Uw zoekacties: Hoogheemraadschap van de Zwijndrechtse Waard

728 Hoogheemraadschap van de Zwijndrechtse Waard

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Aanwijzingen voor de gebruiker
Openbaarheidsbeperkingen
Beperkingen aan het gebruik
Andere toegangen
Aanvraaginstructie
Citeerinstructie
Inleiding
1. Oude archieven van het hoogheemraadschap van de Zwijndrechtsche Waard
2. Oud archief van het dijksbestuur van de Zwijndrechtsche Waard
3. Oud archief der gezamenlijke polderbesturen aan de Develzijde van de Zwijndrechtsche Waard
Inventaris
5. Bijlage. Het Dijkcollege van de Zwijndrechtsche Waard in 1568
5.1. Inleiding
'Reeds in 1910 heeft Fruin erop gewezen, "dat hij, die gewapend met al de uitgaven der oud-vaderlandsche rechtsbronnen, zich neerzet om nu in zijn studeervertrek het oude recht in zijn ontwikkeling te beschrijven, bedrogen zal uitkomen, zoo hij niet telkens inlichtingen inwint uit de archieven, die de acta bevatten der colleges en der personen, die met de uitoefening en de handhaving van het recht belast zijn geweest". *  Hier zou aan kunnen worden toegevoegd, dat men niet alleen bedrogen kan uitkomen: er bestaat ook. een gerede kans dat men helemaal nergens uitkomt, namelijk dat men er zich zonder de acta geen enkele voorstelling van kan vormen hoe het nu eigenlijk in werkelijkheid toeging. Een verhandeling over een onderwerp van oud-vaderlands recht kan dan bestaan uit de vervanging van oude formules, waaruit de auteur geen beeld heeft kunnen vormen, door moderne zinnen, die bij de lezer geen voorstelling oproepen. Dit geldt mede voor het oude dijk- en waterschapsrecht.
De vrij volledige publicatie van de handvesten en oorkonden betreffende de rechtsgeschiedenis van de Zwijndrechtsche Waard door Nibbelink *  bijvoorbeeld is geheel en al ontoereikend om ons een voorstelling te geven van de werking van zo'n laatmiddeleeuws dijkcollege, waarvan de taak bestond uit een voor onze tijd onvoorstelbare combinatie van rechtspraak en beheer. Om die voorstelling wel te kunnen krijgen moet men - zoals Fruin terecht opmerkt - de acta van zo'n college raadplegen. Het eerste jaar, waarover die acta van het college van dijkgraaf en hoge heemraden van de Zwijndrechtsche Waard volledig aanwezig zijn, is 1568. Zij geven ons een volledig inzicht in wat het college deed en hoe het dat deed in de landsheerlijke tijd, dus voordat de ontwikkelingen, waaraan onze hogere waterschapsbesturen tijdens de Republiek onderhevig waren *  , hun invloed hadden doen gelden. De acta van het dijkcollege van de Zwijndrechtsche Waard over 1568 zijn hierachter afgedrukt, voorafgegaan door een tekst van het door Nibbelink *  in onverstaanbare vorm gepubliceerde dingtaal van de schouw, de acte van aanstelling van de in 1568 fungerende dijkgraaf *  en een resolutie, waaruit men kan opmaken, dat de Zwijndrechtse roede *  tot 1570 is toegepast.
5.1.13. Dijkgraaf en hoogheemraden stellen de jaarlijkse omslag vast over de Waalzijde en over de Develzijde
728 Hoogheemraadschap van de Zwijndrechtse Waard
Inventaris
5. Bijlage. Het Dijkcollege van de Zwijndrechtsche Waard in 1568
5.1. Inleiding
5.1.13.
Dijkgraaf en hoogheemraden stellen de jaarlijkse omslag vast over de Waalzijde en over de Develzijde
Datering:
1568 augustus 11
1. Upten 11ten augusti 1568 is bij den dijckgraeff ende hooghe heemraeden van de lande van Zwindrecht ommegeslagen over die Waelzijde drie stuvers op elcke merghen. Ende dat tot betalynghe van 't slot van de voergaende rekeninghe de anno 1500 zeven ende tzestich gedaen bij Jacop Aertsz. waertsman. Ende voirts totte nootelijcke reparatie die gedaen is ende alsnoch gedaen moeten weesen dit jegenwoirdighe jaer acht ende tzestich.
Welck schot ofte ommeslach men betalen sal binnen 14 daghen na de vercundighe van deesen op peyne van dezelve penninghen uuytgeleyt te worden bij den dijckgraeff, die d'zelve wederom inwinnen sal nae dijckrecht. Actum ut supra mij present.
2. Noch is bij dijckgraeff ende hooghe heemraeden van de lande voers. ten daghe alsvooren ommegeslaghen over die Develzijde zes stuvers op elcke merghen tot betalinghe van 't slot van de rekeninghe van Adriaen Woutersz. Vinck van den jare twee ende tzestich achtervolgende de sentencie bij den Hove van Hollandt gepronunchieert ende de rekeninghe bij denzelven hove gesloten, welcke penninghen over lange ommegeslaghen zoude geweest hebben 't en hadde eenich belet geweest, die 't zelve in proces gestelt hadden.
3. Noch ommegeslaghen alsvooren over die Develzijde anderhalve stuver op elcke merghen ende dat tot betalinghe van de nootelijcke reparatie die gedaen sijn ende alsnoch gedaen moeten weesen dit jegenwoirdighe jaere acht ende tzestich.
Coempt samen dese twee voers. ommeslaghen over die Develzijde achtalve stuver opte merghen.
Welcke voers. geschot ofte ommeslaghen een yegelijck gehouden sal weesen op te bringhen ende te betalen binnen 14 dagen nae den publicatie van deesen opte peyne als boven. Actum ut supra mij present. (In de marge:) Nota dat niet meer ommegeslaghen en is tot betalinghe van 't slot van Adriaen Woutersz. Vincks rekeninghe als drie stuvers opte merghen ende van de reste als vijftalve stuvers heeft den waersman aff gerespondeert in zijne rekeninghe van den jare 1500 acht ende tzestich, Coempt tsamen de voers. achtalve stuver in deesen geroert.

A1 fol. 8.

Kenmerken

Datering:
1333 - 1954
Auteur:
J.H. Streefland (1970)
Titel inventaris:
Hoogheemraadschap van de Zwijndrechtse Waard
 
 
 

Deze website maakt gebruik van cookies en daarmee vergelijkbare technieken om een optimale gebruikerservaring te bieden. Je kunt je voorkeuren aanpassen.

Deze cookies zorgen ervoor dat de website naar behoren werkt. Deze cookies kunnen niet uitgezet worden.
Deze cookies zorgen ervoor dat we het gebruik van de website kunnen meten en verbeteringen door kunnen voeren.
Deze cookies kunnen geplaatst worden door derde partijen, zoals YouTube of Vimeo.
Deze cookie stellen onze advertentiepartners in staat om doelgerichter informatie te kunnen aanbieden.

Door categorieën uit te zetten, kan het voorkomen dat gerelateerde functionaliteiten binnen de website niet langer correct werken. Het is altijd mogelijk om op een later moment de voorkeuren aan te passen.