Petrus Josephus Servatius (Jos) Serrarens

12-11-1888 (Dordrecht) — 26-08-1963 (Bilthoven)
Portret van Petrus Josephus Servatius Serrarens

J. van Wageningen

Portret van Petrus Josephus Servatius Serrarens

Petrus Josephus Servatius (Jos) Serrarens was de jongste van twee kinderen uit het op 24 oktober 1876 te Maastricht gesloten huwelijk van Petrus Franciscus Serrarens (Hoofdplaat 6 december 1840-Dordrecht 21 juli 1933), boekhouder en administrateur van de pontonniers in Dordrecht en Anna Maria Christina Janssen (15 mei 1845-Dordrecht 11 december 1920). Serrarens trouwde op 8 september 1920 te Echt met Marie Louise Josephus Hubertine Welters (Amsterdam 7 mei 1894-Utrecht 29 juli 1964). Zij was de dochter van chef-ijker Adamus Adolph Welters (Echt 25 december 1850-Amsterdam 23 maart 1905) en Maria Hubertina Julienne Volkhemer (Hoeselt (België) 5 oktober 1865-Utrecht 2 februari 1943). Uit dit huwelijk werden geen kinderen geboren.

Serrarens was onderwijzer in het katholiek lager onderwijs in Dordrecht. Hij zette zich in voor de verbetering van de gezondheid op het gebied van drankmisbruik en tbc en was bestuurder van nationale en internationale organisaties voor het verbeteren van arbeidsomstandigheden. Als politicus was hij lid van de Eerste en later van de Tweede Kamer. In die laatste hoedanigheid was hij een van de eerste pleitbezorgers van de Europese gedachte. Serrarens eindigde zijn carrière als rechter van het Europese Hof van Justitie van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS).

De familie Serrarens was een rooms-katholiek landbouwersgeslacht in Zeeuws-Vlaanderen. Zijn vader Petrus Franciscus Serrarens vertrok naar Maastricht waar hij zich opwerkte van kantoorbediende tot boekhouder. Daar trouwde hij en werd zijn dochter Anna Maria Josephina geboren. In 1884 kreeg hij een aanstelling als administrateur van de pontonniers in Dordrecht, waar vier jaar later zijn zoon Petrus Josephus Servatius werd geboren. Over Jos’ lagere schooltijd op de katholieke parochiale Sint-Jozefschool voor jongens zijn geen gegevens beschikbaar. Nadat hij de vijfjarige gemeentelijke Hogere Burgerschool aan de Nieuwstraat had afgerond, wilde Serrarens rechten gaan studeren. Maar op advies van zijn vader vervolgde hij zijn opleiding aan de katholieke vormschool (kweekschool, nu pedagogische academie) in Rotterdam. Na zijn afstuderen werkte hij een paar jaar in Dordrecht in het lager onderwijs. Ondertussen slaagde hij voor de examens voor de akte Frans l.o. (1909) en Engels l.o. (1911) en begon met de studie voor het staatsexamen A en B tot toelating voor de universiteit. In 1914 behaalde hij ook die examens.

Ondanks werk en studie zag Serrarens kans om zich in Dordrecht actief in te zetten binnen het roomse verenigingsleven, dat in deze periode moest worden opgebouwd. Het hele katholieke leven had na 1592 stilgestaan, maar kreeg in 1853 een grote stimulans na het herstel van de bisschoppelijke hiërarchie. Serrarens gaf cursussen, leidde vergaderingen, schreef artikelen en hield spreekbeurten voor zogeheten rooms-katholieke. propagandaclubs. Dat laatste deed hij ‘in plechtige stijl, die aan een diep en helder stemgeluid een goede voordracht paart’ (Nieuwe Venlosche Courant, 21 december 1915). In 1909 nam hij op 21-jarige leeftijd het initiatief voor de oprichting van de per bisdom georganiseerde Diocesane Bond voor Volksbondpropagandaclubs.

In 1915 schreef Serrarens zich in bij de juridische faculteit in Leiden om zijn langgekoesterde wens om rechten te studeren werkelijkheid te laten worden. Bij de studentenvereniging maakte hij kennis met de katholieke coryfee en politicus dr. Piet J.M. Aalberse (1871-1948), die hem polste voor de functie van bibliothecaris binnen het Centraal Bureau van de Katholieke Sociale Actie (KSA) te Leiden. Al na een jaar vroeg Aalberse hem om het in Utrecht gevestigde tbc-fonds Herwonnen Levenskracht nieuwe impulsen te geven. Nauwelijks had hij zijn werk en studie in Utrecht opgepakt of Serrarens werd vanwege het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog opgeroepen voor de Landstorm. Hij volgde een officiersopleiding en werd de oprichter en voorzitter van de Rooms-Katholieke. Bond van Dienstplichtigen Sint-Joris.

In 1920 realiseerde Serrarens in Apeldoorn, bekend om haar gezonde lucht, het sanatorium Berg en Bosch voor katholieke arbeiders, dat in 1933 naar Bilthoven zou worden verplaatst. In 1919 was Serrarens in Washington aanwezig bij de eerste Internationale Arbeids-Conferentie waar de International Labour Organization (ILO) werd opgericht. Daar werd onder meer vastgelegd dat er gestreefd moest worden naar een achturige werkdag, een van de stokpaardjes van Serrarens. Een jaar later werd in Den Haag het Internationaal Christelijk Vakverbond (ICV) gesticht met Serrarens als secretaris-generaal. In die hoedanigheid reisde hij over de hele wereld om congressen en conferenties bij te wonen en lezingen te geven. In 1920 werd hij lid van de Hoge Raad van Arbeid, een advies- en overlegorgaan van werknemers, werkgevers en overheid en in die hoedanigheid een voorloper van de Sociaal-Economische Raad (SER).

