Uw zoekacties: Gemeente 's-Gravendeel, 1664 - 1936

900 Gemeente 's-Gravendeel, 1664 - 1936

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Aanwijzingen voor de gebruiker
Openbaarheidsbeperkingen
Beperkingen aan het gebruik
Andere toegangen
Aanvraaginstructie
Citeerinstructie
Inleiding
1. Geschiedenis
2. Verantwoording van de bewerking van het archief
Inventaris
7. Bijlagen
7.1. De heerlijke rechten
900 Gemeente 's-Gravendeel, 1664 - 1936
Inventaris
7. Bijlagen
7.1.
De heerlijke rechten
De graafschap Holland bezat grond in de polder Bonaventura, die in 1593 werd drooggelegd en verkaveld. Inmiddels waren de Staten van Holland, de rechtsopvolger van de graaf, Koning Philips II, eigenaar geworden van dat land. Voornamelijk op deze grond besloten zij het dorp ’s-Gravendeel aan te leggen. De staten maakte, bij het stichten van het dorp in 1594, van de omgeving een ambachtsheerlijkheid In 1731 werden de heerlijke rechten openbaar verkocht door de Staten van Holland. De koper was de stad Dordrecht. Volgens de verplichtingen zal sinds die tijd door die stad een sterfheer aangesteld zijn Er was dus steeds een natuurlijk persoon namens de stad “Heer van ’s-Gravendeel en Leerambacht”.

In 1864 veilde Dordrecht de rechten. Koper was toen Willem Jan Verbrugge, grondeigenaar te Rotterdam.

’s-Gravendeel en omgeving, waaronder het Leerambacht, werd op 23 mei 1594 door de Staten tot een ambachtsheerlijkheid verheven, dat betekende dat de schout en schepen geen doodstraffen konden opleggen, wat wel kon in een hoge of hals heerlijkheid. Zware criminele vergrijpen werden aangebracht bij de baljuw van Strijen, die ook in hoger beroep rechtsprak over vonnissen van schout en schepenen.

In het archief bevinden zich enkele afschriften van akten die bijzonderheden over de belening en rechten van de ambachtsheer vermelden. Het bestuur van het dorp was uiteraard geïnteresseerd en schafte daarom afschriften aan. Het afschrift uit 1731 vermeldt enkele rechten van schout en schepenen. Zij kregen zelf het uitdrukkelijke recht om de heerlijkheid te kopen, maar maakte daar geen gebruik van. Het extract uit 1864 spits zich toe op de eigendom van de bomen en is hierom gevoegd bij de kwestie over de bomen bij het kerkhof. Een nader onderzoek in de notulen van de Raad kan vermoedelijk meer duidelijkheid verschaffen of er ter zake een geschil was tussen de gemeente en de ambachtsheer.
In het kader van deze bewerking is geen nader onderzoek gedaan naar de verdere gang van zaken betreffende de heerlijke rechten.

Hierbij de teksten van de akten;
N.B. Enkele woorden zijn door de staat van het stuk onleesbaar.

Inv. nr. 31

Op de omslag:

Simple copie. Conditiën en voorwaarden waar na door heren Ed. Groot Mog. Diversche heerlijkheeden zijn verkogt op den 5 Augustus 1731 en simple extract uijt de lijsten derzelve, betrekklijk s’Gravendeel en Leerambagt, met de simple copie van een naberigt.

Conditiën ende voorwaarden daarop de Heeren Staaten van Holland en Westvriesland volgens en in conformiteyt van diversse voorgaande Resolutien van Haar Ed(el) Groot Mog(enden) door de Heeren gecommitteerden zullen verkoopen op den 7 Augustus 1731 de Ambagtsheerlijkheeden op de lijst of notitie daarvan gemaakt, gespecificeert.

1

De te verkoopene Ambagtheerlijkheeden zullen allen te leen gehouden werden als onversterflijke Erfleenen van Haar Ed(el) Groot MMog(enden) gelijk alle andere Leenen van die natuur, daar van haar behoorlijke verlijbrieven voor den Stadhouder en Leenmannen zullen werden gedepescheert. Zonder dat voor de eerste rijse eenige Heergewader, kamerlings deurwaarder en andere hofgeregten zullen behoeven betaald te werden.

