Uw zoekacties: Collectie restanten van middeleeuwse archieven van kerken, k...

26 Collectie restanten van middeleeuwse archieven van kerken, kapellen en kloosters

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Naar boven om te zoeken
26   Collectie restanten van middeleeuwse archieven van kerken, kapellen en kloosters
Aanwijzingen voor de gebruiker
Openbaarheidsbeperkingen
Beperkingen aan het gebruik
Aanvraaginstructie
Citeerinstructie
laatste wijziging 06-02-2024
106 beschreven archiefstukken
21 gedigitaliseerd
totaal 61 bestanden
Inventaris
1. Grote of Onze lieve vrouwe kerk
2. Sint-Nicolaas- of Nieuwkerk
3. Kloosters
4. Godshuizen
5. Aanvulling 2020
6. Regestenlijst
Ghegheven in het jaer ons heren MCCC drie ende twintich in Zinte Odulfusavonde. Schepenen van Dordrecht verklaren dat Jan Duijck overgedragen heeft aan de kerkmeesters van de Grote Kerk zijn huis gelegen aan de noordzijde van Dordrecht.
Datum anno domini MCCCLVII feria quinta post iudica. Hugo Sijmonsz. Prijs te Zierikzee sticht volgens de laatste wil van zijn broer Henric Prijs één van de vier cureiten van de Grote Kerk, een kapelanie in die kerk met een jaarlijkse prebende van twaalf pond en 40 schellingen op de verjaardag van Henric Prijs. Als eerste bezitter wordt Betto Prijs aangesteld.
Datum anno domini MCCCLVII quartodecimo die mensis may. Johannis van Arkel, bisschop van Utrecht, bevestigt de stichting van een kapelanie in de Grote Kerk door Henric Prijs en als eerste bezitter Betto Prijs.
Datum anno 1365 feria quinta post Remigii. Heijnricus, pastoor te Sliedrecht, geeft toestemming aan de begijnen te Dordrecht tot de bouw van een kapel in Sliedrecht en staat hen toe alle inkomsten te ontvangen op Pasen, Pinksteren en Kerstmis.
Anno domini MCCCLXVI indictione quinta mensis octobris die XX. Notaris ... geeft vidimi van akten betreffende de oprichting van het kapittel van de Grote Kerk.
Des saterdaghes na onser vrouwendach purificatio in het jaer ons heren MCCC sess ende sestich. Albrecht van Beieren, ruwaard van Holland, Zeeland en Henegouwen, verklaart dat de parochiekerk met toestemming van de bisschop van Utrecht veranderd kan worden in een collegiale kerk waarbij de vier cureiten met acht gezellen verheven worden tot kanunnik. Hij stelt zichzelf en zijn opvolgers aan tot collator van de prebenden van het Sint-Loijs- en Sint-Jacobsaltaar die worden tot prebenden van het kapittel. De vier cureiten moeten voor de parochie blijven zorgen en dienen hiervoor ieder één kapelaan aan te stellen terwijl één van hen steeds cureit zal blijven. De kanunniken moeten hen in al hun inkomsten handhaven.
Datum anno domini MCCC sexagesimo septimo mensis julii die vicesima. Johannes van Verneburg, bisschop van Utrecht, bevestigt de verheffing van de Grote Kerk tot een collegiale kerk, de instelling van een kapittel, bestaande uit vier cureiten en vier diakens met vier subdiakens als vicarissen en de daaraan verbonden prebenden. Tevens geeft hij toestemming het kapittel te zijner tijd uit te breiden met vier kanunniken, het recht een deken te kiezen, statuten en reglementen te maken en overtredingen te berechten. Willem van der Lantscroen wordt bevestigd als deken. De zielzorg voor de parochianen moet bij de cureiten blijven onder jurisdictie van de aartsdiaken, de zielzorg voor het kapittel berust bij de deken die het kapittel bijeenroept en voorzit.
Datum anno domini MCCC sexagesimo octavo mensis julii die ultima. Sweder Uter Loe, domproost en aartsdiaken, bevestigt de verheffing van de Grote Kerk tot een collegiale kerk tegen een jaarlijkse bijdrage van twee mark twee lood zilver of dezelfde waarde in munten.
Datum anno domini MCCC sexagesimo octavo mensis julii die ultima. Deken en kapittel van de Grote Kerk verbinden zich jaarlijks twee mark twee lood zilver of dezelfde waarde in munten te betalen aan de domproost en aartsdiaken.
