Uw zoekacties: Polder 'Oud-Beijerland, Moerkerken, Cromstrijen en de Group'

774 Polder 'Oud-Beijerland, Moerkerken, Cromstrijen en de Group'

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Aanwijzingen voor de gebruiker
Openbaarheidsbeperkingen
Beperkingen aan het gebruik
Andere toegangen
Aanvraaginstructie
Citeerinstructie
Inleiding
1. Het huis van Egmond en de Beijerlanden
2. Oud-Beijerland als ambachtsheerlijkheid
3. De bedijking van Oud-Beijerland
4. De polder en haar voorzitters
5. De waterhuishouding
6. Dijkbeheer
7. Archiefbeheer en inventarisatie
8. Opheffing polder Oud-Beijerland
9. Verkregen inlichtingen
Inventaris
3. Stukken betreffende de bedijking van de polder Oud-Beijerland
3.3. Copie
774 Polder 'Oud-Beijerland, Moerkerken, Cromstrijen en de Group'
Inventaris
3. Stukken betreffende de bedijking van de polder Oud-Beijerland
3.3.
Copie
Instructie voer Dirck Cornelisz. ende Joachim Cornelisz. van tgundt zij mijnen eedelen heere die Prince van Gaveren etc. mit reverentie vanwegen die ingeerfden van Cromstrijen, van Mijnsheerenlandt, die Group ende die gheene die in de Ruychte van zijne edele zeeckere gorssen gecocht hebben te kennen geven sullen beroerende die toecomende gedestineerde dijckagie van Beijerlandt mitten gevolge.
I. Item eerst naer alle behoorlicke reverentie zullen zij zijne Edele verclaeren dat die voernoemde ingeerfden den XVIIIe dach decembris XVc LVI in den Hage vergadert zijn geweest bij den heere van Upmeer volgende zekere beslooten brieven van zijne Edele aen den selven heere van Upmeer geschreven ende t' inhouden van de selve zijne Edele brieven tsamen gecommuniceert ende daer up gedelibereert hebbende sijn deselve ingelanden wel van den advijse up zijne Edele correctie ende believen als hiermaer volcht.
II. Item dat eenige van den selven ingelanden souden wel geraeden duncken dat men die dijckagie upstelde in den jaren XVc LVIII overmits dat die duerte van den greijn ende sovele te meer dat uijt dien te presumeren es dat die dijckagie die vierdepaert meer costen sal dan of t'coorn ende dat sovele stont tot redelicken prijse.
Aan den kant staat geschreven:
De prince van Gavere, grave van Egmont etc. antwoirde op dit He artyckele seght dat hij nijet van advijse en is de toecomende dijckagie van Beijerlandt op te stellen tot int jaer LVIII maer ter contrarien is gedelibereert den toecommenden zomere te dijckene, ende om geen zaecken ter werlt en soude hij se selve dijckagie willen postponeren ende te zeggen dat die dijckagie tvierde part meer costen zal overmits die duerte van den greijn ende sovele tselve en heeft geen apparencie want die arbeijders (souden sij leven) moeten wercken om den cost te winnen. Ende om eensdeels daerinne te remedieren is de selve prince van advijse dat men coopt veertich of vijftich last coorn te Amsterdam, soe veele als men bevinden sal noetelijcke te zijne om daeraff broot te backene en dat selve in de selve dijckagie den bedijckers te distribuerene in afcortinge van hueren, loon ende sallarijs, ende dat men te dien eijnde eenen ommeslach doen soude om de penningen van tselve cooren op te brengen.
Voirts zegt de voirnoemde prince dat alzoe wel soude de peste moegen regneren anno LVIII als anoo LVII tselve staet in de wille Gods.
III. Oick overmits dat te duchten is dat die peste zeer regneren zal ter saicke dat die gemeen luijden nijet broots genouch hebben ende dat zij veel quaat greijns eeten.