2

Volgens haar Ed(del) Groot Mog(enden’s) resolutie van den 24 Maart 1724 en 12 Julij 1725 zullen de koopers van de Ambagtsheerlijkheden hebben ’t regt aan de Ambagtsheerlijkheeden respectievelijk behoorende, daaronder begreepen het regt van Parate Executie en generalijk alle de regten en Preeminentie soodanig als de raden en Reken Meesters van Haar Ed(el) groot Mog(enden) Domeinen alhier selve voor de Verkooping hebben gehad en geexcerceert, uijtgesonderd de saaken bij deze Conditie gereserveert.

3

Onder de geexcipieerde saaken word particulier gehouden het regt van Exue op alle plaatsen waar het selve wegens de Rekenkamer is gevorderd geweest.
4

Specialijk sullen en de koopers genoote worden alle recognitiën die bevoorens de Rekenkamer of betaald zijn geweest volgens de lijste of opgeevinge hierna bij ijder dorp of ambagt geexpresseert.

5

Sullen alle Ampten die bevoorens door de Rekenkamer als ambachtsheeren zijn begeeven geweest voortaan bij vacatie begeeven worden door de koopers. Dog requarde van de Ampten die begeeven mogten zin door de Balliuw en deze tijd wegens dezelve Rekenkamer niet dan na doode of verlaaten van deselve possideerende Balliuw.

6

So veel aangaat het regt van de Veere sal aan de koopers volgen het geene dat van hier na op de particuliere constitutie van ijder dorp is gesegt worden voor de rest generalijk verklaart dat het selve regt onder het gevolg van de Ambagtsheerlijkheeden niet word begreepen maar blijft aan de Domeinen van Haar Ed(el) groot Mog(enden) . Des dst aan de Ambagtsheeren en aan de Geregten respective geneegen zijnde dat Regt te verkrijge sal vrijstaan zig desweegens te adresseeren aan Haar Ed(del) groot Mog(enden). Sullende na voorgaande examinatie van saaken en árresteeren of confirmeeren van een ordonnantie mitsgaders reglement op het veerschat, daarop na bevinding van saaken worden gedisponeert.

7

De koopers sullen moeten bezorgen dat de schouten, secretarissen, burgemeesteren, schepenen, ambachtsbewaarders, kerkmeesteren, armmeesters en regenten van godshuijzen allen zullen zijn van de Gereformeerde religie of ten minsten dezelfe toegedaan. Soo verre binnen het district van de Ambagtsheerlijkheijd sodanige persoonen behoorlijk gequalificeerd worden gevonden.
8

Ten aansien van de beroepingen approbatien of improbatien van de predikanten zullen de koopers en derselver successeuren geen verder regt hebben als de Rekenkamer of de Balliuwen in der zelver naam zuullen hebben geexcerceert het regt van collatie altoos uijtgeslooten blijvende en mits mede nog wanneer de voorsch(reve)n Heerlijheeden respectieve bij eerste koop of ook naderhand sullen komen in handen van Ambagtsheeren niet zijnde van de protestantsche religie het voors(chreven) regt zoo lange sal werden gesuspendeert en geexerceert werden door het Collegie van de Heeren gecommitteerden Raden van het quartier waaronder de Ambagtsheerlijkheeden gelegen zijn.

9

De respective Ambagtsheerlijkheeden zullen werden verkocht sonder eenige bepaalinge van recognitiën voor de ampten bij de Ambagtsheerlijkheeden te vergeeven en sonder eenig nader reglement van salaris met dien verstande dat de officianten sig niet te min sullen moeten gedragen (na regt daarvan zijnde behoudens aan de Ambagtsheeren en officianten gelijk meede van de ingelanden en opgezeetenen, de faculteijt om daar omtrent verandering te mogen verzoeken en sig ten dieneinde te adresseeren aan de Heeren gecommitteerden Raden om door de zelve te worden afgedaan de plano en buijten figuur van proces.

