Uw zoekacties: Hoogheemraadschap van de Zwijndrechtse Waard

728 Hoogheemraadschap van de Zwijndrechtse Waard

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Aanwijzingen voor de gebruiker
Openbaarheidsbeperkingen
Beperkingen aan het gebruik
Andere toegangen
Aanvraaginstructie
Citeerinstructie
Inleiding
1. Oude archieven van het hoogheemraadschap van de Zwijndrechtsche Waard
2. Oud archief van het dijksbestuur van de Zwijndrechtsche Waard
3. Oud archief der gezamenlijke polderbesturen aan de Develzijde van de Zwijndrechtsche Waard
Inventaris
5. Bijlage. Het Dijkcollege van de Zwijndrechtsche Waard in 1568
5.1. Inleiding
'Reeds in 1910 heeft Fruin erop gewezen, "dat hij, die gewapend met al de uitgaven der oud-vaderlandsche rechtsbronnen, zich neerzet om nu in zijn studeervertrek het oude recht in zijn ontwikkeling te beschrijven, bedrogen zal uitkomen, zoo hij niet telkens inlichtingen inwint uit de archieven, die de acta bevatten der colleges en der personen, die met de uitoefening en de handhaving van het recht belast zijn geweest". *  Hier zou aan kunnen worden toegevoegd, dat men niet alleen bedrogen kan uitkomen: er bestaat ook. een gerede kans dat men helemaal nergens uitkomt, namelijk dat men er zich zonder de acta geen enkele voorstelling van kan vormen hoe het nu eigenlijk in werkelijkheid toeging. Een verhandeling over een onderwerp van oud-vaderlands recht kan dan bestaan uit de vervanging van oude formules, waaruit de auteur geen beeld heeft kunnen vormen, door moderne zinnen, die bij de lezer geen voorstelling oproepen. Dit geldt mede voor het oude dijk- en waterschapsrecht.
De vrij volledige publicatie van de handvesten en oorkonden betreffende de rechtsgeschiedenis van de Zwijndrechtsche Waard door Nibbelink *  bijvoorbeeld is geheel en al ontoereikend om ons een voorstelling te geven van de werking van zo'n laatmiddeleeuws dijkcollege, waarvan de taak bestond uit een voor onze tijd onvoorstelbare combinatie van rechtspraak en beheer. Om die voorstelling wel te kunnen krijgen moet men - zoals Fruin terecht opmerkt - de acta van zo'n college raadplegen. Het eerste jaar, waarover die acta van het college van dijkgraaf en hoge heemraden van de Zwijndrechtsche Waard volledig aanwezig zijn, is 1568. Zij geven ons een volledig inzicht in wat het college deed en hoe het dat deed in de landsheerlijke tijd, dus voordat de ontwikkelingen, waaraan onze hogere waterschapsbesturen tijdens de Republiek onderhevig waren *  , hun invloed hadden doen gelden. De acta van het dijkcollege van de Zwijndrechtsche Waard over 1568 zijn hierachter afgedrukt, voorafgegaan door een tekst van het door Nibbelink *  in onverstaanbare vorm gepubliceerde dingtaal van de schouw, de acte van aanstelling van de in 1568 fungerende dijkgraaf *  en een resolutie, waaruit men kan opmaken, dat de Zwijndrechtse roede *  tot 1570 is toegepast.
5.1.27. Rekeninghe Jacop Aertsz. Waersman van de Waelzijde in Zwindrecht de anno 1500 acht ende tzestich stilo curie Hollandie. Ende dat van de merghen vijff stuvers ende een oert
728 Hoogheemraadschap van de Zwijndrechtse Waard
Inventaris
5. Bijlage. Het Dijkcollege van de Zwijndrechtsche Waard in 1568
5.1. Inleiding
5.1.27.
Rekeninghe Jacop Aertsz. Waersman van de Waelzijde in Zwindrecht de anno 1500 acht ende tzestich stilo curie Hollandie. Ende dat van de merghen vijff stuvers ende een oert
(In de marge:) Overgelevert bij Jacop Aertsz. waersman van de Waelzijde opten 12en martii 1568 stilo curie in presente van Boudewijn van Drenckwaert als dijckgrave, mr. Adriaen van Bleyenburch, mr. Willem Scoeck, Adriaen Diericxsz, de Coninck, Jacop Aertsz. Hencxtman ende Adriaen Woutersz. Vinck als heemraden ende de ingelanden aldaer present zijnde. Ontfanck van de Waelzijde van den jare 1500 acht ende tzestich stilo curie Hollandie.
Ende dat van elcke merghen vijff stuvers ende een oert bij dijckgrave ende hooge heemraeden ommegeslagen tot twee reysen als eerst drie stuvers ende daernae noch drie blancken. Gemaect in guldens van twintich stuvers 't stuck.

