1036 Gemeente Hendrik-Ido-Ambacht, 1855 - 1985
1036
Gemeente Hendrik-Ido-Ambacht, 1855 - 1985
Aanwijzingen voor de gebruiker
laatste wijziging 05-02-2024
5.188 beschreven archiefstukken
20 gedigitaliseerd
totaal 3.425 bestanden
Inleiding
1. Heerlijkheid
1036 Gemeente Hendrik-Ido-Ambacht, 1855 - 1985
Inleiding
1.
Heerlijkheid
laatste wijziging 27-02-2015
Vanaf ongeveer 200 na Chr. zijn sporen van bewoning gevonden in het gebied dat nu Hendrik-Ido-Ambacht heet. Het land lag toen nog hoog genoeg boven de zeespiegel. De bodem zakte echter steeds verder en de zee steeg geleidelijk. Zo brak de strijd van de bewoners tegen het water aan. Dat begon met primitieve omkadingen en vluchtheuvels. Maar rond 1300 werden bij een stormvloed de oudste kades van wat toen de Swindrechtweere heette overspoeld: er moesten dijken komen.
Landsheer Willem III kwam met een opmerkelijk plan. Iedereen die een deel van de bedijkingskosten voor zijn rekening wilde nemen, beloofde hij een stuk grond met het overheidsgezag daarover, de 'ambachtsheerlijke rechten'. Op zaterdag 2 februari 1332 gaf Willem in een herberg in Dordrecht het land uit in zestien delen. Twaalf welgestelden wist hij te interesseren, zij werden de 'ambachtsheren'. De stukken grond noemden ze 'heerlijkheden'. Elk van hen had zijn rechten: hij mocht recht spreken, ontving een percentage van de verkoop van onroerend goed, mocht pastoor (na 1572 predikant) en koster aanstellen en benoemde de schout en overige leden van het dorpsbestuur in zijn 'heerlijkheid'. De grond in de Waard was niet overal even geschikt voor landbouw. Daarom kreeg iedere ambachtsheer naast een deel van de 'hoofdlanden' (de betere gronden), ook een deel van de 'volgerlanden' (de minder goede gronden).
De 'heerlijkheden', en later ook de dorpen daarin, kregen vaak de naam van de ambachtsheer. Hendrik IJden (Wittenzoon) erfde het stuk grond van zijn vader Witte Hendrik IJdenzoon. De bedijker van het stuk dat daarnaast lag was zijn oom, een zekere Schildman. Bij zijn overlijden gingen de rechten naar zijn kinderen. Deze ambachtsheerlijkheden werden samengevoegd tot Hendrik-IJden-Schildmanskinderen-Ambacht. In 1373 werd ook buurtschap Oostendam hieraan toegevoegd. Toen was het: Hendrik-Ido-Oostendam-en Schildmanskinderen-Ambacht, tot 1855 toe.
Ten westen van deze ambachtsheerlijkheid lag de grond die in 1332 aan Willem van Duyvenvoorde was toebedeeld. Deze droeg nog de oorspronkelijke veldnaam 'De Zandelingh' en werd later 'Sandelingen-Ambacht', 'Adriaan-Pieters-Ambacht' of 'Achter-Ambacht' genoemd. In 1855 werd de heerlijkheid Sandelingen-Ambacht samengevoegd met Hendrik-Ido-Schildmanskinderen-Ambacht tot één gemeente: Hendrik-Ido-Ambacht. Hoe mooi de verhalen ook zijn, de gemeente heeft een lange naam als 'Hendrik-Ido-Oostendam-Schildmanskinderen en Sandelingen-Ambacht' nooit gedragen.
Akkerbouw en veeteelt waren eeuwenlang vrijwel de enige middelen van bestaan. Het grondbezit was in handen van welgestelden in Dordrecht en elders. De inwoners, in 1514 waren dat er ongeveer 240, waren boeren en arbeiders. Pas aan het begin van de opstand tegen Spanje kwamen er langs de dijk de eerste industriële activiteiten: zoutketen, twee steenbakkerijen en een trasmolen. Maar ook tuinbouw en vooral de vlasteelt begonnen een rol te spelen. Het inwonertal was omstreeks 1750 gestegen tot rond 800, een eeuw later waren het er 1000 meer. Van werkelijke welvaart, laat staan welstand, was er toen nog nauwelijks sprake. Pas rond 1900 veranderde dat.
Ook de rivier met zijn tweemaal daagse eb en vloed (die in de twintigste eeuw door het Deltaplan zouden verdwijnen) was belangrijk voor werkgelegenheid in het dorp. Zo werd langs de Noord aan zoutwinning gedaan en waren er steenbakkerijen. Ook de vlasbewerking was jarenlang een belangrijke bron van werkgelegenheid. Het benodigde vlas, voor zover niet zelf geteeld, werd per schip vanuit Zeeland aangevoerd en in de Oostendamse haven aan land gebracht. De getijden en de scheepvaart naar Duitsland vormden de basis voor het ontstaan van de scheepssloperij. Zo kreeg Hendrik-Ido-Ambacht wereldwijd bekendheid als het 'scheepssloopdorp', waar veel beroemde schepen hun einde vonden. Ook de opkomst van industrieën in de omgeving maakte, dat vast werk met beter loon het oude beeld van de seizoensarbeid definitief ging verdringen. Nog slechts enkele monumentale boerderijen en panden, de 14de-eeuwse kerk en enkele blokken arbeiderswoningen herinneren aan die voorbije tijden.
laatste wijziging 05-02-2024
5.188 beschreven archiefstukken
20 gedigitaliseerd
totaal 3.425 bestanden
Inventaris
laatste wijziging 05-02-2024
5.188 beschreven archiefstukken
20 gedigitaliseerd
totaal 3.425 bestanden
Kenmerken
Datering:
1855 - 1985
Auteur:
Bureau Voorzee (2008)
Licentie:
Titel inventaris:
Gemeente Hendrik-Ido-Ambacht, 1855 - 1985
Categorie:
Archiefvormer(s):
laatste wijziging 05-02-2024
5.188 beschreven archiefstukken
20 gedigitaliseerd
totaal 3.425 bestanden