10

En sullen de officianten bij de Rekenkamer van Haar Ed(el) groot Mog(enden) Domeinen aangesteld in haar functie moeten werden gecontinueerd voor haar leven sonder te konnen werden afgeset dan bij vonnisse van den Regter daarinne competent.

11

De betaling zal moeten geschieden in grof gangbaar geld ten comptoire van de Domeinen daar de verkogte heerlijkheeden onder geleegen zijn.

12

En sal de betaling mogen geschieden in gecasseerde of gequiteerde obligatien of rentebrieven staande tot lasten van haar Ed(el) groot Mog(enden) Domeinen sonder onderscheid van comptoiren, dog insgelijks gecasseerd en gequitariseerd over te geegven ten comptoire waaronder de verkogte heerlijkheeden sullen sijn geleegen.
13

De betaling sal moeten geschieden in drie termijnen te weeten een derde bij den opdragt ofwel op den 7en October 1731 het tweede derde part drij maanden daarna te weeten en het laatste derde part weder drie maanden daarna te weeten voor de tweede en derde termijnen met den intrest van dien tegen vier ten honderd in het jaar tot de volle en effecteele voldoeninge toe wel verstaande dat de koopers haar kooppenninge in geld of in gequiteerde obligatien sullen mogen voldoen te gelijk in eene somme.

14

Bij gebreeke van betalinge sullen de koopers haare erven en nakomelingen mitsgaders haare borgen in persoon en goederen reelijk en meterdaad daar ren geëxecuteerd mogen worden en zullen die verkogte heerlijkheden met de ap- en dependentiën van dien specialijk voor de betalinge der kooppenningen verbonden blijven ten tijd en wijlen toe dezelve effectivelijk betaald szullen weesen in alle maniere oft daar oft kustingsbrieven voor den Stadhouder oft Leenmannen waren gepasseert de welk bij gebreeken van betaling telken verschijndag (niet tegenstaande eenige ordonnantiën placaten of beschreven wetten ter contrarie) daar voor sullen mogen worden geexecuteert.

15

De voors(chreven) heerlijkheeden sullen werden gelevert vrij van alle ordinaris en extraordinaris lasten van ’t gemeene Land en generalijk van alle lasten gene uijtgesonderd de welke voor ’t loopende jaar zijn of zullen werden omgeslagen sullende al dezelve met den aanvang van ’t jaar 1732 koomen tot lasten van de koopers daar onder gerekent de verponding of reeele lasten die betaalt moeten worden van sodanige recognitiën als ten profijte van de koopers overgegeeven of gecedeert zullen worden.

16

En sullen de pagten die de officianten van de voors(chreven) ambagtsheerlijkheden gewoon zijn te betaalen als mede de recognitiën en andere baaten in ’t loopende jaar verschijnende genooten werden bij of van wegen Haar Ed(el) groot Mog(enden).
17

De koopers sullen tot haaren laste moeten neemen den veertigste Penning met de thiende verhoogong van dien in het geheel.

18

De koopers sullen gehouden zijn boven den koop schat te betaalen tot randsoen 1 st(uijver) van de gulden en twaalf stuijvers voor het ophangen van elken partij des de gecombineerde partijen op de verkooping voor een partije te reekenen.

19

De Heeren gecommitteerdens tot de verkooping sullen op den vierden dag nadat het trekgeld zal zijn overgegeeven de partijen ophangen en afslaan ten ware haar Ed(el) Mog(enden) kwamen te resolveeren nadat eenige Ambagten waaren gepriseert en daarvan het trekgeld getrokken dezelve te combineeren om alzo te veijlen behoudende haar Ed(el) Mog(enden) aan zig de faculteijt om na dat de gecombineerde opveijling zal zijn gedaan die heerlijkheeden oft separaat of gecombineerd af te slaan en sullen de geene die trekgeld hebben genoten niet ontslagen zijn voor dat de gunning van dien ’t zij apart het zij gecombineert door de Heeren verkoopers zal zijn gedaan.