IIII. Dan stellen tselve nijet te min in de discretie van mijnen voornoemde Heere die Prinche.
V. Item dat die selve ingelanden beduncken dattet wel behoorlick waere gheen personaiges tot dijckgrave noch heemraden te stellen in de voornoemde dijckagie dat die in de voornoemde gorssen gelant zijn.
Aan de kant staat geschreven:
Die voirnoemde prince is oick van advijse dat dijckgrave ende heemraeden innegelandt souden zijn, ende dat men nyet meer dan eenen dijckgrave en stellen ende daertoe bewilligen ende overcomen mitten Rentmeester van Zuijthollant Boudewijn van Drenckwaert hem gevende duijsend duldens eens ende vijf ende twintich stuvers sdaechs op dat hij tselve dijckgraefschap accepteren ende trouwelijcke bedienen wille, waarmede hij wel behoirt te vreden te zijne laetende die boeten tot proffijte van tgemeene landt.
VI. Oeck bedunckt hen dattet wesen soude tot achterdeele van de voernoemde toecomende dijckagie dat men twee dijckgraven en stellen zoude want zijden anderen veel tijt qualick konnen verstaen twelck compt tot ongerijeff, cost ende interest van de dijckagie.
VII. Ende dat uijtdien de voernoemde ingeerfden dese saicke hebben doen communiceren met Boudewijn van Drenckwaert die ten voernoemden dage mede in den Hage was die te vreden wesen oude 'twaersmansschap te verlaeten ende het dijckgraefsschap der voernoemde nijeuwe toecomende dijckagie te accepteren ende tselve alleen loeffelick te bedienen ende regieren, mits hem te wedden gevende duijsent gulden ende XXV stuvers sdaegs voor zijn vacatien ende die boeten laeten tot proffijte van tgemeene lant.
VIII. Mit condicien nochtans zoe 't voernoemde dijckgraefschap moeijelick zal zijn te bedienen, dat die selve dijckgraeffe gedaen ende voldaen zijnde indien die ingelanden bevinden dat hem meer eijgent dan die voornoemde M pond ende XXV stuvers sdaechs voor zijn vacatien, dat zij hem dan naer eqigentie van zijnen arbeijt zulcken redelicken pot wijns toevinden zullen als zij in goeder concientie sullen bevinden dat hij meer dan 't gunt dat voornoemt es verdient mach hebben.
IX. Doch mit verder conditien indien Gillis Scheijfs tot zijnen goeden bevengen afstant doen wil van 'tselve dijckgraefschap twelck zoet schijnt hij tot beede geaccepteert zoude hebben.
Aan de kant staat geschreven:
Overmits die affiniteit van den voorschreven Gillis Scheijfs ende valt hierop noch opt naevolgende articule gheen antwoirde dan dat men Willem Simonsz soude bewilligen om den voirn. Drenckwaert als dijckgrave in de voirschreven toecommende dijckagie te assisteren van raedt ende advijs soo int stoppen ende overgaen van de creecken ende gaeten, als op andere zwaricheden, die in de selve dijckagie souden moegen vallen.
X. Welverstaende dat die Gillis Scheijfs tallen tijden geduijrende de voorn. dijckagie tot beschrijvinge van den selven van Drenckwaert up te selve dijckagie comen sal tot coste van de gemeene ingeerfden zoe int overgaan van de gaeten ende creecken, die in de voernoemde gorssen over te gaan sijn als up andere zwaricheden ende bij den selven van Drenckwaert blijven ende hem in als helpen raeden hoe men die selve gaeten ende creecken ten meesten oerbaer ende minsten costen van den ingeerfden nochtans ten meesten verseeckertheijt van den lande zal moegen overgaen ende bij hem blijven ter tijt toe die selve gaeten ende creecken uijt alle pericule sullen wesen.
XI. Desgelijks Willem Sijmonsz. die als die voornoemde ingeerfden hoepen daerinne gheen zwaricheijt maicken sal te min zoe den voornoemden van Drenckwaert die voernoemde ingeerfden doen verclaeren heeft dat die voornoemde Willem Sijmonsz mijnen voornoemden heere die Prince tot Brussele belooft ende toegeseijt heeft alle veerthien dagen up de voernoemde dijckagie te comen als heemraet ende tbeste in in als metten dijckgrave helpen doen.