Item HeerJansdams ambocht is groot 240 merghen ende alzoe 't zelve ambocht contribueert zoewel aen de Develzijde als de Waelzijde coempt hier hondert twintich rnerghen opte merghen vijff stuvers ende een oert als vooren facit 31 Rg. 10 st.
(In de marge:) bij den ommeslach hier overgelevert.

Item Jan van Muylwijcxs volgerlandt met dat ambocht dat buyten weeghen leyt is groot tesamen 32 merghen opte merghen alsvooren facit 8 Rg. 8 st.

Rijsoort met Stroelshouck is groot 269 merghen ende twee hondt opte merghen alsvooren facit 70 Rg. 14 st.

Jan Pincxen ambocht is groot 246 merghen ende vier hont opte merghen alsvooren facit 91 Rg.

Hendrick Ydenambocht is groot 346 merghen ende vier hont; opte merghen alsvooren facit 91 Rg.
Dat volgerlandt van Heer Oudelandts ambocht is groot hondertzes merghen ende vier hont; opte merghen alsvooren facit 28 Rg.

Dat volgherlandt van Scobbelandts ambocht is groot 44 merghen; opte merghen alsvooren facit 11 Rg. 11 st.

Dat volgerlandt van Kijffhouck is groot 97 merghen; opte merghen alsvooren facit 25 Rg. 9 st. 1 oert.

Dat volgerlandt vandt Molenambocht is groot twintich merghen; opte merghen als vooren facit 5 Rg. 5 st.

Dat volgerlandt van Schaerlaekennoort is groot twintich merghen; opte merghen als vooren facit 5 Rg. 5 st.

Die Zijdewy is groot hondert 31 merghen ende vijff hont; opte merghen als vooren facit 34 Rg. 12 st. 1 deuyt.

Noch ontfangen van de huyer van uuyterdijcxe merghen 2 Rg.

Somma totalis 404 Rg. 14 st. 1 blanck.

Uuytgeef jegens den voers. ontfanck van 't gundt Jacob Aertsz. waersman verschoten heeft aen de Waelzijde.

Item soe quam die Waelzijde ten achteren bij eynden ende sloote van de laeste voergaende rekeninghe de somma van 110 Rg. 9 st. 3 deuyt penn. Holl.

Item verteert 't jaer op sinte Gregoriusdach doen die waersluyden haer rekeninghe gedaen hadden voer dijckgrave, hooge heemraeders ende die gemeen ingelanden van Zwindrecht in de Drie Coninghen de somme van 18 Rg. 12 st. coempt voer de helft 9 Rg. 6 st.
(In de marge:) bij de verclaringe van de wairt op de andere rekeninghe overgelevert.

Item gegeven 't jaer voerleden op sinte Gregoriusdach aen dubbele stuvers die ingelanden die op die rekeninghe quamen om die te aenhoren de somme van 11 Rg. 12 st.

Item gegeven die schouten in den Zwindrechse waert voer haren 30en penninck om den hoogen omslach in te garen de somme van 13 Rg. 8,5 st.

Noch gegeven in den Augustinen omdat wij daer onze rekeninghe gedaen hebben 12 st. coempt voer de helft 6 st.

Prima somma 145 Rg. 1,5 st. in penningen Hollants.
Ander uuytgeven van de hoeffden die tot lasten zijn zoewel aen de Waelzijde als die Develzijde ende gesaemderhandt gedraghen werden.