Datum anno domini millesimo CCC sexagesimo octavo in vigilia beatorum Sijmonis et Jude apostolorum. Wilhelmus van der Lantscrone, deken van het kapittel van de Grote Kerk, verklaart ten behoeve van de kapel van Johannes de Doper in het Heilig sacramentsgasthuis aan de aartsdiaken te hebben voorgedragen Gherard van den Grotenhuze wegens het vertrek van Antonius van Zande.
Datum anno domini MCCC septuagesimo mensis martii die secunda. Deken en kapittel van de Grote Kerk geven een statuut voor het kapittel.
Datum anno domini MCCC septuagesimo mensis martii die 2. Deken en kapittel van de Grote Kerk geven regels voor het bedienen van de missen.
Gegeven in Den Hage des donredages na Sinte Mathijsdage apostel in het jaer ons heren MCCC sess ende zeventich. Albrecht van Beieren geeft nieuwe bepalingen over de door hem aan het kapittel van de Grote Kerk geschonken prebenden.
Datum anno domini MCCC septuagesimo septimo ultima die mensis aprilis. Arnoldus van Hueren, bisschop van Utrecht, bevestigt de bepalingen gemaakt door Albrecht van Beieren ten aanzien van de door hem geschonken vier prebenden.
Datum anno domini MCCC septuagesimo septimo mensis august die duodecima. Deken en kapittel van de Grote Kerk geven een statuut voor het kapittel.
Datum sub anno a nativitate domini MCCC nonagesimo octavo die vicesima mensis ianuarii. Deken en kapittel van de Domkerk te Utrecht keuren de verheffing van de Grote Kerk tot een collegiale kerk goed, alsmede de incorporatie van de beneficies.
In het jaer ons heren duijsent vierhondert ende seven des donredachs na Sinte Mathijsdach. Jan Jacopsz. verklaart uit laatste wil van zijn broer Herberen Jacopsz. een vicarie op het Sint-Catharina-altaar in de Nieuwkerk te stichten en verbindt daaraan diens huis op de Riedijk, vier jaarlijkse nobels op het huis van Jan Martijnsz. waar Aernt van Haren in woont en vijf jaarlijkse ponden in het Papenstraatje op voorwaarde dat wekelijks drie missen zullen worden gelezen. Voorts geeft hij regels voor de opvolging en begeving van de vicarie. Als eerste collator wordt Jan Jacopsz. aangesteld en als eerste bezitter zijn neef Herberen Aerntsz.
Datum anno domini MCCCC duodecimo mensis novembri die septima. Deken en kapittel van de Grote Kerk geven een statuut voor het kapittel.
Gegeven in het jair ons heren MCCCC drie ende viertich opten heiligen jairsavondt. Schepenen van Dordrecht verklaren dat Jan Lauwenz. die mosselman verkocht heeft aan Heinric Tater, Willem Adrijaensz., Bronis Ockersz. en Claes Scoenhout, dekens van het Sint-Anthonisgilde ten Minderbroeders, een jaarlijkse erfrente van één pond op een erf in de Breestraat waar Jan Lauwenz. een huis op heeft tussen dat van Andries die linnenwever en Lijsbeth Goijkens.
Datum anno domini MCCCC quadragesimo quinto mensis aprilis die decimosexto. Deken en kapittel van de Grote Kerk geven een statuut voor het kapittel.
Datum anno 1458 die 12 mensis januarii. Deken en kapittel van de Grote Kerk geven een statuut voor het kapittel.
Ghedaen ende gegeven opten vijfsten dach in augusto in het jair ons heeren duijsent vierhondert acht ende vijftich. Het stadsbestuur treft een overeenkomst met het kapittel van de Grote Kerk en de Broederschap van het Onze lieve vrouwegilde ter Grote Kerk vanwege de geschillen die na de grote stadsbrand gerezen zijn inzake de memoriediensten die door het gilde verricht werden en stelt hiervoor een bindend reglement vast op straffe van 50 gouden Engelse nobels.
Opten vijffden dach in septembri in het jaer ons heren MCCCC ende tseventich. Deken en kapittel van de Grote Kerk geven een vidimus van een akte van het stadsbestuur doch vermelden de inhoud in dit afschrift niet.
Datum anno domini MCCCC septuagesimo septimo mensis julii die XVII. Sijmon de Slusa, domproost en aartsdiaken van Utrecht, bevestigt de incorporatie door bisschop David van Bourgondië van de parochiekerk van Sint-Nicolaas in het Onze lieve vrouwekapittel tegen een jaarlijkse bijdrage van vier Rijnse goudguldens.
Datum anno domini MCCCC septuagesimo septimo die XVII mensis julii. Vice- deken en kapittel van de Domkerk te Utrecht bevestigen de incorporatie van de Sint- Nicolaaskerk in het Onze lieve vrouwekapittel.
