Aert (Aart) Schouman

04-03-1710 (Dordrecht) — 05-07-1792 (Den Haag)
Zelfportret van Aart Schouman op 44-jarige leeftijd

Aert Schouman

Zelfportret van Aart Schouman op 44-jarige leeftijd

Dordrechts Museum

Aart of Aert Schouman (ook wel Schouwman) werd geboren in Dordrecht op 4 maart 1710. Hij overleed in Den Haag op 5 juli 1792 en is begraven in de Scheveningse duinen. Hij was het vierde van een vijftal kinderen uit het in 1695 (ondertrouw op 9 oktober 1695) gesloten huwelijk tussen Leendert Schouman (1664- 1726), schipper, en Cornelia de Vos (1663-1732). Beide echtelieden werden begraven in de Nieuwkerk of Sint-Nicolaaskerk in Dordrecht. Aart Schouman bleef vrijgezel.


Aart Schouman was de belangrijkste Dordtse kunstenaar van de achttiende eeuw. Hij was een veelzijdig, maar volgens critici ondergewaardeerd kunstenaar. Schouman was portret-, landschaps- en vogelschilder, tekenaar, leermeester, etser (prentmaker), glas-etser en aquarellist. Schouman was ook een uitstekend kopiist. Hij was tevens behangselschilder en decoreerde voor de welgestelden zogenaamde ‘kamers in het rond’: dit waren volledig beschilderde kamers (behangsels). Het beschilderen van bijvoorbeeld haardschermen en waaiers achtte hij niet beneden zijn stand. Hij groeide uit tot een succesvol en welgesteld man. Voor de geschiedenis van Dordrecht was Schouman van belang vanwege het grote aantal topografische tekeningen dat hij maakte. Zijn liefhebberijen waren onder meer lezen, dichtkunst en wijn.


Over de jeugd van Schouman is weinig bekend. Zij geboortehuis stond aan de Taankade, in het schipperskwartier dat zich rond de Nieuwkerk, Voorstraat-Noord en Riedijk bevond. Waarschijnlijk heeft hij de in de nabijheid van de Nieuwkerk gevestigde school bezocht die goed bekend stond. In 1725 ging hij in de leer bij Adriaan van der Burg (1693-1733), een vooraanstaande Dordtse kunstschilder. Schouman bleef ruim 7 jaar tot diens dood leerling van Van der Burg. Schilder, graveur en dichter Frans Greenwood (1680- 1763), eveneens een leerling van Van der Burg, leerde hem het graveren van glas in de stippeltechniek.


In 1727 ontving Schouman zijn eerste opdracht van de Dordtse familie Van Slingelandt. Van deze familie volgden meerdere opdrachten, ook buiten Dordrecht. Ook ontving hij opdrachten van andere patriciërsfamilies uit Dordrecht en omgeving zoals bijvoorbeeld van de families Gevaerts en Hallincq. Zijn moeder overleed in 1732. Schouman bleef voorlopig met enkele broers in de familiewoning aan de Taankade wonen. Na de Taankade woonde hij aan de Groenmarkt (thans nummers 14/16) en later op de Voorstraat, schuin tegenover de Pelserbrug. In 1733 overleed ook zijn leermeester Van der Burg. Schouman begon nu een zelfstandige loopbaan.


Interessant zijn twee aantekenboekjes die Schouman heeft bijgehouden. Het eerste over de periode van 1733 tot 1740. Het tweede loopt van 1748 tot 1753. De boekjes geven weinig inzicht in de persoon van Schouman, maar laten vooral zakelijke kwesties zien; wie zijn leerlingen waren, welke opdrachten hij kreeg, wie zijn opdrachtgevers waren en welke honoraria hij ontving. Schouman hield er ook zijn aan- en verkopen in bij: schilderijen, wijn, kleding enzovoorts. Uit zijn aantekenboekjes blijkt dat Schouman vanaf 1736 ook actief werd als kunsthandelaar. Hij kwam onder meer in het bezit van doeken van nu zeer gewaardeerde kunstenaars als Albert Cuyp (1620-1691), Aert de Gelder (1645-1727), Peter Paul Rubens (1577-1640) en Jan Steen (1625/1626-1679). Schouman kocht, ruilde en verkocht, maar hij trachtte vooral zijn eigen verzameling uit te breiden. Al met al geven de boekjes een beeld van het leven van een kunstenaar in de achttiende eeuw.