Item betaelt Willem Diericxsz. Stoop houtcooper tot Dordrecht voer 18 houten van dertich voeten 't stuck 5,5 st.; noch vijff langhe berckoenen 't stuck 6 st; noch een langhe spoer 2 Rg. 14 st.; noch een spoer 36 st.; noch drie balcken 't stuck 36 st.; noch vier berckoenen 't stuck 5 st.; noch een sware langhe spoer 3 Rg.; noch twee keperhouten 't stuck eenen braspenninck; noch twee sparen 't stuck een stuver; noch een capranen 3 st.; coempt tesamen deese voers. parthijen blijckende bij quitancie hier overgelevert ter somme van 20 Rg. 14,5 st.
(In de marge:) bij verclaringe van de houtcooper hier overgelevert.

Noch gegeven die houthaeckers van die balcken ende spooren t'sceep te doen 14,5 st.

Noch betaelt Neel de Visscher voer nege pondt touws daer men 't voirs. hout mede meerden ende vourde ende voirts aen de hey besichde 't pondt tot eene stuver nege penninghen facit 14 st. een penn.
(In de marge:) bij quitancie hier overgelevert.

Noch betaelt Aert Cornelisz. ende Pieter Cornelisz. van den Oistendam van eene groote schuyte houdts van Dordrecht te halen ende aen de hoeffden te brenghen de somme van 10 st.
(In de marge:) bij quitancie.

Noch betaalt Joris Euwoutsz. van eenen ijspael te lassen aen 't hoeft bij 't visschershuysken; noch van dat duyckelhoyken achter 't Lazarushuysken die borrij te maecken ende die gaten te stoppen mit elssen; noch van twee ijspalen te setten aen 't hooft bij de Kockmeuwe; ende eene nijewe gordinghe aen de westzijde met noch twee palen te setten om die gordinghe daer aen te sluyten; noch van de hoykens t'eynden de vliet wat te vergordinghen ende te bepalen; al 't welck voers. staet den voers. Joris aenbesteet is bij mr. Adriaen van Bleyenburch ende Jacop Aertsz. Hencxtman beyde hooghe heemraeden 's lands van Zwindrecht om de somme van 13 Rg.
(In de marge en aangehaald langs de volgende post:) bij quitancie hier overgelevert.

Noch betaelt .Joest Cornelisz. voer achtalffve vim rijs van de vim thiendalve schellinck; noch zes hondert staken ende zeshondert latten, voer 't hondert van de staken ende latten elcxs thiendalve stuver coempt samen deese voers. drie parthijen ter somme van 27 Rg. 1,5 st.

Noch gegeven Mon Joesten en Joest Cornelis Robben van alle deese rijs ende staken te verwercken aen de hoeffden van de Waelzijde ende te cueben ende met goede soeden te oversetten t'samen de somme van 6 Rg.

Besteedt bij mr. Adriaen van Bleyenburch ende Jacop Aertsz. Hencxtman als hooge heemraeden.
(In de marge en aangehaald langs de volgende post:) bij quitancie hier overgelevert.

Noch betaelt Joris Euwoudtsz., Cornelis Cornelisz., Joost Cornelisz., Mon Joesten, Pieter Beastiaensz. ende Willem Diericxsz. van eenen ijspael op te rechten bij 't visschershuysken, die metten ijsganck omgekroeden was, dat hij t'eynden van 't hoeft hing ende opgerecht zijnde eene cloot daervoer te spijckeren ende te sluyten t'samen de somme van 30 st.

Betaelt Gerrit Thielen van de hey te halen van Jan Adriaensz. waersman ende d'zelve te brenghen bij de Kocmeuw de somme van 7 st.

(In de marge en aangehaald langs de volgende vijf posten:) bij affirmatie.

Noch gegeven Jan de Puncts jonghen van dat hij de tijdinghe brocht datter elssen gecoft waren de somme van 2 st.

Noch gegeven Jan de Punct van een schuyt elssen van Dordrecht aen de Kocmeuw te vouren de somme van 7 st.

