773 Polder 'De Oost- en West-Zomerlanden', alsmede van de buitengronden gelegen voor de polder
773
Polder 'De Oost- en West-Zomerlanden', alsmede van de buitengronden gelegen voor de polder
Aanwijzingen voor de gebruiker
laatste wijziging 05-02-2024
1.001 beschreven archiefstukken
24 gedigitaliseerd
totaal 125 bestanden
Inleiding
1. Geschiedenis
1.4. D. bestuursinrichting
773 Polder 'De Oost- en West-Zomerlanden', alsmede van de buitengronden gelegen voor de polder
Inleiding
1. Geschiedenis
1.4.
D. bestuursinrichting
laatste wijziging 23-03-2020
De samenstelling van het bestuur heeft in de loop der tijden nogal wat veranderingen ondergaan.
Het oudste bestuur wat bekend is dateert van 1580 en is gezien de datum van bedijking ook vermoedelijk het eerste bestuur.
De samenstelling was toen als volgt:
a. Jhr. Aerent Cornelisz. van der Mijle, dijkgraaf, tevens burgemeester van Dordrecht;
b. Jhr. Cornelis van der Mijle, heemraad;
c. Jhr. Johan van der Mijle, heemraad;
d. Mr. Johan van Muilwijck, heemraad;
e. Bartholomeus Symonsz., heemraad;
f. Adriaen de Gorter, heemraad;
g. Hendrick van Nispen Adriaenszn., penningmeester.
a. Jhr. Aerent Cornelisz. van der Mijle, dijkgraaf, tevens burgemeester van Dordrecht;
b. Jhr. Cornelis van der Mijle, heemraad;
c. Jhr. Johan van der Mijle, heemraad;
d. Mr. Johan van Muilwijck, heemraad;
e. Bartholomeus Symonsz., heemraad;
f. Adriaen de Gorter, heemraad;
g. Hendrick van Nispen Adriaenszn., penningmeester.
Het blijkt uit deze samenstelling niet wie nu wie of wat vertegenwoordigde. Uit de samenstelling van het bestuur uit 1680 blijkt dit echter wel.
a. Pompeus Berck, vrijheer van Goidschalxoord, dijkgraaf;
b. Nicolaes van der Dussen, heer van Oost-Barendrecht, voor de gronden in Mijnsheerenland, heemraad;
c. Mr. Symon van Halewijn, heemraad;
d. Johan van der Steen Johanneszn., heemraad voor Puttershoek;
e. Cornelis de Rovere, heer van West-Barendrecht, heemraad;
f. Mr. Nicolaes Vivier, heemraad;
g. Jacob Ymanszn. Lem, heemraad;
h. Stephanus Hoppel, heemraad;
i. Johannes Hoppel, heemraad;
j. Johan de Witt, penningmeester.
a. Pompeus Berck, vrijheer van Goidschalxoord, dijkgraaf;
b. Nicolaes van der Dussen, heer van Oost-Barendrecht, voor de gronden in Mijnsheerenland, heemraad;
c. Mr. Symon van Halewijn, heemraad;
d. Johan van der Steen Johanneszn., heemraad voor Puttershoek;
e. Cornelis de Rovere, heer van West-Barendrecht, heemraad;
f. Mr. Nicolaes Vivier, heemraad;
g. Jacob Ymanszn. Lem, heemraad;
h. Stephanus Hoppel, heemraad;
i. Johannes Hoppel, heemraad;
j. Johan de Witt, penningmeester.
Uit deze samenstelling blijkt dat zowel de eigenaren van de gronden in Mijnsheerenland als die van Puttershoek een eigen vertegenwoordiger in het bestuur hadden.
Vanaf 1690 had eveneens de dijkgraaf van de polder Moerkerken zitting in het bestuur van de polder.
De voorzitter werd benoemd door de heer van Heinenoord.
Gedurende 25 jaar was de heer van Heinenoord, Mr. H. Baron Collot d'Escury echter zelf dijkgraaf en wel van 1820 tot 1845.
De bestuursleden werden tot de reglementswijziging van 1957 genoemd als het college van dijkgraaf en heemraden. Vanaf die datum veranderde die naam in voorzitter en bestuursleden. De wijziging hield verband met het feit dat in 1954 de zorg voor de waterkeringen, als gevolg van de uitvoering van de Deltawet, is overgedragen aan het waterschap De Dijkring Hoekse Waard.
Naast de zorg voor- en het beheer over de binnenpolder, kreeg het bestuur nog een andere taak toebedeeld.
De ingelanden van de binnenpolder, dus de Oost- en West-Zomerlanden, waren gezamenlijk onverdeeld eigenaar van de buitengronden, welke waren gelegen voor de polder. De leden van het bestuur werden aangezocht en aangewezen de belangen van de eigenaren -de ingelanden van de binnenpolder dus- van de buitengronden te behartigen.
Het is niet wettelijk vastgelegd dat dit college perse het bestuur van de binnenpolder diende te zijn, doch in de praktijk is het nimmer anders geweest.
De benaming van dit college luidde: Vertegenwoordiger en gecommitteerden voor de Buitengronden.
De bezoldiging voor het beheer van de buitengronden werd evenmin geregeld in het algemeen polderreglement, daar het een arbeidsverhouding betrof van privaatrechtelijke aard. Hierover zijn in het verleden nogal verschillen van inzichten ontstaan doch het uiteindelijk resultaat was steeds zoals hier voren geschetst. De buitengronden werden in 1863 gereglementeerd als een
administratieve polder, waarin een vertegenwoordiger werd voorgeschreven zoals reeds gesteld.
laatste wijziging 05-02-2024
1.001 beschreven archiefstukken
24 gedigitaliseerd
totaal 125 bestanden
Inventaris
laatste wijziging 05-02-2024
1.001 beschreven archiefstukken
24 gedigitaliseerd
totaal 125 bestanden
Kenmerken
Datering:
1369 - 1974
Auteur:
G. Timmerman (1982)
Licentie:
Titel inventaris:
Polder 'De Oost- en West-Zomerlanden', alsmede van de buitengronden gelegen voor de polder
Categorie:
laatste wijziging 05-02-2024
1.001 beschreven archiefstukken
24 gedigitaliseerd
totaal 125 bestanden