Gegeven in het jare ons heeren duijsent vierhondert vier ende tachtich des manendages nae beloken Paeschen. Schout van Themaat verklaart dat Daem van der Haer mede namens zijn echtgenote Dieck Phillipsdr. geschonken heeft aan Aernt Bokelair, vicecureit van de Buurkerk te Utrecht, de helft van elf morgen land gelegen in Themaat waarvan het klooster van Dael de andere helft bezit.
Gegeven in het jare ons heeren duijsent vierhondert seven ende tachtich opten vijf ende twintichsten dach in augusto. Thomas Sijmonsz. Boekelaer, rentmeester- generaal van Holland, sticht in de kapel en op het altaar van Sint-Jacob de Meerdere in de Grote Kerk een vicarie en schenkt hiervoor vier morgen land in Rijsoord, vijf gouden Overlandse Rijnse guldens op een huis te Dordrecht, zeven morgen vier hond land in Nieuw-Strijen, vier morgen in het Oude Land van Strijen en 5¿ morgen in Themaat. Als eerste bezitter stelt hij zijn neef Aernt Buekelair aan. Voorts geeft hij regels voor de eredienst, collatierechten en de splitsing van de vicarie na hun beider dood.
Gedaen in het jare ons heren duijsent vierhondert seven ende tachtich op Sint Augustinusdach wesende den XXVIIIsten in augusto. Schepenen van Strijen verklaren dat Thomas Bokelair geschonken heeft aan de vicarie van Sint-Jacob de Meerdere in de Grote Kerk zeven morgen vier hond land in het Nieuwe Land van Esse langs de Wildelandse sloot en vier morgen land in het Oude Land van Strijen.
Anno domini millesimo quadringentesimo octuagesimo septimo die vero vicesimanona mensis augusti. David van Bourgondië, bisschop van Utrecht, bevestigt de stichting door Thomas Sijmonsz. Boekelair van de vicarie van Sint-Jacob de Meerdere in de Grote Kerk en keurt de aanstelling van Arnold Bokelaer als eerste bezitter goed.
In het jare ons heeren duijsent vierhondert seven ende tachtich opten eersten dach van septembri. Thomas Bokelair geeft toestemming aan Aernt Boekelair de vicarie te ruilen met Jan van Eijnatten, proost van Maastricht.
In het jare ons heeren duijsent vierhondert ende seven ende tachtich den veertiensten dach in septembri. Aernt Boekelair vermeerdert de door Thomas Boekelair gestichte vicarie van Sint-Jacob de Meerdere in de Grote Kerk met een rente van zes Rijnse guldens en 14 stuivers op een huis in het land van Lopik.
In het jare ons heeren duijsent vierhondert ende seven ende tachtich den vijftiensten dach in septembri. Aernt Buekeler schenkt zijn neef Thomas Buekeler, rentmeester-generaal van Holland, de helft van de in de doorstoken akte genoemde elf morgen land om in de kapel van Sint-Jacob de Meerdere in de Grote Kerk een geestelijk officie of eeuwige vicarie te stichten.
In het jair ons heeren duijsent vijerhondert ende acht ende tachtentich den twalifsten dach in november. Aernt Bokelaer, kanunnik en bezitter van de hieronder genoemde vicarie, en Hughe Willem Lonisz. voor zichzelf, Heijnrick Snoeck en Claes Scriver als voogden van de kinderen van Barthout Lonisz., nakomelingen van Jan Jacopsz., geven een vidimus van de stichtingsakte van een vicarie op het Sint-Catharina-altaar in de Nieuwkerk en verklaren dat zij na het verval van het huis aan de Riedijk de rente van vier nobels op het huis van de erfgenamen van Jacop Tielemansz. Oom geruild hebben tegen zeven morgen één hond land gelegen in Heer Jan van Rosendaelsambacht in Zwijndrecht terwijl de prior van het klooster van Eemstein verklaart in plaats hiervoor ontvangen te hebben van Luijtghaert Jacop Oems weduwe en kinderen zes morgen land gelegen in Kijfhoek en negen morgen wegens de professie van Reijnier Jacopsz. Oem. Voorts vragen zij bisschoppelijke toestemming het andere lege erf te verkopen en te beleggen voor de vicarie. Het kapittel van de Grote Kerk geeft voor het bovenstaande zijn goedkeuring.