Noch gegeven Dammis Adriaensz. den Buys van een schuyt elssen te vouren van Dordrecht aen de Kocmeuw de somme van 7 st.
Noch gegeven Gerrit Thielen van een schuyt elssen met een sparre ende vijff berckoenen van Dordrecht bij de lazarussen te vouren de somme van 7 st.

Noch gegeven Pieter Fransz. ende Cornelis de Visscher van de elssen te helpen sceepen ende lossen de somme van 7 st.

Noch gegeven Pil ende zijnen jonghen van dat zij met haer schuyte den timmerman geholpen hebben als hij heyde de tijt van vijff daghen, Pil tot 7 st. daechs ende zijne jonghen tot 6 st. daechs coempt tesamen ter somme van 3 Rg. 5 st.
(In de marge:) bij quitancie hier overgelevert.

Noch gegeven Joris Euwoutsz. ende Pieter Fransz. tot wijncoop doen wij dat houdt coften tot Willem Stoop 12 st.
(In de marge:) bij affirmatie.

Noch gegeven Pieter Fransz. van dat hij vijff daghen mede heeft geheyt tot 6 st. daechs facit 30 st.

Noch gegeven Willem Woutersz. van dat hij eenen dach mede heeft helpen heyen
(In de marge en aangehaald langs de volgende drie posten:) bij affirmatie.

Noch gegeven Gerrit Thielen van de hey te halen bij ’t hoeft van de Kockmeuw ende wederomme te brenghen op ’t veer tot Jan Adriaensz. den waersman de somme van 7 st.

Noch gegeven Jan de Lasarus van dat hij ende Willem Woutersz. in den voerwinter eenen ijspael gevist hadden de somme van 8 st.

Noch gegeven Gerrit Tielen van dat hij mr. Adriaen van Bleyenburch ende Jacop Aertsz. Hencxtman mit zijne schuyt gevourt heeft aen ’t hoeft bij de Kockmeuw om ’t zelve te besteden 6 st.

Noch gegeven Jan Adriaensz. waersman van ’t gundt die Develzijde ’t jaar voerleden meer verschoten heeft als die Waelzijde de somme van 199 Rg. 8,5 st.
2a somma 278 rinsguldens vijff stuffers eene penninck Hollandts.

Ander uuytgeven van ’t ijsserwerck gelevert bij Ghijsbrecht Willems smit tot behouff van de hoefden van de Waelzijde.

Betaelt Ghijsbrecht Willemsz. mit op Zwindrecht van ’t ijsserwerck bij hem gelevert tot behoeff van de Waelzijde in den jare acht ende tsestich blijckende bij zijne verclaringhe ende quitancie hier overgelevert inhoudende de somma van 3 Rg. 17,5 st.
(In de marge:) bij declaratie ende quitancie hier overgelevert.

Noch gegeven de Puncts jonghen van zekere ijsserwerck te draghen van Gijsbrecht Willemsz. smit aan de hoeffden bij de Kockmeuw 2 st.

3a somma 3 Rg. 19,5 st.

Ander uuytgeef gedaen aen de Waelsluys die de laste van de Waelzijde alleen moeten dragen.

Item gegeven Joris Euwoutsz., Ariaen Cornelisz., Cornelis Cornelisz. ende Adriaen Loutgensz, met zijne schuyt, van dat zij met haar vieren die sluys opten Oistendam twee tijden geruympt ende schoen gemaect hebben; overmidts die sluysdoer twee voet wijtte opgaen en mochte, sulcxs mousten zijluyden die binnenste doren toedoen aleer zij die buytenste ganckbaer mouchten maken ergo hier de somme van 3 Rg. 6 st.
(In de marge en aangehaald langs de volgende twee posten:) bij quitancie hier overgelvert.

Noch gegeven Mon Joesten ende Joest Cornelisz. van het nau in de Wael te maecken ende den hoogen heemraet met een schuyt doer ’t nau te vouren t’samen de somme van 28 st.

Noch gegeven Aert Cornelisz. ende Pieter Cornelisz. van de pathorden te tuynen ende ’t rijs daertoe te leveren om die gemeente op ende off te moeghen gaen opten Oistendam de somme van 10 st.
4a somma 5 Rg. 4 st.