Tot 1953 zou Serrarens zich blijven inzetten voor verbetering van de arbeidsomstandigheden. Namens het ICV zat hij in 1948 in de Commissie voor de Rechten van de Mens van de Verenigde Naties onder voorzitterschap van Eleanor Roosevelt, de weduwe van de Amerikaanse president Franklin D. Roosevelt. Op 10 december van dat jaar werd door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties zonder tegenstem de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens in Parijs aanvaard.

Vanzelfsprekend was Serrarens lid van de Roomsch-Katholieke Staatspartij en voor deze partij van 1929 tot 1937 lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal. In 1935 riep hij als senator als eerste de regering op om de gouden standaard los te laten, die desastreuze gevolgen had voor de economie als geheel en voor arbeiders veelal werkloosheid betekende. Ook uitte hij zich in brochures en internationale vergaderingen fel tegen het fascisme in Oostenrijk en Duitsland. Nadat ons land in de Tweede Wereldoorlog werd bezet, stonden de Duitsers bij Serrarens voor de deur en namen hem mee voor verhoor. Een tweede keer wachtte hij niet af en dook tot het eind van de oorlog onder.

Na de oorlog hernam Serrarens zijn plaats in de Tweede Kamer waar hij in 1937 was gekozen, nu voor de Katholieke Volkspartij (KVP). Hij werd voorzitter van de begrotingscommissie voor Buitenlandse Zaken, de begrotingscommissie voor Overzeese Gebiedsdelen en van het comité der Staten-Generaal. Ondanks de verzuiling zocht Serrarens toenadering tot de Partij van de Arbeid in de persoon van jhr. dr. Marinus van der Goes van Naters (1900-2005). Beiden waren ervan overtuigd dat alleen een samenwerkend, federaal Europa kans maakte om zich de nieuwe vijand Rusland van het lijf te houden: ‘Ik geloof dat geen dier landen in West-Europa toekomst heeft, tenzij zij het samen hebben’ (Handelingen Tweede Kamer, 15 november 1947, p. 359-360). Hij botste daarover met zijn fractievoorzitter mr. Carl P.M. Romme (1896-1980). Over dit onderwerp zette Serrarens zijn standpunten ook uiteen in de destijds door de AVRO-radio georganiseerde rondetafelgesprekken over internationale vraagstukken. In 1952 sloot Serrarens zijn politieke loopbaan af. Hij had het eervolle aanbod gekregen om in het nieuw opgerichte Hof van Justitie van de Europese Gemeenschap van Kolen en Staal – zonder een afgeronde juridische opleiding – rechter te worden en hij werd een jaar later tot voorzitter van dit Hof gekozen. In deze functie werd hij afgebeeld door Jan van Wageningen die gehuwd was met Wil Wisse, oomzegger van Jos Serrarens.

Onderscheidingen

Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw (1937).
Commandeur in de Orde van Leopold II (België 1950).
Commandeur in de Orde van de H. Gregorius de Grote (Vaticaan 1951).
Officier in het Legioen van Eer (Frankrijk 1952).
Commandeur in de Orde van Oranje-Nassau (1958).
Grootofficier in de Orde van de Eikenkroon (Luxemburg 1959).

Publicaties

Ouders en onderwijzers in: Katholiek Sociaal Weekblad, 22 oktober 1910.
Roomsche kinine tegen roode koorts (Utrecht, 1918).
Onze Volksbond (Gouda 1920).
Das Weltwirtschaftsprogramm (Essen 1922).
De indirecte bestrijding der tuberculose (Utrecht 1923).
De revolutie van het hakenkruis (Utrecht, 1933).
Het probleem Oostenrijk (Utrecht 1934).
Rusland en het Avondland (Utrecht, 1948).
Het Wereldvakverbond en het Internationaal Christelijk Vakverbond (Den Haag 1948).
De Benelux en West-Europese Unie (Den Haag 1948).

Bronnen en literatuur

Beeldbank Regionaal Archief Dordrecht, 309_100860.
Delpher, krantenbank Koninklijke Bibliotheek (1900-1963).
J.J.C. Sprenger, Serrarens, Petrus Josephus Servatius in: BWSA 1988 nr. 3, p. 188-191.
J. M.A. van Wageningen, Een katholiek van wereldformaat, Petrus Josephus Servatius Serrarens (1888-1963) in: Tijdschrift Oud-Dordrecht 2023 nr. 3, p. 300-318.
A. van Heerikhuizen, Pioniers van een verenigd Europa, dissertatie Universiteit van Amsterdam 1998, p. 99-115.
RAD: archief 29, inventaris 245, 249; archief 176, inventaris 59, 93, 163.

Auteur

Jean M.A. van Wageningen (april 2024)

Deze website maakt gebruik van cookies en daarmee vergelijkbare technieken om een optimale gebruikerservaring te bieden. Je kunt je voorkeuren aanpassen.

Deze cookies zorgen ervoor dat de website naar behoren werkt. Deze cookies kunnen niet uitgezet worden.
Deze cookies zorgen ervoor dat we het gebruik van de website kunnen meten en verbeteringen door kunnen voeren.
Deze cookies kunnen geplaatst worden door derde partijen, zoals YouTube of Vimeo.
Deze cookie stellen onze advertentiepartners in staat om doelgerichter informatie te kunnen aanbieden.

Door categorieën uit te zetten, kan het voorkomen dat gerelateerde functionaliteiten binnen de website niet langer correct werken. Het is altijd mogelijk om op een later moment de voorkeuren aan te passen.