785 Polder 'De Vierpolders' en haar rechtsvoorgangers
785
Polder 'De Vierpolders' en haar rechtsvoorgangers
Aanwijzingen voor de gebruiker
laatste wijziging 05-02-2024
2.808 beschreven archiefstukken
9 gedigitaliseerd
totaal 66 bestanden
Inleiding
4. Zuidpolder van Dubbeldam
785 Polder 'De Vierpolders' en haar rechtsvoorgangers
Inleiding
4.
Zuidpolder van Dubbeldam
laatste wijziging 12-01-2021
Nog voordat de bedijking van de Merwedepolder was voltooid, werd door de ambachtsheren van De Mijl en Dubbeldam, de eigenaren van de Crabbe en die van "zekere vijfendertig morgen vierhonderd roeden gorzen gelegen in de heerlijkheid van de Merwede" octrooi gevraagd, "om met Gods hulpe dezen toekomende sommer hunne gorzen ter grootte van omtrent 445 morgen te mogen bedijken". Deze gorzen gelegen ten zuiden van Dubbeldam eisten een dijk van ca. 2340 roeden, dus ca. 5 roeden per morgen. Het octrooi werd door de Staten van Holland op 13 september 1616 verleend. * Ten behoeve van de realisering van de bedijking werden de benodigde vrijdommen verleend. De bedijking op zich kwam in 1617 gereed en besloeg 440 morgen en 325,5 roeden land. * Van deze oppervlakte moest 15 morgen 223 roeden gerekend worden tot Mijlgrond, 39 morgen 291 roeden tot Crabbegrond en 35 morgen 400 roeden tot Merwedegrond. *
De Zuidpolder was een molenpolder. De molen, een wipstaande schepradmolen, welke ook Benedenmolen werd genoemd stond aan de Smitshoek. Het uitgemalen water werd langs de tot boezem verwijdde en met kade voorziene dijksloot geleid naar de bovenboezem waar de Bovenmolen stond die voor verdere bemaling zorgde zowel van de Zuidpolder als van de polder het Oudeland van Dubbeldam. De bovenboezem, liggende nabij de uitwarende sluis in de 's-Gravendeelsedijk aan het begin van het Mallegat ontving ook het water van de Oudelandse polder, via een eigen boezem door de bermsloot gelegen langs de Weeskinderendijk aan de oostzijde van het Papengat, langs de Brouwersdijk en vervolgens door de wachtheul in de Molenvliet naar de genoemde gemeenschappelijke Bovenmolen. Deze molen werd omstreeks 1738 gebouwd ca. 50 roeden ten westen van de Brouwersdijk.
Aan de zuidzijde van de boezemkade van de dijk van de Zuidpolder was een sluis, voorzien van een deur, die in de bovenboezem opende en het uitgemalen water in de boezem loosde zonder dat de Bovenmolen behoefde te werken. Behalve deze boezem had de Zuidpolder nog een noodboezem beoosten de bovenboezem en aan de noordzijde van de benedenboezem.
Aan de zuidzijde van de boezemkade van de dijk van de Zuidpolder was een sluis, voorzien van een deur, die in de bovenboezem opende en het uitgemalen water in de boezem loosde zonder dat de Bovenmolen behoefde te werken. Behalve deze boezem had de Zuidpolder nog een noodboezem beoosten de bovenboezem en aan de noordzijde van de benedenboezem.
Door het ontbreken van bescheiden is van de geschiedenis van de Zuidpolder vrijwel niets bekend.
Tot slot valt te vermelden dat reeds na de bedijking van de drie beschreven polders er stemmen te vernemen waren, te komen tot een gemeenschappelijk dijkage, wat echter op dit moment onvoldoende grond vond om dit proces door te zetten. *
laatste wijziging 05-02-2024
2.808 beschreven archiefstukken
9 gedigitaliseerd
totaal 66 bestanden
Inventaris
laatste wijziging 05-02-2024
2.808 beschreven archiefstukken
9 gedigitaliseerd
totaal 66 bestanden
Kenmerken
Datering:
1424 - 1969
Auteur:
G. Timmerman (2000)
Licentie:
Titel inventaris:
Polder 'De Vierpolders' en haar rechtsvoorgangers
Categorie:
laatste wijziging 05-02-2024
2.808 beschreven archiefstukken
9 gedigitaliseerd
totaal 66 bestanden