Ander uuytgeven van verteerde costen, die dijckgraeff ende hooge heemraeden verteert hebben in de Drie Coninghen ende op andere plaetzen als zij van ’t gemeen landts zaecken te landewaerts geweest zijn in alle de schoudagen ofte anders als ’t van doen is geweest ende dit over die helft van de Waelzijde.

Item in den eersten doe men die keuren lijde van de leggende schou den 14en juny verteert in de Drie Coninghen zes Rg. 10 st. coempt hiervoer de helft de somme van 3 Rg. 5 st.
(In de marge en aangehaald langs de volgende zes posten:) bij scedulle van de wairt die overgelevert es op de rekeninghe van den Develzijde.

Noch verteert opte eerste schou den 8en july zes rinsguldens 12 st. coempt voer de helft 3 Rg. 6 st.

Noch verteert op die middelschou den 11ten augusti zeven Rg. 15 st. coempt voer de helft 3 Rg. 17,5 st.

Noch verteert opten 10ten september doe men die kuere leyde van de leggende schou wanneer men d’zelve beschouwen zoude drie rinsguldens ende 10 st. coempt voer de helft 35 st.

Noch verteert opten 16ten october doen dijckgraeff ende hooge heemraeden te landewaerts geweest hadden om de dijcken te visiteren die duer den grooten storm zeer ontramphineert ende gebroecken waren 3 Rg. 15 st. coempt voer de helft 37,5 st.
Noch verteert opten 5ten november doen die leggende schou om was de somme van 3 Rg. coempt voer de helft 30 st.

Noch verteert opten vrijen rechtdach den zesten november met sommige ingelanden 10 Rg. ende 10 st. coempt voer de helft 5 Rg. 5 st.

Noch betaelt Meeus Jacopsz. schoudts weduwe 't gundt bij den hooghen heemraedt t'haren huyse verteert is in den jare 1567 ende vergeten is in voergaende rekeninghe te stellen de somme van 4 Rg. ergo hier voer de helft de somme van 2 Rg.
(In de marge en aangehaald langs de volgende post:) bij quitancie van de weeduw hier overgelevert.

Noch betaelt d'zelve weduwe 't gundt den hoogen heemraedt t'haren huyse verteert heeft tot diversche stonden tijde deese reeckeninghe aen maeltijden ende wijn de somme van 4 Rg. 12 st. coempt voer de helft 2 Rg. 6 st.

Noch gegeven Jacop Aertsz. Hencxtman 't gundt bij den hoogen heemraedt t'zijnen huyse verteert was doen zij nae den dijckgraeff wachten als men die eerste keuren legghen zoude de somme van 20 st. coempt voer de helft 10 st.
(In de marge:) bij quitancie.

Den hoogen heemraedt hebben deese rekeninghe wel oversien ende opgelet off alle articulen ende poincten overeencomen ende alle die sommen correct zijn; op die tijt verteert de somme van 4 Rg. coempt voer de helft 2 Rg.
(In de marge:) bij verclaringe.

Noch gegeven Toenken opten Oistendam 't gundt bij mr. Adriaen van Bleyenburch, Jacop Aertsz. Henxtman ende den annemers aldaer verteert was doen zij de hoeffden besteeden de somme van 35 st. coempt voer de helft 17,5 st.

5a. somma 28 rinsguldens 9 st. een hallef.

Ander uuytgeven van dachgelden die dijckgraoff ende hooge heemraeden hebben als zij te landewaerts vaceren tot proffijt van 't gemeen landt van Zwindrecht waervan den dijckgraeff competeert 12 st. 's daechs ende elcken heemraedt ende die van den eedt zijn zes stuvers.
Item doe men die kuere leyde van de eerste schouwe opten 14en juny heeft er te landewaerts geweest den dijckgraeff, mr. Adriaen van Bleyenburch, Adriaen Diericxsz. de Coninck, Jacop Aertsz. Hencxtman, Adriaen Woutersz. Vinck, clerck ende roedragher gegeven elcxs huer dachgelt als voers. staet facit 2 Rg. 8 st. coempt voer de helft 24 st.