XII. Dat hier naer deselve ingelanden communicatie gehouden hebben met Joachim Cornelisz. die verclaert heeft waersmanschip wel te willen behouden up te wedden van vijfhondert ponden van XL grooten vlaems tpont ende cautie stellen boven zijn goeden die hij daertoe affecteren sal ende hij extimeert op Xllm ponden andere Xllm ponden twelck tsamen zijn XXIIIIm ponden al munte voornoemt ende dat tmeerendeele van den ingelanden geweest hebbende up te voernoemde communicatie bedunckt dat men hem die selve cautie wel soude moegen accepteren te meer soe den waersman gheen twee schooten in de buijdele hebben mach want hij van dage te dage bij schieringe ende ordonnantie van dijckgrave ende heemraeden tgelt van tleste ontfangen schot den aannemeren distribueren moet, dat dijckgrave ende heemraeden gheen schot en laeten schieten dan als t glet bijna ten halven van tleste geheven schot uijt es, ende dat oik te min zwaricheijt hierup te maecken is soe dijckgrave ende heemraeden alle dage weten moegen bij tregister van den countrebouckhouder hoe veele penningen den waersman in den buijdele heeft tot welcke officier van bouckhouden men oek wel behoort te stellen een goet treffelick up recht ende redelick gedacht man, hem oeck verstaende materie van dijckagie.
Aan de kant staat geschreven:
1e aan het hoofd:
De voernoemde prince is oick van advijse dat men accorderen ende overcommen soude met Joachim Cornelisz. om Waersman te zijne mits stellende borge totter somme van XXIIIIm guldens ende deselver borghe, indient hem goet dunckt mach versoucken de goeden van den voirnoemde Joachim tot zijne verzekerheijt ende indempniteijt gestelt ende geypotekeert te werdene, ende voirts dat deselve Joachim coren coope soe veele als men bevindt nootelijck te zijne totter dijckagie om daer aff broot te backene, welck coren oft broet gedistribueert zal zijn bij eenen commissaris die daertoe geordonneert ende gestelt werdt. 2e aan den voet staat: Dunckt insgelicx den voirn. prince dat Nicolaes de Cantre eertijts gecoren ende gestelt tot contrebouckhouder daertoe genouch bequaem is, want hij prompt is in scrijvene ende oick in materie van Rekeninge, nijet min indien men bevindt in de dijckagie dat hij daer toe nijet bequaem genouch en is sam ne indien gevalle alsdan een ander moegen nemen ende in zijn plaetse stellen.
XIII. Item sullen die voornoemde geschickte mijnen voornoemden heer die Prince te kennen geven dat die geërfden van de gorssen van Cromstrijen ende die Group speciael octroije ende privilegie hebben van wijlen hooger memorien Coninck Philips van Castillyen ende van de Keijzerlijcke Majesteijt te mogen creëren ende stellen up huere gront dijckgrave, heemraeden, bodden ende alle andere officieren, dienende dot maeckinge berijdinge ende regieringe van de dijckagie ten eijnde mijnen heere de princhee up zijn Edele gront tselve oick obtineren mach, indien zijne Edele dat up zijne gront nijet en heeft, dat sulcxs te mogen doen.
Aan de kant staat geschreven:
De brieven van uijtgeven van den voornoemden prince houden inne dat hij dijckgrave, heemraeden ende andere officieren creëren ende stellen mach als hij dijeken soude ende stellen mach als hij dijcken souden ende en behoeft daer toe anders geen octroij. Aldus gedaen tot Brussele onder thanteecken van den voirnoemde prince den XXIXe dach van December anno XVc zessenvijftich. Ende was ondergeteijkent Lamoraal Egmont.
XIIII.Ende van tgunt mijnen voernoemden heere die prince hier af believen sal bidden die voornoemde ingelanden hen scriftelicken te willen adverteren, omme die voernoemde saecken te voorderen soe die tijt alhier es dat tselve al behoert gedaen te zijn.