26 Collectie restanten van middeleeuwse archieven van kerken, kapellen en kloosters
Inventaris
6. Regestenlijst
In het jair ons heeren duijsent vijerhondert ende acht ende tachtentich den twalifsten dach in november. Aernt Bokelaer, kanunnik en bezitter van de hieronder genoemde vicarie, en Hughe Willem Lonisz. voor zichzelf, Heijnrick Snoeck en Claes Scriver als voogden van de kinderen van Barthout Lonisz., nakomelingen van Jan Jacopsz., geven een vidimus van de stichtingsakte van een vicarie op het Sint-Catharina-altaar in de Nieuwkerk en verklaren dat zij na het verval van het huis aan de Riedijk de rente van vier nobels op het huis van de erfgenamen van Jacop Tielemansz. Oom geruild hebben tegen zeven morgen één hond land gelegen in Heer Jan van Rosendaelsambacht in Zwijndrecht terwijl de prior van het klooster van Eemstein verklaart in plaats hiervoor ontvangen te hebben van Luijtghaert Jacop Oems weduwe en kinderen zes morgen land gelegen in Kijfhoek en negen morgen wegens de professie van Reijnier Jacopsz. Oem. Voorts vragen zij bisschoppelijke toestemming het andere lege erf te verkopen en te beleggen voor de vicarie. Het kapittel van de Grote Kerk geeft voor het bovenstaande zijn goedkeuring.
Datering:
12 november 1488
NB:
Inventarisnummer 35, origineel op perkament, met beschadigd uithangend kapittelzegel en fragmenten van de zegels van Aernt Bokelaer en Reijner Reijnersz. de jonge.
laatste wijziging 15-02-2016
Anno domini millesimo quadringentesimo octuagesimonono die vero vice- simaprima mensis februarii. David van Bourgondië, bisschop van Utrecht, bevestigt de ruil van een rente van de vicarie op het Sint-Catharina-altaar in de Nieuwkerk tegen zeven morgen land en verklaart dit tot een kerkelijke goed.
Datum anno domini 1500 mensis februarii die 24. Deken en kapittel van de Grote Kerk geven een statuut voor het kapittel.
Gegeven in het jair ons heren duijsent vijffhondert den twintichsten dach in junio. Cornelia Wouter Hugensz. weduwe en Barbara Gerijt Jacopsz. weduwe stichten op het Sint-Barbara-altaar in de zuidzijde van het kruiswerk in de Sint-Nicolaaskerk een eeuwig officie en schenken hiervoor de helft van 10¿ morgen en de helft van twaalf morgen land gelegen in Brandwijk op voorwaarde van het lezen van wekelijks twee missen en de jaarlijkse uitkering van vier Rijnse guldens aan brood, bier en vlees aan 32 armen. Voorts stellen zij regels voor de collator en bezitter van het officie en stellen als eerste bezitter Adriaen Cornelisz. Clerck aan. Deken en kapittel van de Grote Kerk keuren de stichting goed en aanvaarden de eerste bezitter.
Anno domini millesimo quingenstesimo die duodecima mensis augusti. Frederik van Baden, bisschop van Utrecht, bevestigt de stichting van een officie op het Sint- Barbara-altaar in de Sint-Nicolaaskerk door Cornelia Wouter Hugensz. weduwe en Barbara Gerijt Jacopsz. weduwe en bekrachtigt de benoeming van Adriaen Cornelisz, tot bezitter.
In het jaer ons heren dusent vijfhondert ende dertien opten derden dach in februario. Pieter Damaesz. en Bertout Dirxsz., burgemeesters en bewaarders van de observanties van het Minderbroedersklooster, verklaren namens de reformators van het klooster dat zij vanwege de zuiverheid van de regel overeengekomen zijn met de meesters van het Heilig sacramentsgasthuis dat het klooster afstand doet van de rente van een aandeel van een derde in vier morgen twee hond land gelegen in De Lindt ten gunste van het Gasthuis tegen een gift ineens aan het klooster.
Gegeven in het jare ons heren duijssent vijffhondert ende achtien opten achtiensten dach in meije. Schepenen van Dordrecht verklaren dat Jacopmijn Tijman Greeffroededr., weduwe van Jan Ellebrechts, overgedragen heeft aan de deken en het kapittel van de Grote Kerk de in de doorstoken akte vermelde rechten op voorwaarde dat jaarlijks in een klein memorie met Salve Regina de zielen van de comparante, ouders en vrienden worden herdacht en aan de zusters van het klooster van Bethlehem in de Breestraat jaarlijks drie pond wordt uitgekeerd met de opdracht aan de moeder van het klooster om vier memoriediensten per jaar in de Grote Kerk te verzorgen.