Noch te landewaerts geweest opten 8en july om die eerste schouwe te beschouwen den dijckgraeff, mr. Willem Scoeck, Willem Bucket Blasius, Adriaen Diericxsz. de Coninck, Jacob Aertsz. Hencxtman, Adriaen Woutersz. Vinck, clerck ende roedragher; gegeven elcxs huer dachgelt alsvooren facit 2 Rg. 14 st. coempt voor de helft 27 st.

Noch te landewaerts geweest opten 11ten augusti om die middelschou te beschouwen den dijckgraeff, de generael, Adriaen Diericxsz. de Coninck, Jacob Aertsz. Hencxtman, Adriaen Woutersz. Vinck, beyde waersluyden, clerck ende roedragher; gegeven elcxs huer dachgelt als vooren 3 Rg. coempt voor de helft 30 st.

Noch te landewaerts geweest opten 10ten september om die leggende schou in keuren te legghen den dijckgraeff, de generael, mr. Willem Scoeck, Adriaen Diericxsz. de Koninck, mr. Adriaen van Bleyenburch, Jacop Aertsz. Hencxtman, Adriaen Woutersz. Vinck, clerck ende roedragher; gegeven elcxs huer dachgelt alsvooren facit 3 Rg. coempt voer de helft 30 st.

Noch te landewaerts geweest opten 14en september Jacop Aertsz. Hencxtman, Adriaen Woutersz. Vinck ende den clerck om op Heer Jansdam te ordineeren zekere kuere van de leggende schou alsoe dijckgraeff ende hooge heemraeden opten 10ten september voerleden aldaer niet geweest en hadden deur 't groot onweder van donder, blicxem ende reghen; gegeven elcxs huer dachgelt alsvooren facit 18 st. coempt voer de helft 9 st.
Noch te landewaerts geweest opten 15ten september om die leggende schou te vorsten den dijckgraeff, mr. Adriaen van Bleyenburch, Adriaen Diericxsz. de Koninck, Jacob Aertsz. Hencxtman, Adriaen Woutersz. Vinck, clerck ende roedragher; gegeven elcxs huer dachgelt alsvooren facit 2 Rg. 8 st. coempt voer de helft 27 st.

Noch te landewaerts geweest opten 16ten october om die leggende schou te beschouwen den dijckgraeff, mr. Willem Scoeck, mr. Adriaen van Bleyenburch, Adriaen Diericxsz. de Coninck, Jacob Aertsz. Hencxtman, Adriaen Woutersz. Vinck, clerck ende roedragher. Ende alsoe dijckgraeff ende heemraeden voers. bevonden dat de dijcken in 't generael zeer ontramphineert ende gebroecken waren, hebben den schoudach uuytgestelt ende ommegereden om die dijcken te visiteren, ende te ordineren hoe men d'zelve best repareren zoude jegens den schoudach voers.; gegeven elcxs huer dachgelt alsvooren facit 2 Rg. 14 st. coempt voer de helft 27 st.

Noch te landewaerts geweest opten 27ten october om die leggende schou te beschouwen den dijckgraeff, mr. Adriaen van Bleyenburch, Jacop Aertsz. Hencxtman, Adriaen Woutersz. Vinck ende den clerck. Ende alsoe den dijckgraeff niet sterck genouch en was duerdyen eenighe heemraeden sieck ende eenighe van huys waren, heeft de schou noch uuytgestelt; gegeven elcxs huer dachgelt als vooren facit 36 st. coempt voer de helft 18 st.

Noch te landewaerts geweest opten 5ten november Jacop Aertsz. Hencxtman, Adriaen Woutersz. Vinck ende den clerck elcxs mit een paert overmits den dijck zeer quaet om rijden was. Ende dat duer laste van dijckgraeff ende hooge heemraeden om die leggende schou voirts te beschouwen; gegeven elcxs huer dachgelt ende paerthuyer t'samen 36 st. coempt voer de helft 18 st.