20

Twee of meer tegelijk mijnende zullen de Heeren verkoopers vermogen de partij weder op te hangen of aan een van dezelve te laaten.

21

De koopers zullen tot verzeekering van haar beloofde koppenningen stellen tot suffisante borgen die neffens haar staan zullen elk een voor al als principaal onder renuntitie van de beneficien ordinio divisionis excussionis van den effecte van dien wel onderrigt zijnde onder verband van haar persoon en goederen soo roerende als onroerende om daar voor met parate executie geexecuttert te mogen worden.
22

Soo iemand eenig bod bied of geld trekt of eenige heerlijkheeden quam te mijnen en deze voorwaarde niet dadelijk voldeed sal men sulk een ambagtheerlijkheijd of heerlijkheeden, thienden of andere goederen sonder bekroon van ymand wederom ophangen geld die minder het zelve zal men aan zijn persoon en goederen verhalen met parate executie en geld het meerder dan sal den eerste kooper geen bate hebben maar het profijt zal koomen aan de Domeijnen van Haar Ed(el) groot Mog(enden).

23

In gevalle in deze voorwaarde eenige duijsterheijd wierd gevonden, sal de interpretatie aan de Heeren verkoopers staan en behouden dezelve den 1e, 2e en 3e roep aan haar.

24

Indien de koopers omme het gemeene land op de gestelde termijnen te beter te kunnen voldoen goedvinden eenige penningen te negotieeren op de heerlijkheden bij haar gekogt sullen dezelve genieten vrijdom van den 40e penning tot het beloop van de verschuldigde kooppenningen dog verder niet.

25

En om de regenten van de Ambagten die genegen mogten zijn hunne Ambagte selfs in te koopen daarin te gemoed te koomen, zullen dezelve de penningen daar toe nodig hebbende mogen negotieeren met vrijdom van den 100e en 200e penning.

26

Voort zullen zo dikmaals als eenige heerlijkheeden bij steeden of andere corporatien of gemeenschappen sullen werden gekogt of ook naderhand werden geacquireert dezelve steeden of gemeenschappen moeten stellen een sterfman op gelijke voet en onder dezelfde poenaliteijt van verval of betaalinge van de dubbelde regten als ten van leengoed is geordonneert en is dat regt bij overlijden van den sterfman gereguleert op een veertigste penning de thiende verhoging te neemen naar de prijs waarvoor dezelve bij de steeden of andere corporatien of gemeenschappen sullen zijn geacquireert boven en behalven het geenen voor ’t verheffen van ’t leen telkens moet werden betaald.
27

De Heeren Staaten voorn(oem)t zullen de te verkoopene ambagtsheerlijkheden guarandeeren en indemneeren van alle evictien en vindicatien die op dezelve en tegen de koopers ter saake van dien soude kunnen of mogen gepraetendeerd werden.

28

Wel verstaande dat soo dikmaals eenige erfpagten bij de ambagtheerlijkheden sullen werden verkogt aan particulieren die met dezelve erfpachten beswaart mogten zijn. Vrij zal staan dezelve erfpagten ’t allen tijden te mogen aflossen op den voet begreepen in haar Ed(el) groot Mog(enden) placcat van 16 Junij 1708.

29

Van de te verkoopene perceelen zal aan de koopers van dezelve een copie authenticq van deeze voorwaarde met bijvoeging van ijders gekogte partij onder signature van den secretarie van Haar Ed(el) groot Mog(enden) werden gelevert waarvoor den koper boven ’t segel sal moeten betaalen, ses guldens en (aan den rentmeester daar de betaling geschied vier guldens sonder meer en des eenige parthijen gecombineerd werdende op de verkooinge van dezelve voor een partij te rekenen en sal verders de verheffing van het leen voor de eerste maal geschieden als art. 1 staat vermeld.

