*  In 1882 werd door de vergaderingen van stemgerechtigde ingelanden van de polders aan de Develzijde en door de Verenigde Vergadering van de Zwijndrechtsche Waard besloten om een bovenstoomgemaal te stichten ter vervanging van de windmolen aan de Develzijde om tot een gemeenschappelijke bemaling van voornoemde polders te komen. In 1883 was het gemaal gereed. In 1915-1916 werd het Develboezemgemaal verbeterd. De afwateringssluis van het gemaal werd buiten werking gesteld en gedicht. IJzeren buizen door de dijk vormden de vervanging.
Op 11 januari 1923 besloten het dijkcollege en de polderschouten van de polders aan de Develzijde opdracht te geven aan W.C. en K. de Wit te Amsterdam tot het maken van bestekken voor de levering en plaatsing van een electrische installatie in het Boezemgemaal aan de Develsluis ter vervanging van de stoombemaling. De voornoemde firma raamde het werk op fl. 31.200,--. Er werd vervolgens een openbare aanbesteding gehouden. Aan Werkspoor te Amsterdam werd de levering van de pomp en aan de firma Groeneveld en van de Polle en Co te Amsterdam de levering van de machine gegund.

In 1924 verzochten de polders aan de Develzijde aan het college van dijkgraaf en hoogheemraden of het college bereid was de waterlozing van die polders te doen wijzigen ten laste van de administratie "Boezembemaling Develzijde", na daartoe de vereiste machtiging te hebben verkregen. Daarop beschikte het dijkbestuur, dat het in principe bereid was die wijziging ter hand te nemen.
De besturen van de polders aan de Develzijde stuurden een afschrift aan het dijkcollege van het besluit van de vergadering van stemgerechtigde ingelanden van deze polders, waarbij de besturen werden gemachtigd tot het aangaan van de nodige overeenkomsten met het dijkcollege inzake de wijziging van de waterlozing. In 1925 werd het plan van ingenieur Muller, inzake de wijziging van de waterlozing, door de Verenigde Vergadering aangenomen en door Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland goedgekeurd.
In 1926 werden de eigenaren van de landen gelegen langs de hoofdwatering lopende door de polder Kijfhoek schadeloos gesteld voor het gemis van hun land. In hetzelfde jaar werd een afwateringskanaal of vliet voor de polder Zwijndrecht door de drooggelegde Devel gegraven vanaf de Kerksteeg (Kijfhoek) tot de Snelle nabij de voormalige Zwijndrechtse molen en er werd een vliet gegraven langs de zijde van Heer-Oudelands-Ambacht en Kijfhoek en in de Lindt en een dam met bemalingsinstallatie nabij de vroegere Kijfhoekse molen gelegd ter bemaling van het nieuwe boezemland.