Noch te landewaerts geweest Adriaen Woutersz. Vinck ende Jan Adriaensz. waersman om die hoeffden te besteden in de Lindt; gegeven elcxs huer dachgelt als vooren facit 12 st. coempt voer de helft 6 st.
Noch heeft Adriaen Woutersz. Vinck ende Jacop Aertsz. geweest opte rekeninghe van de Veersche muelen; gegeven elcxs huer dachgelt facit 12 st. coempt voer de helft 6 st.

Noch heeft Adriaen Woutersz. Vinck ende Jacop Aertsz. Hencxtman geweest opte rekeninghe van de Kijffhoucxe muelen; gegeven elcxs huer dachgelt facit 12 st. coempt voer de helft 6 st.

Noch heeft Adriaen van Bleyenburch ende Jacop Aertsz. Hencxtman geweest opte rekeninghe van de HeyndrickYdenambochtsche muelen; gegeven elcxs huer dachgelt facit 12 st. coempt voer de helft 6 st.

Noch heeft mr. Adriaen van Bleyenburch, Jacop Aertsz. Hencxtman ende Adriaen Woutersz. Vinck geweest aan den dam bij 't Houcxe veer om die te besteden; gegeven elcxs huer dachgelt facit 18 st. coempt voer de helft 9 st.

Noch betaelt van zekere staken verbesicht aen den voers. dam de somme van 16 st. coempt voer de helft 8 st.

Noch heeft Adriaen Woutersz. Vinck, Jacop Aertsz. Henxtman ende Jan Adriaensz. waersman geweest om 't aerdewerck op te nemen van 't scaerhoeft bij Dirck Pieren; gegeven elcxs huer dachgelt facit 18 st. coempt voer de helft 9 st.

Noch heeft Adriaen Woutersz. Vinck ende Jacop Aertsz. Hencxtman geweest opte rekeninghe van Heer Oudelantsambocht; gegeven elcxs huer dachgelt facit 12 st. coempt voer de helft 6 st.

Noch gegeven Adriaen Woutersz. Vinck zijn dachgelt van dat hij opte rekeninghe van de Lindtsche muelen geweest is facit 6 st. coempt voer de helft 3 st.

Noch heeft Adriaen Woutersz. Vinck geweest op Develdam om te zien nae 't verlaet; gegeven zijn dachgelt facit 6 st. coempt voer de helft 3 st.

Noch heeft Adriaen V/outersz. Vinck in de storm te winter voerleden geweest om 't landt van Zwindrecht om te sien off ergens eenich peryckel was; gegeven zijn dachgelt facit 6 st. coempt voer de helft 3 st.
Noch soe heeft Adriaen Woutersz. Vinck ende Jacop Aertsz. Hencxtman elcxs mit een paert geweest opte Zijdewy doen die sluys opgegraven werdt; gegeven elcxs huer dachgelt ende paerthuyer facit t'samen 24 st. coempt voer de helft 12 st.

Noch gegeven Gerrit Thielen van dat hij tot vier reysen aen alle die schouten van Zwindrecht geweest es om de weete te doen watter opte mergentalen ommegeslagen was van den hoogen omslach facit 24 st coempt voer de helft 12 st.

6a. somma 14 Rg. 16 st.

Ander uuytgeeff van schuythuyer, wagenhuyer ende anders.

In den eersten gegeven Gerrit Thielen van dat hij dit jaer den hoogen heemraet gevourt heeft mit zijne waghen in alle de schoudaghen ende als 't van doen is geweest tesamen zes reysen tot 8 st. elcke reyse facit 2 Rg. 8 st. coempt voer de helft 24 st.
(In de marge:) bij quitancie.

Noch gegeven Jacop Aertsz. Henxtman van dat hij dit jaer dijckgrave ende hooge heemraeden mit zijne waghen gevourt heeft in alle de schoudaghen ende als 't van doen is geweest t' samen zeven reysen tot 8 st. elcke reyse facit 2 Rg. 16 st. coempt voer de helft 28 st.
(In de marge:) bij kennisse.

