Deze website maakt gebruik van cookies en daarmee vergelijkbare technieken om een optimale gebruikerservaring te bieden. Je kunt je voorkeuren aanpassen.

Deze cookies zorgen ervoor dat de website naar behoren werkt. Deze cookies kunnen niet uitgezet worden.
Deze cookies zorgen ervoor dat we het gebruik van de website kunnen meten en verbeteringen door kunnen voeren.
Deze cookies kunnen geplaatst worden door derde partijen, zoals YouTube of Vimeo.
Deze cookie stellen onze advertentiepartners in staat om doelgerichter informatie te kunnen aanbieden.

Door categorieën uit te zetten, kan het voorkomen dat gerelateerde functionaliteiten binnen de website niet langer correct werken. Het is altijd mogelijk om op een later moment de voorkeuren aan te passen.

Uw zoekacties: Buro Halt
521 Buro Halt
Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Aanwijzingen voor de gebruiker
Openbaarheidsbeperkingen
Beperkingen aan het gebruik
Andere toegangen
Aanvraaginstructie
Citeerinstructie
Inleiding
In 1980 stelde het college van burgemeester en wethouders van Dordrecht de Werkgroep Bestrijding Vandalisme in. De werkgroep bestond uit vertegenwoordigers van de volgende gemeentelijke organen: de Gemeentepolitie, de Gemeentelijke Sociale Dienst, de Dienst Openbare Werken en Stadsontwikkeling, de Raad voor het Jeugdbeleid en de secretarie-afdelingen Voorlichting, Onderwijs en Algemene Zaken.

De werkgroep kreeg twee opdrachten mee:
a. te functioneren als centraal meldpunt voor vernielingen door jeugdigen, zodat de omvang van dit probleem zichtbaar wordt;
b. na te gaan of en zo ja welke maatregelen getroffen kunnen worden die tot verbetering in de situatie kunnen leiden.
In 1981 bracht de werkgroep aan het college haar eindrapport uit. Een van de aanbevelingen in dit rapport was een permanente werkgroep in het leven te roepen met als taak het college en de burgemeester te adviseren over te nemen maatregelen. Uiteindelijk resulteerde dit in 1984 tot het instellen van een werkgroep, aanvankelijk voor een projectperiode van drie jaar. De taak en werkwijze van de werkgroep was vergelijkbaar met die van Buro Halt (Het ALTernatief) in Rotterdam en Groningen. De Dordtse werkgroep kreeg ook dezelfde naam. De doelstellingen van Buro Halt, dat op 1 maart 1985 van start ging, waren:
a. proberen het aantal vernielingen door jeugdigen terug te dringen;
b. een bijdrage te leveren aan het wegnemen van oorzaken die leiden tot vandalisme onder jongeren in de leeftijdsgroep 12-18 jaar;
c. contacten te leggen met minderjarigen om van daar uit bijstand te verlenen bij vervolgingsprocedures en eventueel hulp bij achterliggende problematiek.
Buro Halt functioneerde organisatorisch als een onafhankelijk bureau met een coördinator en medewerkers die in dienst van de gemeente waren. Dat kwam ook tot uitdrukking in een apart onderkomen voor het bureau in de stad. De inhoudelijke begeleiding van Buro Halt en de verantwoordelijkheid voor de werkzaamheden van de medewerkers werd in handen gelegd van een begeleidingscommissie. De begeleidingscommissie bestond uit vertegenwoordigers van politie, justitie, reclassering, rechtshulp, de Raad voor de Kinderbescherming en betrokken gemeentelijke diensten. De coördinerend wethouder, toentertijd de wethouder van Onderwijs en Samenlevingsopbouw, werd voorzitter van de begeleidingscommissie.
Het Buro Halt bood aan vandalisten in de leeftijd van 12 tot en met 17 jaar de mogelijkheid om aan traditionele strafvervolging te ontkomen door het verrichten van alternatieve bezigheden en door het (gedeeltelijk) vergoeden van de aangebrachte schade. Daarnaast hield het bureau zich bezig met het bestrijden van vandalisme. Deze aanpak sprak ook een aantal regiogemeenten aan, reden om zich bij het project van Buro Halt aan te sluiten.

In 1985 werd besloten de gang van zaken structureler aan te pakken en Buro Halt samen met justitie en gemeentebesturen uit te bouwen tot een bureau op arrondissementsniveau, waarin regiogemeenten konden participeren. Uiteindelijk sloten 17 regiogemeenten zich aan. Op 1 november 1986 ging Buro Halt qua huisvesting en personeel regionaal opereren. De begeleidingscommissie werd om die reden toen uitgebreid met een of twee personen vanuit de verschillende regio's.
In de jaren daarna is Buro Halt opgegaan in Bureau Halt Zuid-Holland Zuid. Dit bureau werkt voor 19 gemeenten in de regio Zuid-Holland Zuid met Dordrecht als kerngemeente. Het bestuur wordt gevormd door een stuurgroep, onder voorzitterschap van de burgemeester van Dordrecht, die bestaat uit vertegenwoordigers van: gemeenten, Politie Zuid-Holland Zuid, Openbaar Ministerie, advocatuur, de Raad voor de Kinderbescherming en de Reclassering Nederland. Bureau Halt Zuid-Holland Zuid is op zijn beurt vertegenwoordigd in het Veiligheidshuis Zuid-Holland Zuid, dat gericht is op een integrale, probleemgerichte aanpak om de sociale veiligheid te bevorderen.
Binnen zijn missie van het voorkomen en verminderen van veel voorkomende jeugdcriminaliteit heeft Bureau Halt Zuid-Holland Zuid de volgende kerntaken:
1. Repressie: Het gepast en direct reageren op strafbaar gedrag, dat wil zeggen: kinderen tot 12 jaar krijgen een zogenaamde Stop-reactie; jongeren vanaf 12 jaar een Halt-afdoening, dat als sanctie-instrument in de wet is vastgelegd.
2. Preventie: Het ontwikkelen en uitvoeren van preventieve activiteiten, zoals het geven van voorlichting, het adviseren van organisaties over het voorkomen van criminaliteit en het signaleren van (opvoed)knelpunten bij jongeren.

Het bureauhoofd en de consulenten van Bureau Halt Zuid-Holland Zuid zijn in dienst van de gemeente Dordrecht. Op 1 januari 2013 is Halt een landelijke organisatie geworden met vestigingen in het hele land. In Dordrecht is het team Zuid-Holland Zuid gevestigd.

Kenmerken

Datering:
1981 - 1990
Auteur:
T.J. de Bruijn (2020)
Omvang:
0,13 meter
Titel inventaris:
Buro Halt