In 1734/1735 vormde zich een groepje van vier poëzieliefhebbers waarvan Schouman deel uitmaakte en dat in het Hof bijeenkwam. Er werd over poëzie gediscussieerd, er werd gedamd, gerookt en men dronk er wijn. Schouman was plaatetser van de Dordtse Broederschap van Sint-Lucas die uit vele samenvoegingen en splitsingen was ontstaan (1736). Hij legde daar contacten die hem menige opdracht opleverde. In diverse bronnen wordt Aart Schouman genoemd als de ontwerper van het gouden avondmaalstel dat aanwezig is in de Dordtse Grote Kerk. Dat is onjuist. Schouman maakte tekeningen van dit avondmaalstel toen dit gereed was. Deze waren bestemd voor de zuster van Diodati, de schenker van het avondmaalstel. De Dordtse goud- en zilversmid Dirk Wor (1696-1745) vervaardigde het avondmaalstel in 1736/1737 waarschijnlijk naar een eigen ontwerp. In 1738 werd het in gebruik genomen.


Schouman werkte regelmatig op Walcheren en met name in Middelburg waar zijn broers Cornelis (1697- na 1741), eveneens kunstschilder, en Leendert (1707- na 1741) woonden. Tot op hoge leeftijd ondernam hij regelmatig reizen naar Middelburg en de rest van Walcheren. Tussen 1748 en 1753 woonde en werkte Schouman afwisselend in Den Haag en Dordrecht: in de zomer meestal te Dordrecht, terwijl de winters veelal in Den Haag werden doorgebracht. Hij bewoonde en gebruikte in beide steden een woning en een atelier. Hij had zowel Dordtse als Haagse leerlingen onder wie Dirk Kuipers (1733-1796), Nicolaas Muys (1740-1808) en zijn neef Martinus Schouman (1770-1848).


Hij trad in 1748 toe tot de Haagse schilderbroederschap de Confrérie Pictura. Van 1752 tot 1762 was hij deken van het Haagse Pictura. Bij zijn aantreden in die functie bood hij een zelfportret aan. De Confrérie Pictura was in 1656 opgericht uit ontevredenheid over de gang van zaken bij het in de vijftiende eeuw opgerichte Haagse Sint-Lucasgilde. Doel was de belangen van de leden beter te beschermen dan het Sint Lucasgilde had gedaan. De leden kwamen bijeen in het Koornhuis aan de Prinsengracht in Den Haag. Ook in de Haagse Tekenacademie waar hij zich in 1749 inschreef, speelde hij een bestuurlijke rol; in 1751 trad hij toe tot het bestuur.


Tussen 1749 en 1759 verscheen de 21-delige Vaderlandsche historie van de hand van historicus J. Wagenaar (1709-1773). De tweehonderd portretten die daarin een plek kregen, werden door Schouman getekend en daarna gegraveerd door Jacobus Houbraken (1698-1780) en Pieter Tanjé (1706-1761). In 1753 vestigt Schouman zich definitief in Den Haag al keert hij regelmatig terug naar Dordrecht, ook voor het uitvoeren van opdrachten. In de hoop de overleden Philip van Dijk (1683-1753) te kunnen opvolgen als hofschilder aan het hof van de landgraaf van Hessen- Kassel, Willem VIII (1682-1763) reist hij in 1753 tevergeefs naar Kassel. Reizen deed Schouman graag. Hij bereisde vele gewesten en bezocht steden als Brussel en Amsterdam. Tweemaal maakte hij een reis naar Groot-Brittannië in 1765/1766 en in 1775.