(In dorso stond)
Conditie en voorwaarden daaop de Heeren Staaten van Holland en Westvriesland volgens en in conformiteijt van diverse resolutien van Haar Ed(el) groot Mog(enden) door Heeren gecommitteerden sullen verkoopen op den 7en Augustus 1731 de Ambagtheerlijkheeden op de lijst of notitie daar van gemaakt gespecificeert.
Extract
(Lijsten)

Constitutie van de Ambagtsheerlijkheeden onder Putten welke verkogt zullen werden volgen Haar Ed(el) groot Mog(enden) Resolutie van den 21 Februarij en 18 Junij 1731.
Constitutue der Steede Geervliet ca
Constitutie van het dorp Hoogvliet ca.

(In dorso stond)

Lijste van de Ambagtsheerlijkheden onder Putten

Namentlijk
Geervliet
Spijkenis & brabant
Zuijdland en Velgersdijk
Koorndijk
Hekkeling en vriesland
Simonshaven
Biert
Charlois
Portugaal
Pernissen
Hoogvliet

Constitutie van de ambagtsheerlijkheden onder Strijen welke sullen verkogt werden ingevolge Haar Ed(el) groot Mog(enden) resolutien van den 21 Februarij en 1 Junij 1731

Constitutie van de ambagtsheerlijkhijd van Strijen ca

Trekgeld f 20

f 20000 Josua Spies
8000 daarboven
____________________
f 28000 de stad Dord
Constitutie van de Ambagtsheerlijheijd van S’Gravendeel en Leerambacht

Het schoutenampt staat in de verponding op f 10.8.-
En betaalt s’jaarlijx een recognitie van f 10.=.-
Den secretaris een recognitie van f 15.=,-
Den vendumeester f 10.
Den bode f 1.

Den Heer sal hebben de aan stelling van schout, secretaris, vendumeester, bode en admisie tot Notaris

De nominatie van eeen dubbelgetal van schepenen word gemaakt bij schout en geregten en daaruijt sal den heer hebben de electie.
In het beroepen bij vacature van een predikant adsissteert sig de kerkenraad aan den schout en die van den geregte en verzoeken aan deze de handopening, hetzelve aan haar verleent zijnde werd den kerkenraad tot het maken van een nominatie dewelke gemaakt zijnde werd dezelve door haar van schout en schepenen gepresenteerd met verzoek van daaruijt te mogen doen een beroep waartoe consent van ’t geregte verkreegen hebben gaan voorts tot het beroep het welk als dan wederom aan schout en schepenen om derzelver approbatie wordt gepresenteerd die als dan t regt hebben om het selve te approberen of improbeeren. Schout en geregten met den kerkenraad te saamen vergeeven de ampten van schoolmeester, voorsanger, en grafmaaker, volgen conventie van 11 November 1723.
De Heer sal niet gehouden zijn in onkosten tot straaten en niets daar uijt genieten.
Gelijk mede niet omtrent de pastorie nog het schoolhuijs.
Den chirurgijn, turftonder, klapperman en vroedvrouw werden aangesteld bij schout en geregten.
Den kooper sal weesen gequalificeert tot de jagt binnen sijne ambagtsheerlijkheijd onder de reglementen op de Jagt gemaakt of nog te maaken onverminderd de vreijheijd van jagt van andere gequalificeerden voors(chreven) heerlijkheijd
Volgen de inkomsten en revenuen die nog onder s’gravendeel en Leerambagt zijn behoorende en met de ambagtsheerlijkheijd sullen werden verkogt.

Erfpagt van den windkoorne mole komt toe de Erf Genaamen van Dirk de Leeuw, doed aan huure f. 300 en staat in de verponding op f 12.8.
geeft een recognitie van 3….
------------
Tegenwoordig in pagt aan Cornelis Terwe om f 10

Den dijk hoort toe aan den Heer van Beveren

Op elke tonne drie stoopen is verpagt aan de Wed. Vroman

Gehoort aan de wed. Vroman Groot anderhalf merge

moolen op s’Gravendeel Rendeert………………………………..f 6.----

De visscherije in de wateren van Maasdam op de grond van Bonaventura “ 10.--

De recognitie om te mogen beplanten den beem bezuijden de haven van s’Gravendeel op “ 1.---

Den excijns van de nieuw bedijkte landen van Bonaventura on der s’Gravendeel “10….

