539 Vereniging voor Protestants-Christelijke Opleidingen tot Onderwijsgevende in en om Dordrecht en Gorinchem en haar rechtsvoorgangers
539
Vereniging voor Protestants-Christelijke Opleidingen tot Onderwijsgevende in en om Dordrecht en Gorinchem en haar rechtsvoorgangers
Aanwijzingen voor de gebruiker
laatste wijziging 06-02-2024
24 beschreven archiefstukken
Inventaris
2. Archief van de Stichting voor Protestants-Christelijk Hoger Sociaal-Pedagogisch Onderwijs voor Zuid-West Nederland
2.1. Inleiding
539 Vereniging voor Protestants-Christelijke Opleidingen tot Onderwijsgevende in en om Dordrecht en Gorinchem en haar rechtsvoorgangers
Inventaris
2. Archief van de Stichting voor Protestants-Christelijk Hoger Sociaal-Pedagogisch Onderwijs voor Zuid-West Nederland
2.1.
Inleiding
laatste wijziging 27-11-2014
Op 12 oktober 1978 werd te Ridderkerk de Stichting voor protestants-christelijk hoger sociaal-pedagogisch onderwijs voor Zuid-West Nederland opgericht. De oprichters waren B. Hoezen, J. van Keulen, M. van Krimpen, J.J. van Strien en J.H. Koppelaar. Opmerkelijk is dat de eerste acties vooral afkomstig waren van de rayonschoolraden in het werkgebied. Uit deze raden zijn dan ook steeds de bestuursleden gerekruteerd, terwijl ze ook in financieel opzicht steun verleenden. De aanvraag voor het plaatsen van een school voor christelijk hoger sociaal-pedagogisch onderwijs op het scholenplan 1980 - 1982 werd door het ministerie op 26 oktober 1979 afgewezen. De stichting ging hiertegen in beroep bij de Kroon. Op 17 mei 1983 werd bij Koninklijk besluit het beroep gegrond verklaard. De sociale academie kon toen in principe beginnen. In een bespreking op 15 juli 1983 met onder meer de directeur H.B.O. van het Ministerie van onderwijs en wetenschappen werd gesuggereerd een onderzoek te doen naar fusiemogelijkheden met het bestuur van de Christelijke pedagogische academie ‘De waarden’, mede gelet op de dan net verschenen S.T.C.-nota. In eerste instantie gaven de beide besturen in oktober 1983 een soort intentieverklaring af, die echter blijkens een brief van het ministerie van 14 november 1983 geen genade kon vinden in de ogen van de minister, hetgeen in een bespreking op 6 maart 1984 met de beide besturen nog eens nadrukkelijk werd gesteld. Ook via de B.P.C.O. werd vernomen dat de minister een fusie een absolute voorwaarde vond voor bekostiging van de aangevraagde opleiding.
Het stichtingsbestuur besloot op 24 februari 1984 in principe tot fusie te willen overgaan met het bestuur van de ‘De waarden’. Dat bestuur kwam op 1 maart bijeen en op 6 maart 1984 sloten de beide besturen al een fusie-overeenkomst. Uit de bestuursleden werd een statutencommissie gevormd die in een viertal vergaderingen de statuten en het huishoudelijk reglement samenstelde. De stichting ging op 1 augustus 1984 op in een nieuwe vereniging voor protestant-christelijk hoger beroepsonderwijs. De deelname in het bestuur van de nieuwe vereniging werd op de helft van het aantal bestuursleden gesteld, waarbij de zittende bestuursleden voor de eerste keer deze bestuurszetels zouden bezetten. De bedoeling was dat de deelnemende rayonschoolraden bij een eventuele vacature een bindende voordracht voor vervulling van die vacature konden doen. Uit het nieuwe bestuur werd een bestuurscommissie gevormd die zich binnen het 'Deltacollege' met de beleidsvoorbereiding en -uitvoering zou gaan bezighouden. De instelling waaraan per 1 augustus 1984 zowel een lerarenopleiding als een sociale academie werd verbonden, ging de naam ‘Deltacollege’ dragen, de naam die in beginsel voor de sociale academie was gereserveerd.
Over het financiële gebeuren binnen de stichting valt weinig te melden. We zien dat de eerste bijdragen vooral afkomstig waren van de verschillende rayonschoolraden uit de wijde omgeving van Dordrecht. Later werden door enkele raden renteloze leningen verstrekt die bij de opheffing van de stichting werden omgezet in schenkingen, waarna de restantschuld door het bestuur van de nieuwe vereniging werd overgenomen. Echte studenten heeft de sociale academie nooit gehad. Het bestuur had wel de eerste aanmelding voor de opleiding verzorgd. Dat leverde per 22 mei 1984 een 38 aanmeldingen op en op 7 juni een 32 aanmeldingen. Het ministerie gaf gezien dit lage aantal op 20 juni de ernstige overweging de start van het onderwijs nog maar een jaar uit te stellen. Het bestuur achtte het geringe aantal aanmeldingen vooral te wijten aan het zeer lange uitblijven van de datum van bekostiging waardoor eerst in een zeer laat stadium met de werving kon worden begonnen, terwijl men inmiddels allerlei verplichtingen was aangegaan. Na ampele en uitvoerige bespreking nam het bestuur het besluit toch per 1 augustus 1984 te starten. Voorzover dat uit de stukken is op te maken, zijn in de aanloop naar het nieuwe cursusjaar slechts enkele docenten van buitenaf in een part-time baan benoemd. De meeste nieuwe docenten waren reeds werkzaam bij ‘De waarden’. Uit de stukken blijkt dat er advertenties zijn geplaatst voor een directeur. Maar door de aanvullende bekostigingseisen van het ministerie werd per 1 augustus 1984 J.A. Breur tot adjunct-directeur van het ‘Deltacollege’ benoemd.
laatste wijziging 06-02-2024
24 beschreven archiefstukken
Kenmerken
Datering:
1891 - 1989
Auteur:
R. Kleiker (1997)
Omvang:
12,38 meter
Licentie:
Titel inventaris:
Vereniging voor Protestants-Christelijke Opleidingen tot Onderwijsgevende in en om Dordrecht en Gorinchem en haar rechtsvoorgangers
Categorie:
laatste wijziging 06-02-2024
24 beschreven archiefstukken