Gegheven in het jair ons heeren XVc ende negenthien opten twintichsten daech in septembri. Schepenen van Dordrecht verklaren dat Margriet en IJda Jan Cranendonck Roelofsdr. verkocht hebben aan Gielis Bartholomeeusz., deken van het kapittel van de Grote Kerk, een erfrente van negen gouden Philippusguldens op een huis en brouwhuis genaamd 'De zwaen' op de Riedijk uitkomende op de Kleine Vismarkt.
Anno domini millesimo quingentesimo vicesimo octavo die vero mensis junii vicesima septima. Philibertus Naturelli, proost en aartsdeken te Utrecht, benoemt Franciscus Sonck tot bezitter van de vicarie van Sint-Jacob de Meerdere in de Grote Kerk na de dood van Johannes van Eijnetten.
Anno domini millesimo quingentesimo vicesima octavo die vero vicesimo nono mensis augusti. Cornelis Wilhelmus, deken van het kapittel van de Grote Kerk, aan- vaardt bij afwezigheid van Franciscus Sonck Johannes Jheronimusz. van den Dam als bezitter van de vicarie van Sint-Jacob de Meerdere in de Grote Kerk.
Datum anno domini millesimo quingentesimo vicesimo nono mensis maii die octava. Hendrik van Beieren, elect en confirmatus van Utrecht, geeft toestemming aan Franciscus Sonck, kanunnik te Utrecht en rector van de vicarieën van Sint-Pontiaan, Geertrudis en Agnes in de Sint-Geertkerk te Utrecht, de vicarien te ruilen met Johannes van den Dam, rector van de vicarie van Sint- Jacob de Meerdere in de Grote Kerk.
Anno domini millesimo quingentesimo vicesimo nono die vero decimo mensis maii. Judocus Judocusz., vicedeken van het kapittel van de Grote Kerk, verklaart bij afwezigheid van Franciscus Sonck Judocus Cornelisz. te aanvaarden als bezitter van de vicarie van Sint-Jacob de Meerdere.
Anno domini millesimo quingentesimo vicesimo nono die octava mensis maii. Hendrik van Beieren, elect en confirmatus van Utrecht, geeft toestemming aan Franciscus Sonck, kanunnik te Utrecht, rector en bezitter van de vicarie van Sint-Jacob de Meerdere in de Grote Kerk, de vicarie te ruilen met Wilhelmus Bosschert, priester en rector van de vicarie van Sint-Georgius en Blasius in de Sint-Nicolaaskerk te Utrecht, en benoemt Juliane Thomasdr. Bokelair tot collatrice van de vicarie vanwege het vertrek van Theo Johannis Sonck.
Anno domini millesimo quingentesimo vicesimo nono die vero decima mensis maii. Judocus Judocusz., vicedeken van het kapittel van de Grote Kerk, verklaart Wilhelmus Boschert te aanvaarden als bezitter van de vicarie van Sint-Jacob de Meerdere.
Anno domini millesimo quingentesimo tricesimo die vero vicesima mensis octobris. Wilhelmus van Enckenvoirt, bisschop van Utrecht, geeft toestemming om twee vicarieën op het altaar van Sint-Jacob de Meerdere in de Grote Kerk in het bezit van Franciscus Sonck te verenigen.
laatste wijziging 06-02-2024
106 beschreven archiefstukken
21 gedigitaliseerd
totaal 61 bestanden

Kenmerken

Datering:
1323 - 1572
Auteur:
T.J. de Bruijn (2016)
Omvang:
0,13 meter
Licentie:
CC BY-SA 4.0 Creative Commons (CC BY-SA 4.0)
Titel inventaris:
Collectie restanten van middeleeuwse archieven van kerken, kapellen en kloosters
Categorie:
laatste wijziging 06-02-2024
106 beschreven archiefstukken
21 gedigitaliseerd
totaal 61 bestanden
 
 
 

Deze website maakt gebruik van cookies en daarmee vergelijkbare technieken om een optimale gebruikerservaring te bieden. Je kunt je voorkeuren aanpassen.

Deze cookies zorgen ervoor dat de website naar behoren werkt. Deze cookies kunnen niet uitgezet worden.
Deze cookies zorgen ervoor dat we het gebruik van de website kunnen meten en verbeteringen door kunnen voeren.
Deze cookies kunnen geplaatst worden door derde partijen, zoals YouTube of Vimeo.
Deze cookie stellen onze advertentiepartners in staat om doelgerichter informatie te kunnen aanbieden.

Door categorieën uit te zetten, kan het voorkomen dat gerelateerde functionaliteiten binnen de website niet langer correct werken. Het is altijd mogelijk om op een later moment de voorkeuren aan te passen.