Den erfpagt van een stuk gors, aan de noordzijde van de have van sGravendeel “15….

Alle de erfpagten op de huijsen in s’Gravendeel monteerende “ 213.16.9
--------------------
(In dorso stond)

Lijst van de Ambagtsheerlijkheeden onder Strijen namelijk
Strijen
Westmaas en de Group
Cillershoek ca
S’Gravendeel en Leerambagt

(volgt)

Diend tot narigt van de gegaadigden tot de Ambagtsheerlijkheeden onder Putten Etc(etera)
welke sullen verkogt worden den 7e augustustus 1731

Eerstelijk dat Haar Ed(el) groot Mog(enden) resolutie van den 1e Junij ten opsigten van de ambagtsheerlijkheeden onder Putten verklaart dat Haar Ed(del) groot Mog(enden) meenig is dat de besturing en huishouding over de polders en landen geleegen soo in als buijten de Ring van Putten en insonderheijdten aan van het water en dijkgeschot sal op den ouden voet en sodanig als voor de tijd van de verkoopng dier ambagtsheerlijkheeden daar geweest zijnd stat insgelijks geen dijken zullen werden verkogt als die specialijk geexpresseerd staan op de particuliere lijsten van verkooping.

En ten anderen ten opsigte van den ambagtsheerlijkheijd van s’Gravendeel en Leerambagt dat wegens haar Ed(el) groot Mog(enden) resolutie van 1 Junij 1731 de beroeping van een predikant te s’gravendeel niet geschied pr….selijk op de voet gemeld in de particuliere lijst van verkooping maar in voege als hierna volgt namelijk. Dat het maken van een nominatie word gedaan bij de ouderlingen en diaconen met communicatie van schout en geregten en dat een beroep een also gemaakte nominatie zijnde daarop als dan werd versogt en afgewezen approbatien oft improbatie van schout en geregte voorn(oem)t en gevolge van een accord voor heeren Commissarissen van den Hooge Raden gesloten 3 april 1687 tusschen ouderlingen en schout en geregten aldaar.

In de marge

In dorso stond

Narigt

Voor de gegadigden tot de ambagtsheerlijkheeden onder Putten etc(etera) welke verkogt zullen werden den 7e Augustus 1731

====================
In inv. nr. 505

Afschrift van extract uit de akte van transport d.d. 20 november 1864 overgeschreven te Dordrecht. Het is een extract uit de minuut van de akte van veiling van de heerlijkheid door Notaris Huibert Schuijten d.d. 23 september 1864. . Deze minuut werd op 4 oktober 1864 te Dordrecht geregistreerd.

Den drie en twintigsten September Achttienhondert vier en sestig des voormiddags te elf ure, heb ik Huibert Schuijten, Notaris in het Arrondissemnet Dordrecht, standplaats Dordrecht, in tegenwoordigheid van Cornelis van der Staaten Corneliszoon en Hendrik Onderwater beiden kandidaat Notaris en wonende te Dordrecht, als aan mij Notaris bekend, Getuigen
Ten verzoeke en in tegenwoordigheid van den WelEdelen Heer Stephanus van Dorsser, lid van den raad der Gemeente Dordrecht, Notaris wonende te Dordrecht, mij Notaris bekend, als blijkens onderhandsche volmagt van dato een en twintig September Achttien hondert vier en zestig door den Heer lasthebber voor echt erkend , in tegenwoordigheid van en ten blijke daarvan door hem nevens de getuigen en mij Notaris geteekend, en vervolgens aan deze Minute vastgehecht om met dezelve te gelijk aan de registratie te worden onderworpen, ten deze speciaal Gemachtigde van den Edel Achtbare Heer Meester Gerrit Adrianus de Raadt, lid van de tweede kamer der Staten-Generaal, Burgemeester der Gemeente Dordrecht, en aldaar wonende, welke in laatstgemelde betrekking die volmacht verstrekt heeft tot uitvoering van het besluit van den Raad der Gemeente Dordrecht, van dato zeven en twintig Junij Achttien hondert vier en zestig, goedgekeurd door de Edel Groot Achtbare Heren Gedeputeerde Staten der Provincie Zuid-Holland, den eersten Julij daar aan volgende, waarbij tot den openbaren verkoop van de hierna breder re omschrijven Ambchtheerlijkheid en gevolgen besloten is.
Mij bevonden enz.
Artikel een

