Adriaen Cornelisz

circa 1581 (Dordrecht) — 06-11-1632 (Dordrecht)
Titelblad van de eerste druk uit 1633 van de Confessie van Dordrecht zoals aanwezig in de Doopsgezinde Bibliotheek.

Titelblad van de eerste druk uit 1633 van de Confessie van Dordrecht zoals aanwezig in de Doopsgezinde Bibliotheek

ondergebracht in de bibliotheek van de Universiteit van Amsterdam

1633

Geboren te Dordrecht in 1581 of kort daarvoor, overleden te Dordrecht op 6 november 1632 in de leeftijd van 51 jaar. Zijn vader moet Cornelis hebben geheten maar de namen van zijn ouders zijn verder onbekend. Evenmin is bekend of hij gehuwd was en kinderen had, en wat zijn beroep was.

Adriaen Cornelisz vervulde de functie van oudste in de gemeente van de zogenaamde Oud-Vlaamse doopsgezinden te Dordrecht en werd daar op 15 november 1626 bevestigd als leraar. Hij stond in hoog aanzien bij zijn geloofsgenoten en wist in Dordrecht de sterk verdeelde gemeenten van de Oude en Jonge Vlamingen tot eenheid te brengen. Hij geldt als de opsteller van de gemeenschappelijke geloofsbelijdenis die ook de Vlaamse doopsgezinde gemeenten elders in de Republiek tot onderlinge vrede moest brengen, en waarschijnlijk schreef hij ook de inleiding daarbij. Samen met de oudsten te Amsterdam en Haarlem riep hij in Dordrecht een vergadering bijeen waar op 21 april 1632 de zogeheten 'Dordtsche geloofsbelijdenis', kortweg 'de Dordtsche', getiteld Voorstellinghe van de principale articulen onses algemeynen christelijcken geloofs, ghelijck de selve in onse gemeynte doorgaens geleert ende beleeft worden als grondslag van onderlinge eenheid werd vastgesteld en door de 51 aanwezigen ondertekend. Hij tekende zelf met zes anderen namens Dordrecht als Aeriaen Cornelissoon. Naast de Vlaamse doopsgezinde gemeente van Dordrecht zelf werd zij vervolgens aangenomen door een reeks gemeenten in Holland en Zeeland, met name die van Amsterdam, Leiden, Haarlem, Leiden, Rotterdam, Schiedam, Zierikzee, Middelburg en Vlissingen, en daarbuiten door Utrecht, Zaltbommel, Arnhem, Blokzijl en Krefeld (samen met de gemeenten in Boven-Rijnland).

In 1633 verscheen de tekst bij boekdrukker Hans Passchiers van Wesbusch te Haarlem onder de titel Confessie ende vredehandelinge, geschiet tot Dordrecht, Ao 1632, den 21en april, tusschen de Doops-ghesinde diemen de Vlaminghen noemt. Zij speelde een belangrijke rol in de reeks pogingen tot hereniging die in de jaren 1620-30 werden ondernomen onder de doopsgezinden, aangezien dezen zich gedurende de eerste eeuw van hun bestaan in een aantal kleine, elkaar soms krachtig bestrijdende, soms ook ronduit verketterende, groepen hadden opgedeeld. Een eerste initiatief in die zin werd in 1626 te Harlingen gerealiseerd door de hereniging van de zogenaamde Friezen en Jonge Vlamingen onder een belijdenis die Het Olijf-tacxken werd genoemd. De belijdenis die Adriaen Cornelisz redigeerde vormde een tweede stap: zij bracht ook zijn eigen geloofsgemeenschap, de zogenaamde Oude Vlamingen die strengere opvattingen huldigden dan de Jonge Vlamingen, onder het gemeenschappelijk regiem van de Olijftak.

De Dordtse confessie - niet te verwarren met de belijdenisgeschriften van de Synode van Dordrecht die in 1618-1619 door de toenmalige gereformeerde in dezelfde stad was georganiseerd - is vele malen uitgegeven in het Nederlands en in een reeks vertalingen, zij het soms met accentverschuivingen die aan de behoeften van het land beantwoordden. In 1982 stond de teller op 202, te weten 8 Nederlandse drukken, 116 Duitse uitgaven, 5 Franse en 73 in het Engels. De Dordtse auteur Tieleman van Bracht nam haar op in zijn invloedrijke Martelaers spiegel (1660), en ze maakte deel uit van de gezaghebbende publicatie De algemeene belydenissen der Vereenighde Vlaemsche, Vriesche, en Hooghduytsche Doopgesinde Gemeynte Gods: waer op van haer de geestelijcke ghemeynschap aen de eens-geloovige Doops-gesinde aengeboden, en christelijcke vrede op verscheyde tijden, met verscheyde volcken, gemaeckt, en bevestight is, samengesteld door Isaack van Vreede, Tobias Govertsz van den Wyngaert en Leenaerdt Clock en in 1665 te Amsterdam uitgegeven door Pieter Arentsz.

