen Christelijke Bond van Overheidspersoneel, afdeling Dordrecht.

Het gezin Beinema woonde in Dordrecht op het adres Singel 104c. De familie was zeer gelovig en ging ter kerke in de Wilhelminakerk op de Blekersdijk. Omdat meerdere verzetsstrijders deze kerk bezochten (onder andere Aart Alblas en Leendert Keesmaat) stond de Wilhelminakerk na de oorlog ook wel bekend als de verzetskerk. Beinema was een actief lid van de gemeente en hij stond algemeen bekend als een optimistische en betrouwbare figuur met een innemend karakter. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werkte Beinema als technisch opzichter bij het Gemeentelijk Elektriciteitsbedrijf. Hij werd begin april 1942 benaderd of hij bereid was om geld in te zamelen voor zeemansgezinnen (de zogenaamde Zeemanspot). Zeelieden die zich bij het uitbreken van de oorlog buiten Nederland bevonden, konden vaak niet naar Nederland terugkeren. In oktober 1941 had het Duitse gezag de rederijen verboden om nog langer loon uit te keren aan de betreffende zeemansgezinnen, waardoor deze gezinnen in een klap nauwelijks inkomsten meer hadden. Daarop ontstonden in het hele land comités die een steentje bij wilden dragen aan deze Zeemanspot. Spoedig volgden er ook hulpkreten vanuit de Machinistenbond en de Bond van Stuurlieden, wier leden met gelijkaardige problemen kampten. In eerste instantie werden de uitkeringen aan de gezinnen vastgesteld op 90 gulden per maand voor de vrouw, 40 gulden voor het eerste, 25 gulden voor het tweede en 15 gulden voor elk volgende kind. Via Zwitserland werd de Nederlandse regering in Londen op de hoogte gebracht van het feit dat de zeemansgezinnen werden verzorgd, zodat de Nederlandse zeelieden hieromtrent gerustgesteld konden worden.

Maar spoedig kwamen er nog veel meer hulpbehoevenden. Ex-militairen en andere mannen die opgeroepen waren om in Duitsland dwangarbeid te verrichten, doken massaal onder. De eerste verzetslieden werden gearresteerd of moesten onderduiken en ook voor hun gezinnen moest worden gezorgd. Door zijn functie als opzichter moest Beinema regionaal veel reizen en had hij bovendien de beschikking over een auto. Hierdoor was hij de aangewezen persoon om onderduikers te voorzien van levensmiddelen en kon hij als verbinding tussen verschillende verzetspersonen fungeren. Via zijn contacten in de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden lukte het hem om steeds schaarser wordende levensmiddelen te verkrijgen van welwillende boeren. Hij kreeg gaandeweg meer een coördinerende rol binnen het verzet en onder zijn leiding lukte het Dordtse onderduikers op adressen in Overijssel en zelfs Friesland onder te brengen.

Beinema werd in 1943 gekozen als districtsleider van de Landelijke Organisatie (LO) voor hulp aan onderduikers, afdeling Dordrecht. In deze hoedanigheid werkte hij nauw samen met de knokploeg Dordt onder leiding van Bob de Vries. Deze knokploeg (KP) pleegde regelmatig overvallen om bonkaarten, identiteitsbewijzen, geld etc. buit te maken. Beinema zorgde ervoor dat de opbrengst weer verder werd verspreid binnen de organisatie. Hij hield maandelijks districtsvergaderingen, soms ook op zijn eigen adres. Dit terwijl drie deuren van zijn woning het lokale hoofdkantoor van de Politieke Politie was gevestigd.

Op 18 april 1944 werd Beinema midden in de nacht in zijn huis gearresteerd, waarschijnlijk na te zijn verraden. Zijn huis werd doorzocht en dit leverde een flink aantal bonkaarten, blanco identiteitsbewijzen en een grote som geld op. In de periode voorafgaand aan zijn arrestatie maakte hij zelf ook gebruik van een vals persoonsbewijs ten name van Sytze Roelof Erlings, onderwijzer te Amsterdam. Ook andere leden van zijn verzetsgroep worden die nacht opgepakt, waaronder zijn zoon Hendrik. Er werden plannen gemaakt om Beinema door de KP te laten bevrijden, maar voordat deze konden worden uitgevoerd, werd Beinema al overgeplaatst naar het bureau van de Sicherheitsdienst aan de Heemraadsingel in Rotterdam. Hij werd meerdere malen scherp verhoord maar heeft, voor zover dit is na te gaan, geen informatie losgelaten. De vraag wie nu precies de verrader was, heeft in Dordrecht tot ver na de oorlog stof doen opwaaien. Voormalige verzetslieden Kors van Loon en Bob de Vries hebben hierover een verbeten publieke discussie gevoerd. Een en ander heeft echter nooit tot een definitieve conclusie geleid.

Na de ondervragingen belandde Beinema in Kamp Amersfoort waar hij door zijn inmiddels slechte gezondheid een plek kreeg bij het aardappelschil-commando Met zijn optimistische natuur en krachtige geloofsovertuiging probeerde hij medegevangenen tot steun te zijn. Hij leidde in ieder geval één maal een geheime kerkdienst in het kamp. Beinema werd op 2 augustus 1944 naar Kamp Vught gebracht, waar hij op 11 augustus 1944 werd gefusilleerd. Hij was 50 jaar oud. Zijn zoon Hendrik die samen met hem was opgesloten in Kamp Amersfoort, herinnerde zich zijn afscheidswoorden de rest van zijn leven: 'Ik ga met God, houd je maar goed.'

Vernoeming

Zowel Dordrecht als Zwijndrecht hebben na de oorlog een straat vernoemd naar Sytze Roelof Beinema.

Bronnen en literatuur

Regionaal Archief Dordrecht (GAD 148 34, GAD 148 78, GAD 148 97, GAD 8-A1945 125).

Noord-Hollands Archief (Bevolkingsregister/Persoonskaarten: https://noord-hollandsarchief.nl/bronnen/archieven?mivast=236&mizig=37&miadt=236&milang=nl&mizk_alle=beinema&miview=tbl)

https://verzetinenomdordrecht.webnode.nl/sytze-roelof-beinema

https://gw.geneanet.org/schapekoppen?lang=nl&iz=72173&p=sytze+roelof&n=beinema

K. van Loon, Verzet in en om Dordt (1947).

G.J. de Vries, De balans van verzet in en om Dordt (1981).

F. van Riet, De Dordtse affaire (2022).

Auteur

Lennart Huijts (april 2023)