112 Zalmzegenvisserij 'De Nieuwe Merwede'
112
Zalmzegenvisserij 'De Nieuwe Merwede'
Aanwijzingen voor de gebruiker
laatste wijziging 10-11-2024
155 beschreven archiefstukken
Inleiding
Het graven van de Nieuwe Merwede in de periode 1854-1878 was niet alleen van belang voor de scheepvaart en de waterafvoer maar ook voor de doortocht van zogenaamde trekvissen, zoals de zalm. Verschillende visserij-ondernemingen hebben de mogelijkheid aangegrepen om op de nieuwe waterweg zalm te gaan vissen. Zij pachtten de visrechten van de Staat der Nederlanden (Dienst der Domeinen) en moesten hiervoor flink betalen.
Een van die zalmvisserijen was de in 1906 door W. de Jong te IJsselmonde opgerichte burgerlijke maatschap De Nieuwe Merwede. Het doel was het uitoefenen van de visserij op de Nieuwe Merwede met de grote zalmzegen (soort visnet). De aandeelhouders van de maatschap zorgden voor het exploitatiekapitaal.
Een van die zalmvisserijen was de in 1906 door W. de Jong te IJsselmonde opgerichte burgerlijke maatschap De Nieuwe Merwede. Het doel was het uitoefenen van de visserij op de Nieuwe Merwede met de grote zalmzegen (soort visnet). De aandeelhouders van de maatschap zorgden voor het exploitatiekapitaal.
Het beheer van de maatschap werd aanvankelijk opgedragen aan een bestuur, dat bestond uit twee door de algemene aandeelhoudersvergadering benoemde directeuren, onder wie de secretaris. De voorzitter van het bestuur werd gekozen door en uit een viertallig toezichthoudend college van commissarissen. Het bestuur werd geassisteerd door een boekhouder-kassier die in het bestuur een adviserende stem had. In de jaren erna is de samenstelling van het bestuur en het college van commissarissen enkele malen aangepast. Van de twee directeuren bleef alleen de oprichter van de onderneming, W. de Jong te IJsselmonde, over.
Er werd met de zalmvisserij begonnen op de zuidoever van de Nieuwe Merwede. De opbrengst viel niet mee en men overwoog ook aan de zuidoever een tweede visserij te gaan exploiteren. Aangezien dit veel kosten met zich zou meebrengen verzocht men aan de Staat gedeeltelijk voor een tweede visserij vrijdom van pacht te verlenen. Op dat verzoek werd positief beschikt.
Er werd met de zalmvisserij begonnen op de zuidoever van de Nieuwe Merwede. De opbrengst viel niet mee en men overwoog ook aan de zuidoever een tweede visserij te gaan exploiteren. Aangezien dit veel kosten met zich zou meebrengen verzocht men aan de Staat gedeeltelijk voor een tweede visserij vrijdom van pacht te verlenen. Op dat verzoek werd positief beschikt.
Na 1920 is de zalmvangst van de onderneming geleidelijk aan gaan afnemen. Een belangrijke oorzaak daarvan vormden de talrijke ondernemingen die zich met de zalmvisserij bezighielden. In 1931, toen de onderneming 25 jaar bestond, werd door de onderneming vastgesteld dat er door de slechter wordende vangsten in die periode niets was verdiend en het door de aandeelhouders ingebrachte maatschappelijk kapitaal verloren was gegaan. Een verzoek aan de minister van Arbeid, Handel en Nijverheid om een toeslag te mogen ontvangen op het loon van het personeel werd afgewezen. Ook een verzoek om hulp aan de minister van Binnenlandse Zaken vond geen gehoor.
Houders van 25 aandelen in de maatschap waren in 1932 bereid de onderneming voort te zetten, maar de onderneming kwam naar schatting acht aandelen te kort om dit kansrijk te maken. In datzelfde werd daarom de pacht van de zalmzegenvisserij ontbonden, de medewerkers ontslagen, de Zalmzegenvisserij De Nieuwe Merwede geliquideerd, en de vissersketen met toebehoren opgeruimd en een andere bestemming gegeven.
laatste wijziging 10-11-2024
155 beschreven archiefstukken
Inventaris
10. Tekeningen
112 Zalmzegenvisserij 'De Nieuwe Merwede'
Inventaris
10.
Tekeningen
laatste wijziging 27-02-2015
laatste wijziging 10-11-2024
155 beschreven archiefstukken
Kenmerken
Datering:
1898 - 1935
Auteur:
A.J. Busch (1959)
Omvang:
3,88 meter
Licentie:
Titel inventaris:
Zalmzegenvisserij 'De Nieuwe Merwede'
Categorie:
laatste wijziging 10-11-2024
155 beschreven archiefstukken