
Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.
Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:
• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen
De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.
De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.
De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.
Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

- Kenmerken
- Aanwijzingen voor de gebruiker
- Inleiding
- Inventaris
Mede als gevolg van het korte bestaan van deze polder, immers per 1 april 1974 werd deze polder als gevolg van de polderconcentratie in de Hoeksche Waard opgeheven, valt weinig te verhalen. Het archief is klein en zeer eenvoudig en geeft weinig specifieke informatie.
Redenen om deze inleiding met name over de rechtsvoorgangers te laten handelen, waarbij gebruik gemaakt wordt van het beschrevene in het werk De waterkeeringen, Waterschappen en Polders van Zuid-Holland, door Jhr. L.F. Teixeira de Mattos, 's-Gravenhage, 1925.
Besloten werd dat de dijken, wegen en watergangen in gemeenschappelijk bezit gehouden zullen worden en deze voor gezamenlijke nutte te verpachten.
Het gemeenschappelijk grondbezit werd spoedig uitgebreid door toevoeging van de buitendijks gelegen gronden, via het in erfpacht nemen van deze gronden, genaamd Raepshille en Nassauengrond. Overigens maakten deze gronden deel uit van de Hooge Heerlijkheid Klundert of Niervaart, eigendom van het Huis van Nassau.
Dit Vrouwenland moet blijkens oude stukken deel uitgemaakt hebben van de kerkelijke goederen van het Vrouwenaltaar te Strijen. Het werd op 12 december 1612 openbaar verkocht door de Staten van Holland en Westfriesland, en door dijkgraaf en heemraden van Het Land van Essche, als vertegenwoordigers van de eigenaren van de Gorzen gekocht.
Wat ook nog vermeldenswaardig is, is wel het feit dat bij de uitgifte van de Nassauengronden in erfpacht in 1602, wel de aanwassen zijn toegekend, doch niet de opwassen. Dit had tot gevolg dat de Esscheplaat, wat als een opwas werd beschouwd, niet tot de gemeenschappelijke eigendommen gerekend mochten worden. Hierover werd uiteraard veelvuldig gedelibereerd en van gedachten gewisseld, doch dit alles resulteerde in 1830 tot een proces tussen de gemeenschappelijke eigenaren en de Domeinen.
Kort na die periode ontstonden met Domeinen nieuwe discussies en wel over de Zeehondenplaat en de Sasseplaat. Deze geschillen werden echter niet opgelost.
In 1863 werd echter een gedeelte van de Sasseplaat, wat van de rest was afgesneden als gevolg van het verlengen van de buitenhaven van Strijensas, alsnog verkocht aan de Gorzen.
Zo vond in 1710 de bekading van de Oude bekade gorzen van den Lande van Essche, beter bekend als het Oude Gors, plaats; in 1776 die van het Nieuwe Gors, formeel genaamd de Nieuwe bekade gorzen van den Lande van Essche; in 1804 de Nieuwe bekade Heuvelpolder, in het dagelijks leven Heuvelpolder geheten, en in 1845 de Johannapolder.
meer informatie over MAIS-(M)DWS