Melis Stoke

1225 — 1315
Muurschildering op een flat aan de Melis Stokelaan in Den Haag.

Muurschildering op een flat aan de Melis Stokelaan in Den Haag.

Klerk, schrijver van grafelijke oorkondes en geschiedschrijver, van wie in feite niet meer bekend is dan dat hij geleefd heeft en een deel van dit leven in Dordrecht heeft doorgebracht. Volgens sommige bronnen is hij rond 1235 in Zeeland geboren, mogelijk in Zierikzee, anderen denken dat hij veel later is geboren en dat Dordrecht zijn geboorteplaats was. Ook over zijn sterfdatum is geen zekerheid: hij zou in of kort na 1315 zijn overleden, mogelijk in Den Haag. Al evenmin is iets met beslistheid te zeggen over zijn burgerlijke staat, maar aangenomen wordt dat hij nimmer in het huwelijk is getreden. Het argument dat daarvoor wordt aangevoerd is dat hij kon schrijven. Die vaardigheid was in zijn tijd namelijk vrijwel alleen monniken eigen en die mochten niet trouwen. Maar of hij ook echt monnik is geweest of slechts zijn opleiding in een klooster heeft gekregen, is ook niet met zekerheid te zeggen. Het weinige dat met enige stelligheid beweerd kan worden, is dat hij van 1296 tot eind 1299 stadsklerk in Dordrecht was, tot hij de overstap maakte naar de kanselarij van de pas aangetreden Hollandse graaf Jan II van Henegouwen.


Hoe weinig er ook over Stoke bekend is, over zijn nalatenschap is veel meer te zeggen. Melis - ook wel Amelis - Stoke kan er op bogen een van de oudste in het Nederlands geschreven boeken te hebben geschreven: de Rijmkroniek van Holland. De titel zegt het al: het gaat om een op rijm gezet verslag van de geschiedenis van Holland, met name over de dertiende eeuw; om precies te zijn de jaren 1206 tot 1305.


Het begint aldus:
Omdat ic niet en wille
Dat mine sinnen yet leggen stille
Ende verderuen met ledichede
Wil ic v al hier ter stede
Segghen wie die grauen waren
Die hollant in haren iaren
Hadden onder haer bedwanc
Ende hoe verre dat haer ganc
Met rechte gaet in vrieslant
Also als ic bescreuen vant
Jnden cloester tegmonde
Jn latine in vrayer orconde
Sonder fauele sonder lieghen
Sonder yement te bedrieghen

In huidig Nederlands is dat ongeveer:
Omdat ik niet in ledigheid
wil vervallen doe ik u,
inwoners van deze stad,
uit de doeken wie de graven
waren die het in Holland
voor het zeggen hadden
en in hoeverre zij dat ook
in Friesland met recht van spreken
kunnen doen, zoals ik beschreven
vond in waarheidsgetrouwe
Latijnse oorkonden die bewaard
worden in het klooster van Egmond.
Ik vertel geen fabels, zal niet liegen
en niemand bedriegen.


En dit zijn nog slechts de eerste van de vele duizenden dichtregels die de kroniek bevat. Nu kunnen deze niet allemaal op het conto van Stoke worden geschreven, want de Rijmkroniek kent meerdere auteurs. De aanzet is geschreven tussen 1280 en 1282 door een onbekend gebleven klerk. Hierin staat de vroegste geschiedenis van Holland, tot het jaar 1205, beschreven. Stoke heeft als het ware het vervolg geschreven. Dat deed hij in fases, met een tussenpoos van enkele jaren. Het eerste vervolg schreef hij in 1301-1302; de laatste toevoeging in 1305 of iets later, inmiddels in dienst van de zoon van Jan van Avesnes, Willen III. Daarna maakte hij een aantal jaren later nog een herziene versie. Dankzij dit relaas is de toedracht van de moorden op graaf Floris V en Wolfert van Borsele bekend, evenals het verloop van de Vlaamse oorlog, die Holland op de rand van de afgrond bracht. Daarnaast is de Rijmkroniek een monument van de Nederlandse taal. De kroniek is een van de oudste volledig overgeleverde literaire teksten in de volkstaal, voor de Noordelijke Nederlanden zelfs de alleroudste, en het eerste voorbeeld van het genre van de rijmkroniek.


Van de Rijmkroniek bestaan meerdere uitgaven. De oudste is van Jan van der Does (of Douza, heer van Noordwijk) uit 1591, naar een versie van het handschrift dat later verloren is gegaan. Exemplaren hiervan worden bewaard in de Amsterdamse Universiteitsbibliotheek en de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag. In 1620 verscheen bij H. van Wouw te 's-Gravenhage een nadruk. De derde uitgave, waarin de tot dan toe onbekende naam van de schrijver van de kroniek voor het eerst wordt vermeld, verscheen in 1699 bij Van Alkemade te Rotterdam. Balthazar Huydecoper uit Leiden publiceerde in 1772 de Rijmkroniek in drie delen. En dan is er nog de uitgave van dr. W.G. Brill; deze stamt uit 1886. De meest recente uitgave is die uit 2004 van de hand van professor Burgers, die toen ook een online versie verzorgde.