Aldus gedaen ten dage ende jaere als voeren. Ende was aldus ondergeteijkent Johan van Culenborch, Claes Jansz. Vet, R. Volkxsz. Snoeij, Henrick Dircksz. Ivermij Stalpart, Pieter Cornelisz Dirck. Dirck Hoensz., bij mijn heer van de Ketel J. van Cabau XXz (christiaensz.), Loijs tSeraerts.
Gecollationeert jegens t'originnael ende accordeert bij mij (get.).. van Dam.
Aen de achterzijde staat:
Instructie van de prince van Gaveren ende andere op het subject van de gedestineerde dijckagie van Beijerlandt.Bijlage behorende tot inventarisno. 95.
Uit: De Beiaard, Katholiek Weekblad Zottegem, België. Zaterdag 7 november 1959.
Oud-Beierland eerde Lamoraal Graaf van Egmont
Zaterdag 31 oktober zal wel in het geheugen en in de harten van onze Oud-Beijerlandse vrienden en ook bij ons geprent blijven, waarop als de dag tussen Noord- en Zuid bruggen werden gebouwd, zoals de Heer De Koning het in zijn afscheidswoord treffend heeft gezegd. Deze dag mag werkelijk als een vriendschappelijke ontmoeting, dank zij de figuur Egmont, genoemd worden.
Het is een mooi dag geweest. Trouwens kennis maken met dankbare mensen, is altijd goed. En dat zijn nu de inwoners van Oud-Beijerland geweest.
Vorige week hebt U hier kunnen lezen waarom men ginder feest heeft gevierd, waarom men er zo zeer prijs op stelde naar Zottegem te komen om voor het standbeeld van Egmont kransen neer te leggen.
In verschillende toespraken heeft men dat terecht onderstreept.
Egmont is voor de streek van Nederland de man geweest, die dank zij zijn doorzicht en initiatief niet alleen een zeer grote strook grond op de zee heeft veroverd, maar die ook door dit werk Oud-Beijerland van vele rampen heeft gespaard, zoals de Heer Verhagen, voorzitter van de Polder Oud-Beijerland het zo kernachtig heeft gezegd tijdens de ontvangst op het stadhuis.
Dat wij in 1953 gespaard zijn gebleven is vooral aan het werk van Egmont te damken. Het is heel de dag gezellig geweest en reeds bij het welkomwoord, door de heer Burgemeester J. Matthijs, voelde de afvaardiging van Oud-Beijerland zich hier thuis, want de heer burgemeester begon met de hartelijke en oprechte worden:
Beste Vrienden van Oud-Beijerland. Welkom bij ons; dank voor uw bezoek, want in de groete Benelux-familie zullen wij nu twee gezinnen vormen, die met elkaar nauwere vriendschap zullen sluiten.....
De heer Schautteet, Voorzitter van de Culturele Kring, schetste met bewondering de inspanning die geleverd werd door een eendrachtige bevolking van Oud-Beijerland, om de herdenking van 400 jaar Oud-Beijerland volledig te doen slagen. Met een zekere jaloerse blik keek hij neer op wat ginder werd gepresteerd, en stelde de vraag, zouden wij onze inwoners in zulke korte tijd kunnen zo intens doen meeleven met een historische herdenking of zelfs met een andere plechtigheid?
Verder dankte hij de bevolking van Oud-Beijerland voor het gulle onthaal dat de Zottegemse afvaardiging daar had gekend.
De Heer Burgemeester Hammer dankte van zijn kant voor de gulhartige ontvangst, bracht tevens hulde aan het werkcomité, dat de ganse feestviering op zulke schitterende wijze had voorbereid, en zei, dat het doel, stijl en allure in de herdenking 400 jaar Beijerland, werkelijk geslaagd kon worden genoemd. Mochten de pas gesmede banden van vriendschap zich voortdurend verstevigen, was ook de wens van deze sympathieke Burgemeester. Hierna overhandigde hij aan de Heer Matthijs een zeer mooie gekleurde pentekening van het gemeentehuis van Oud-Beijerland...