Noch gegeven Gerrit Thielen roedragher van dat hij den hoogen heemraedt ses reysen overgevourt heeft mit zijne schuyt tot 2 st. elcke reyse facit 12 st. coempt voer de helft 6 st.
(In de marge en aangehaald langs de volgende drie posten:) bij affirmatie.

Noch gegeven Adriaen Adriaensz. de Vogel van dat hij twee reysen dijckgraeff ende hooge heemraeden mit zijne schuyt overgevourt heeft doe men die eerste schouwe beschouden tot 2 st. elcke reyse facit 4 st. coempt voer de helft 2 st.
Noch gegeven Gerrit Govertsz. van Bemondt van zekere stucken ende scriftueren beroerende 't gemeen landt van Zwindrecht dijckgraeff ende hooge heemraeden over te leveren van Govert van Bemondt zijn vader ende Dirck van Bemondt zijn bestevader, beyde saligher gedachten gedient hebbende als clerck 's landts van Zwindrecht, daervoeren hem toegeleyt is de somme van 2 Rg. coempt voer de helft 20 st.

Noch gegeven Willem Adriaensz. Lueteringhe van dat hij dijckgrave ende hoogeheemraeden 't jaer voerleden twee reysen mit zijne wagen gevourt heeft tot 8 st. elcke reyse facit 16 sy. coempt voer de helft 8 st.

7a. somma 4 Rg. 9 st.

Ander uuytgeeff van jaerlicxe weddens die dijckgrave ende hooge heemraeders hebben met den waersman ende clerck dat zij 't gemeenlamdt van Zwindrecht dit jaer acht ende tzestich trouwelijcken gedient hebben.

Item in den eersten gegeven den dijckgraeff twee croonen ende zes heemraeders elcxs een croon van 24 st. de croon; beloopt t'samen ter somme van nege Rg. 12 st. coempt voer de helft 4 Rg. 16 st.
(in de marge en aangehaald langs de volgende drie posten:) ordinarijs.
Noch gegeven in de Wijncooperscappel omdat wij daer onse rechtdaghen houden 30 st. coempt voer de helft 15 st.

Noch gegeven die portiers in de Vuylpoort omdat zij bij tijden nae den heemraedt moeten wachten 20 st. coempt voer de helft 10 st.

Noch gegeven den clerck van dat hij dit jaer 't gemeen landt van Zwindrecht gedient heeft ende alle die kueren ende die rekeninghen van de waersluyden gescreven heeft t'samen de somme van 26 Rg. coempt voer de helft 13 Rg.

Noch gegeven Jacop Aertsz. waersman van dat hij 't landt van Zwindrecht dit jaer trouwelijck gedient heeft als 't van doen is geweest de somme van 25 rinsguldens.

8a. somma 44 rinsguldens eene st.

Somma van alle den uuytgeven vijffhondert 24 rinsguldens vier st. een blanck.

Vereffent den ontfanghe jegens den uuytgeven blijft meer uuytgegeven dan ontfanghen hondert negenthien rinsguldens thien stuvers een halff blanck.

Archief van het hoogheemraadschap van de Zwijndrechtsche Waard nr. 97.

Kenmerken

Datering:
1333 - 1954
Auteur:
J.H. Streefland (1970)
Titel inventaris:
Hoogheemraadschap van de Zwijndrechtse Waard
 
 
 

Deze website maakt gebruik van cookies en daarmee vergelijkbare technieken om een optimale gebruikerservaring te bieden. Je kunt je voorkeuren aanpassen.

Deze cookies zorgen ervoor dat de website naar behoren werkt. Deze cookies kunnen niet uitgezet worden.
Deze cookies zorgen ervoor dat we het gebruik van de website kunnen meten en verbeteringen door kunnen voeren.
Deze cookies kunnen geplaatst worden door derde partijen, zoals YouTube of Vimeo.
Deze cookie stellen onze advertentiepartners in staat om doelgerichter informatie te kunnen aanbieden.

Door categorieën uit te zetten, kan het voorkomen dat gerelateerde functionaliteiten binnen de website niet langer correct werken. Het is altijd mogelijk om op een later moment de voorkeuren aan te passen.