De verkooping der natemelden Ambachtsheerlijkheid, met de daarbij behorende erfpachten en recognitiën en Ypenboomen met alle verdere regten en Geregtichheden, zal geschieden, zoodanig dezelve thans aan de Gemeente Dordrecht toebehooren, en door haar zijn bezeten en uitgeoefend, of uitgeoefend zouden kunnen worden, zonder dat de Gemeente Dordrecht met betrekking tot die regten of van een gedeelte dezelver, gehouden of behaald wil zijn, terwijl zij ook niet gehouden niet gehouden wil zijn in eenige op te geven belendingen of kadastrale aanduidingen hoegrootheid of uitgestrektheid van de erven of gronden of wateren waarvan de erfpacht en recognitiën geheven worden of verschuldigd zijn, of wegens de op te geven eigenaren of bezetters der erven of grachten of wateren, weke mer erfpachten of recognitiën bezwaard zijn, of wegens enige andere gedane of nagelaten opgave van welke aard ook, of wegens alle uit dezen verkoop te ontstane geschillen, geschiedende de verkooping mitsdien voetstoots, zonder dat de Gemeente Dordrecht tot eenige vrijwaring hoe ook genaamd en van welken aard ook zal gehouden zijn of verpligt zal kunnen worden, als zullende de kooper geacht worden, bij de aanneming der toewijzing van het door hem gekochte in alle deele bekend te zijn.

Artikel twee

De kooper zal zijn gekochte moeten aanvaarden met alle zoodanige voor- en nadeelige erfdienstbaarheden, voorregten, lasten en bezwaren, als blijken mogten daaraan en op maar eenigzints verbonden en gevestigd zijn.
Artikel drie

Het genot enz..
De Ambchtheerlijkheid ’s-Gravendeel en Leerambacht gelegen in de Provincie Zuid-Holland, in den Hoekschen Waard, met de daarbij behoorende erfpachten en recognitiën, de Ypenboomen te ’s-Gravendeel ter wederzijde van de Kreek of wel van de Zuid- en Noordvoorstraat, alsmeede aan de Langestraat en aan de Korte- en Lange Kerkstraten staande, en met alle zoodanige verdere regten en gerechtigheden, als daaraan nog mogten zijn verbonden. De erfpachten bestaan in de volgende waarvan nummers een tot en met veertig, verschijnen met den eersten Januarij van ieder Jaar en gevestigd zijn op erven of gronden gelegente ’s-Gravendeel als

Aan de Zuid-Voorstraat

Numero een

Eene groot enz…
De boomen thans tot voormelde Ambachtheerlijkheid behoorende zijn in der tijd door of van wege de Gemeente Dordrecht geplant. De hiervoor vermelde visscherijen gelegen in de binnen bedijkte Maas op de gronden van Bonaventura, is in den Jare zeventien honderd vier en veertig door Burgemeesteren en Regeerders der stad Dordrecht, als Ambachtsheeren van ’s-Gravendeel, aan de Ambachtsvrouw en Heer van Mijnsheeerenland van Moerkerken en derzelver nakomelingen in eene eeuwige erfpacht en op erfpachtsregt uitgegeven.
De ambachtsheerlijkheid zelve, met daaraan verbonden regten en gerechtigheden, is door Burgemeesteren der Stad Dordrecht aangekocht van de Edel Grootmogende Heren Staten van Holland en West-Vriesland, bij veiling op den zevenden en bij finale verkoop op den tienden Augustus Zeventien honderd een en dertig gehouden ingevolge de originele rolle der verkooping van Ambachtsheerlijkheden daarvan gehouden door Commissarissen uit de Collegien van de Edelmogende Heeren Gecommitteerden raden van de Staten van Holland en West-Vriesland, voornoemd, en opgemaakt op den dertienden Augustus Zeventienhonderd een en dertig, alles blijkens de uit een extract der voornoemde rolle op den eenentwintigsten September Zeventienhonderd een en dertig door den Secrtaris van Haar Edel Groot mogenden, tot het departement van de zaken concernerende het College van deszelver Heeren Gecommitteerde raden afgegeven, van welk extract een afschrift genomen uit het daarvan bestaande register en op de zeventiende Junij achttienhonderd negen en dertig door den Rijksarchivaris afgegeven is geregistreerd volgens kwitantie luidende “Geregistreerd te Dordrecht den twintigsten Junij achttienhonderd negen en dertig folio elf verso, vak zeven enz..; houdende zeven bladen zonder renvooy, Ontvangen met de verhooging acht en negentig en een halve Cent. De Ontvanger / getekend / van den Santheuvel” hebbende de overschrijving ten kantore der hijpotheken voor zoo verre uit de bescheiden blijkt of den Heer verkooper, zoo als hij verklaarde bekend is nimmer plaats gehad.
Na onderscheidene enz…