Deze aquarel zal in het bureau van de Heer Burgemeester gehangen worden. De Heer Goossens de spil van het werkcomité kwam eveneens aan het woord en stelde de Heer Schautteet gerust: ook wij hadden nooit op zulke medewerking durven rekenen; maar-en hier sprak de hoofdredakteur van het Nieuwsblad zeer ernstige woorden-men moet bij het inrichten van een gergelijke feesten niet alleen allure, stijl, maar ook een zin geven aan het feest.
Er werd verder onder de genodigden, onder wie, Z.E.H. Deken, de wethouders; de gemeentesecretaris en andere vooraanstaanden van Oud-Beijerland, de heren Schepenen, secretaris en Voorzitter van C.O.O. van Zottegem; de heren De Cnijf en De Sutter, gemeenteraadsleden, de Heren De Vrieze en Parmentier leden van C.O.O. en andere vooraanstaanden van de gemeente nog gezellig gepraat.
Het lekker Zottegemse bier smaakte onze gasten, en met vertraging op het voorziene uur werd aan de bezichtiging van enkele merkwaardigheden van onze gemeente begonnen.
Z.E.H. Deken leidde de groep rond in de kerk en toonde de monstrans uit Egmonts tijd; in de Grafkelder gaf Dr. De Vos de nodige uitleg. Dan ging het met de wagens naar Bevegem, de nieuwe wijk en de kerk en overal waren onze Beijerlandse vrienden een en al bewondering voor het mooie en het gevarieerde in de bouwstijl.
Een bezoek aan het Museum, met de Heer Conservator als gids, was het einde van deze voormiddag. Te 16 uur werd dan overgegaan tot de kranslegging: 3 zeer verzorgde kransen werden neergelegd aan de voet van het standbeeld, een vanwege het Gemeentebestuur, een vanwege het werkcomité en een vanwege de Polder. Het Te Velde werd geblazen.
Hierna werd nog een afscheidsglaasje gedronken en hier sprak de Heer De Koning, op de hem eigen vriendelijke manier; Rotary heeft dit jaar op het programma: bruggen bouwen tussen de mensen van verschillende nationaliteiten; ik geloof, zei de intelligente voorzitter van de Rotary Oud-Beijerland, dat onze jonge club met dit feest en dit bezoek werkelijk aan die opdracht heeft voldaan; laten wij hopen, dat deze eerste kennismaking weldra door andere gevolgd mogen worden.
En tot slot zouden wij hier de woorden van de Heer Matthijs, Burgemeester, die alle sprekers gepast en gevat wist te danken, willen weergeven
Indien de mensen vriendschappelijker zoals wij hier, met elkaar zouden willen omgaan, dan zouden er geen atoombommen moeten gemaakt worden, dan zou geen vrees voor oorlog bestaan, dan zouden wij vrede en rust in een gelukkige wereld kennen.

Kenmerken

Datering:
1555 - 1974
Auteur:
G. Timmerman (1994)
Titel inventaris:
Polder 'Oud-Beijerland, Moerkerken, Cromstrijen en de Group'
 
 
 

Deze website maakt gebruik van cookies en daarmee vergelijkbare technieken om een optimale gebruikerservaring te bieden. Je kunt je voorkeuren aanpassen.

Deze cookies zorgen ervoor dat de website naar behoren werkt. Deze cookies kunnen niet uitgezet worden.
Deze cookies zorgen ervoor dat we het gebruik van de website kunnen meten en verbeteringen door kunnen voeren.
Deze cookies kunnen geplaatst worden door derde partijen, zoals YouTube of Vimeo.
Deze cookie stellen onze advertentiepartners in staat om doelgerichter informatie te kunnen aanbieden.

Door categorieën uit te zetten, kan het voorkomen dat gerelateerde functionaliteiten binnen de website niet langer correct werken. Het is altijd mogelijk om op een later moment de voorkeuren aan te passen.