Den Haag werd in 1747 - het einde van het Tweede Stadhouderloze Tijdperk - opnieuw hofstad met het aantreden van Friese stadhouder prins Willem IV (1711-1751) als stadhouder in alle gewesten. Het hof van Willem IV werd verplaatst van Leeuwarden naar Den Haag. Willem IV overleed enkele jaren na zijn aantreden. Zijn zoon Willem V (1748-1806) volgde zijn vader op als stadhouder. De diergaarde van stadhouder Prins Willem V in Den Haag, het Kleine Loo genaamd en ook diens kabinet van natuurlijke historie, boden Schouman in zijn Haagse periode alle gelegenheid exotische dieren en vooral vogels te schilderen of te tekenen.


Vooraanstaande gegoede personen in de hofstad trachtten elkaar te overtroeven met hun kostbare kleding en hun luxueuze interieurs en schilderijen. Dit bracht ook voor Schouman opdrachten met zich mee. Met hofschilder T.P.C. Haag (1737-1812) onderhield hij een goede relatie. Wellicht mede daardoor ontving hij opdrachten van het hof. Zo ontving hij in 1784 de opdracht voor paleis Huis ten Bosch kamerbehangsels te schilderen voor een van de zalen. De uitvoering van deze opdracht kostte bijna twee jaar. Op 15 oktober 1766 ontving Schouman als deken van de Confrérie Pictura in Den Haag de jonge stadhouder prins Willem V en andere dignitarissen in het gebouw van Pictura aan de Prinsengracht. De prins had zich bereid verklaard beschermheer te worden van de broederschap en werd ontvangen met een uitgebreid diner. Schouman bood de prins bij deze gelegenheid een door hem gegraveerd glas aan met het portret van prins Willem IV.


Schoumans belangstelling voor de dichtkunst was al in Dordrecht gebleken. Die belangstelling was nog niet verflauwd. Direct na de oprichting op 4 januari 1772 van de Haagse rederijkerskamer Kunstliefde spaart geen vlijt trad hij toe als lid. Hij bezocht veelvuldig de Haagse Teekenacademie, opgericht in 1682. Schouman was een vooraanstaand lid en werd er in 1750 benoemd tot regent. Dat Schouman nog intensieve relaties met zijn geboortestad onderhield, blijkt mede uit het feit dat hij na de oprichting van Teekengenootschap Pictura te Dordrecht in 1774 enige tijd het voorzitterschap van het genootschap vervulde.


In januari 1788 werd hij door een beroerte getroffen maar herstelde daarvan betrekkelijk goed. Aart Schouman overleed op 5 juli 1792 en werd in de vroege ochtend van 11 juli begraven op de particuliere begraafplaats Ter navolging in de Scheveningse duinen.


Literatuur


NNBW, Deel V, p. 701, 702.
Van der Aa, 17-1, p. 463, 464.
A. van der Willigen, Geschiedenis der vaderlandsche schilderkunst. II 68, IV 166 (Haarlem 1816-1842).
J. van Gool, De nieuwe Schouburg der nederlandschen Schilderkunst (Den Haag 1850).
P.A. Scheen, Lexicon Nederlandse beeldende kunstenaars 1750-1880. (Den Haag 1981).
L.J. Bol, Aart Schouman. Ingenious painter and draughtsman. (Doornspijk 1991).
Emile Havers, Aart Schouman, tekenaar en kunstschilder. Zijn Dordtse jaren (1710-1753). Jaarboek 2015 van de Historische Vereniging Oud-Dordrecht.

Auteur

Roel Leentvaar (augustus 2016)

Deze website maakt gebruik van cookies en daarmee vergelijkbare technieken om een optimale gebruikerservaring te bieden. Je kunt je voorkeuren aanpassen.

Deze cookies zorgen ervoor dat de website naar behoren werkt. Deze cookies kunnen niet uitgezet worden.
Deze cookies zorgen ervoor dat we het gebruik van de website kunnen meten en verbeteringen door kunnen voeren.
Deze cookies kunnen geplaatst worden door derde partijen, zoals YouTube of Vimeo.
Deze cookie stellen onze advertentiepartners in staat om doelgerichter informatie te kunnen aanbieden.

Door categorieën uit te zetten, kan het voorkomen dat gerelateerde functionaliteiten binnen de website niet langer correct werken. Het is altijd mogelijk om op een later moment de voorkeuren aan te passen.