Vooral via de vertalingen van Van Brachts werk heeft de Dordtse Confessie aanvankelijk ook buiten de Nederlandse Republiek verspreiding gevonden. In 1664 verscheen ze in Amsterdam in een Duitse vertaling door Tieleman Tielen van Sittert als Christliches Glaubensbekenntnus, maar reeds op 4 februari 1660 was zij door gemeenten in de Elzas aangenomen. Even later namen ook de gemeenten in de Palts en in Noord-Duitsland haar aan. Ze werd echter afgewezen door de Zwitserse doopsgezinden aangezien dezen het artikel over de mijding niet konden aanvaarden. In 1712 werd ze in Amsterdam in het Engels gepubliceerd als The Christian Confession of the Faith of the Harmless Christians, in the Netherlands known by the name of Mennonists en wel op verzoek van de doopsgezinden in Germantown (Pennsylvania) die haar in 1725 officieel overnamen. Tenslotte verscheen ze in 1771 in het Frans als Confession de Foi Chrétienne, des Chrétiens sans défense, connus surtout dans les Pais-bas sous le nom de Mennonites.

Hoewel ze nooit officieel door de overheid of door de in 1811 opgerichte Algemene Doopsgezinde Sociëteit is aanvaard, is de Dordtse Confessie al meer dan drie eeuwen lang de leidende en gezaghebbende uitdrukking van de geloofsleer onder de strengere doopsgezinden, niet alleen in Nederland maar ook in Duitsland, Frankrijk en Noord-Amerika (daar thans vooral onder de Amish, een zeer strenge variant van de doopsgezinde opvattingen). De belangrijkste leerstukken die kenmerkend zijn voor de strengere doopsgezinden worden er in achttien korte hoofdstukken helder uiteengezet, in het bijzonder de doop op belijdenis met afwijzing van de kinderdoop (artikel 7), de ambten in de gemeente en het leraarschap (9), de voetwassing (11), huwelijk alleen met geloofsgenoten (12), de verhouding tot de wereldlijke overheid (13), de weerwraak of weerloosheid (14), de afwijzing van de eed (15), de kerkelijke ban van zondaren en afvalligen (16) en de mijding van leden die in de ban zijn gedaan (17). De Mennonite Church, in 1898 in Noord-Amerika opgericht, heeft de Dordrecht Confession als een van haar basisdocumenten aangenomen.

Bronnen en literatuur

Confessie van Dordrecht 1632, bewerkt door J. Brüsewitz m.m.v. M.A. Krebber, ingeleid door I.B. Horst en S. Voolstra (Doperse stemmen 5, Amsterdam 1982):
http://www.dhkonline.nl/publicaties/ds/5-confessie-van-dordrecht-1632/.
J.G. de Hoop Scheffer, Inventaris der Archiefstukken berustende bij de Vereenigde Doopsgezinde Gemeente te Amsterdam, 2 delen (Amsterdam 1883-1884) I, nr. 569, 583-585, 598; II, nr. 1694-1696.
Van der Aa, 3 (1855), p. 723.
NNBW, I (1911), p. 640.
G.D.J. Schotel, Kerkelijk Dordrecht, I (Utrecht 1841), p. 357.
S. Blaupot ten Cate, Geschiedenis der Doopsgezinden in Holland, Zeeland en Utrecht, I (Amsterdam 1847), p. 328.
J.C. Wenger, Dordrecht Confession of Faith, in: The Mennonite Encyclopedia, II (Hillsboro, Kansas, enz. 1956), p. 92-93.
S. Groenveld, J.P. Jacobszoon & S.L. Verheus (red.), Wederdopers. Menisten, Doopsgezinden in Nederland, 1530-1980, 2e druk (Zutphen 1981), p.74-76.
Willem Stuve, Een zeventiende-eeuws groepsportret. De ondertekenaars van de Confessie van Dordrecht in 1632, in: Doopsgezinde bijdragen, nieuwe reeks, 37 (2011), p. 75-86.

Auteur

Willem Frijhoff (juni 2015)

Deze website maakt gebruik van cookies en daarmee vergelijkbare technieken om een optimale gebruikerservaring te bieden. Je kunt je voorkeuren aanpassen.

Deze cookies zorgen ervoor dat de website naar behoren werkt. Deze cookies kunnen niet uitgezet worden.
Deze cookies zorgen ervoor dat we het gebruik van de website kunnen meten en verbeteringen door kunnen voeren.
Deze cookies kunnen geplaatst worden door derde partijen, zoals YouTube of Vimeo.
Deze cookie stellen onze advertentiepartners in staat om doelgerichter informatie te kunnen aanbieden.

Door categorieën uit te zetten, kan het voorkomen dat gerelateerde functionaliteiten binnen de website niet langer correct werken. Het is altijd mogelijk om op een later moment de voorkeuren aan te passen.