Stoke heeft echter meer nagelaten dan deze Rijmkroniek. Burgers is erin geslaagd 39 oorkonden te achterhalen die door hem zijn geschreven. Twee daarvan - met als jaartal 1296 en 1298 - worden beschouwd als Dordtse schepenbrieven, waaruit afgeleid kan worden dat hij toen nog Dordts 'ambtenaar' was. Maar vlak voor oudjaar 1298 schrijft hij ook een oorkonde van graaf Jan I, de zoon van de in 1296 vermoorde Floris V. Omdat bekend is dat deze Jan een paar dagen eerder in Dordrecht op bezoek was, is het aannemelijk dat de graaf de stedelijke klerk even heeft 'geleend'. De opvolger van Jan I (die in 1299 stierf) - Jan van Avesnes, alias Jan van Henegouwen, of Jan II - maakte in de laatste maanden van 1299 een inhuldigingstocht langs de belangrijkste steden in Zeeland en Holland. En in elke stad bevestigde hij met een oorkonde de verworven rechten van die steden, waaronder Zierikzee, Dordrecht, Delft, Leiden en Haarlem. Alle oorkondes van de steden uit dit rijtje zijn door Stoke geschreven. Het Dordtse exemplaar, dat hij op 12 december 1299 schreef, wordt nog altijd in het Dordtse stadsarchief bewaard, evenals twee eerdere oorkondes die hij in Dordtse dienst schreef.


Tot 1305 bleef hij werkzaam als klerk in de grafelijke kanselarij (= griffie), wat niet wil zeggen dat hij alleen maar de ganzenveer hanteerde. Stoke kreeg die taak alleen toebedeeld als er geen andere klerken beschikbaar waren. Bijvoorbeeld als de graaf op reis was en hij hem vergezelde. Stoke zal dus een aanzienlijke positie aan het hof van de graaf hebben ingenomen. Beleidsadviseur zou een moderne benaming zijn. Gezien zijn positie was Stoke de aangewezen persoon om de geschiedenis van het graafschap Holland en Zeeland op te tekenen: hij verkeerde in de hoogste kringen en was aanwezig bij veel van de door hem beschreven gebeurtenissen. Historici zijn het er over eens dat zijn verslag in de Rijmkroniek over het algemeen getrouw en accuraat is.


Zoals gezegd staat niet onomstotelijk vast waar Stoke is geboren, maar er zijn aanwijzingen dat hij Dordtenaar van geboorte is. Neem zijn naam, die behalve in Dordrecht nergens anders in geschriften is teruggevonden. Wel op een lijst van Dordtenaren die kort na 1300 schade hebben ondervonden van gevechtshandelingen met Vlamingen. Daarop komt ene Willem Stoke voor, die als schipper en koopman de kost verdiende. Als Melis daarmee verwant is, zou hij deel hebben uitgemaakt van de Dordtse middenklasse. Een tweede aanwijzing is taalkundig van aard. De taal die Stoke gebruikte zou volgens Burgers sterke overeenkomsten vertonen met de variant van het Nederlands - noem het een dialect - dat in Dordtse geschriften werd gebezigd. Daarbij baseert hij zich op een brief die Margit Rem in 1997 schreef. In haar proefschrift, waarop zij in 2003 aan de Vrije Universiteit van Amsterdam promoveerde, houdt zij echter een slag om de arm. Ook al komt het taalgebruik van Stoke het meest overeen met het Dordts, dat is nog geen bewijs dat hij in Dordrecht geboren is. En zo blijft ook dit aspect van Stokes levensloop in nevelen gehuld.


Literatuur


J. te Winkel, Het karakter en de staatskundige denkbeelden van Melis Stoke, in: Historische avonden 1 (1896) p. 36-85.
G.J. van Bork en P.J. Verkruijsse (red.), De Nederlandse en Vlaamse auteurs van Middeleeuwen tot heden met inbegrip van de Friese auteurs (Weesp 1985).
J.W.J. Burgers, De loopbaan van de klerk Melis Stoke, in: Bijdragen en mededelingen betreffende de geschiedenis der Nederlanden, 108 (1993) 1, p. 20-27.
J.W.J. Burgers, De Rijmkroniek van Holland en zijn auteurs (Hilversum 1999).
Godfried Croenen, bespreking van het boek van J.W.J. Burgers in tijdschrift Holland 34 (2002) 1, p. 17-19.
Margit Rem, De taal van de klerken uit de Hollandse grafelijke kanselarij (1300-1340) [proefschrift Vrije Univeriteit](Amsterdam 2003).
Margit Rem, Een monument voor Melis Stoke (en voor een anonymus), in: Queeste. Tijdschrift over middeleeuwse letterkunde in de Nederlanden 14 (2007), p. 88-89.
http://www.dbnl.org/auteurs/auteur.php?id=stok001 (met uitvoerige literatuuropgave).
http://www.historici.nl/Onderzoek/Projecten/Rijmkroniek (de Rijmkroniek digitaal).

Auteur

Wim van Wijk (februari 2013)

Deze website maakt gebruik van cookies en daarmee vergelijkbare technieken om een optimale gebruikerservaring te bieden. Je kunt je voorkeuren aanpassen.

Deze cookies zorgen ervoor dat de website naar behoren werkt. Deze cookies kunnen niet uitgezet worden.
Deze cookies zorgen ervoor dat we het gebruik van de website kunnen meten en verbeteringen door kunnen voeren.
Deze cookies kunnen geplaatst worden door derde partijen, zoals YouTube of Vimeo.
Deze cookie stellen onze advertentiepartners in staat om doelgerichter informatie te kunnen aanbieden.

Door categorieën uit te zetten, kan het voorkomen dat gerelateerde functionaliteiten binnen de website niet langer correct werken. Het is altijd mogelijk om op een later moment de voorkeuren aan te passen.