Den dertigsten September achttienhonderd vier en zestig des voormiddags te elf ure, heb ik Huibert Schuijten, Notaris in het Arrondissement Dordrecht, Standplaats Dordrecht, in tegenwoordigheid van enz….
Bij de veiling gebragt tot op zevenduizend een honderd gulden; Opgehangen op twaalfduizend gulden, de som der inzetting daaronder begrepen en afgeslagen zijnde tot op achtduizend tweehonderd tien gulden, is gemijnd geworden door den Heer Johannes Schuijten Huibertszoon, Kandidaat Notaris, wonende te Dordrecht, dewelke dadelijk verklaarde de mijning gedaan te hebben, als mondelinge lasthebber en alzoo ten behoeve van den WelEdelGeboren Heer Willem Jan Verbrugge, Grondeigenaar wonende te Rotterdaam, die daarvan alzoo kooper geworden is en aan wien voorschreven Ambachtsheerlijkheid en gevolgen mitsdien definitief toegewezen wordt, voor de gemelde som van achtduizend tweehondertien gulden, onder de bedingen, lasten en bepalingen in voormelde procesverbaal van veiling omschreven.
Verklarende dezelve Heer Johannes Schuijten Huibertszoon de definitieve toewijzing voor en ten behoeve van zijn Heer lastgever alzoo te accepteren………………………………F 8210,=.
En na hiertoe enz.

Op de Minute staat: Geregistreerd te Dordrecht den vierden October 1800 vier en zestig deel 94 folio 147 recto vak 2 een blad geen renvooij. Ontvangen het regt f 345,60, voor 38 opcenten f 131,33. Zamen Vierhonderd zes en zeventig gulden en drie en negentig cent f 476,93. De ontvanger (getekend) Van Meurs.

(Op het overgeschreven afschrift staat)

Overgeschreven ten kantore van de hypotheken en het kadaster te Dordrecht den een en twintigste November 1800 vier en zestig, deel 213, Nommeer 19, houdende negentienbladen zonder renvooijen, Ontvangen voor regt en zegel met 38 Opcenten en salaris zes en zeventig gulden en negen en tachtig en een halve cents.
De bewaarder (getekend) Stork
 
 
 

Deze website maakt gebruik van cookies en daarmee vergelijkbare technieken om een optimale gebruikerservaring te bieden. Je kunt je voorkeuren aanpassen.

Deze cookies zorgen ervoor dat de website naar behoren werkt. Deze cookies kunnen niet uitgezet worden.
Deze cookies zorgen ervoor dat we het gebruik van de website kunnen meten en verbeteringen door kunnen voeren.
Deze cookies kunnen geplaatst worden door derde partijen, zoals YouTube of Vimeo.
Deze cookie stellen onze advertentiepartners in staat om doelgerichter informatie te kunnen aanbieden.

Door categorieën uit te zetten, kan het voorkomen dat gerelateerde functionaliteiten binnen de website niet langer correct werken. Het is altijd mogelijk om op een later moment de voorkeuren aan te passen.