Uw zoekacties: machtiging, 24-10-1808 Vereniging voor Protestants-Christelijke Opleidingen tot Ond...

539 Vereniging voor Protestants-Christelijke Opleidingen tot Onderwijsgevende in en om Dordrecht en Gorinchem en haar rechtsvoorgangers

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Aanwijzingen voor de gebruiker
Openbaarheidsbeperkingen
Beperkingen aan het gebruik
Andere toegangen
Aanvraaginstructie
Citeerinstructie
Inventaris
3. Archief van de Vereniging voor Protestants-Christelijke Opleidingen tot Onderwijsgevende in en rondom Dordrecht en Gorinchem
3.1. Inleiding
539 Vereniging voor Protestants-Christelijke Opleidingen tot Onderwijsgevende in en om Dordrecht en Gorinchem en haar rechtsvoorgangers
Inventaris
3. Archief van de Vereniging voor Protestants-Christelijke Opleidingen tot Onderwijsgevende in en rondom Dordrecht en Gorinchem
3.1.
Inleiding
Op 11 mei 1979 vond in tegenwoordigheid van L. van Bohemen de oprichting van de Vereniging voor protestants-christelijke opleidingen tot onderwijsgevende in en rondom Dordrecht en Gorinchem plaats die statutair in Sliedrecht werd gevestigd. Schijnbaar wilde men op dat moment nog geen uitspraak doen over de plaats van vestiging van het nieuwe opleidingsinstituut. Pas in september 1980 werd het bericht verspreid dat de Landelijke adviescommissie voor het protestants-christelijk opleidingsonderwijs unaniem voor Dordrecht als vestigingsplaats had gekozen. De oprichting van deze vereniging is ook niet geheel vlekkeloos verlopen. Zo werd in de ledenvergadering van de Gorkumse vereniging op 7 juni 1978, waarin de beslissing over de fusie zou moeten plaatsvinden, door een actie van enkele leden het grondslagartikel plotseling gewijzigd. De Dordtse vereniging heeft deze plotselinge wijziging van het grondslagartikel grootmoedig geslikt, waarna ook de leden van de Gorkumse opleidingsvereniging akkoord gingen met de verenigingsfusie. Pas op 1 januari 1981 vond de overdracht van de beide oude verenigingen in Dordrecht en Gorinchem plaats naar de nieuwe vereniging 'in en rondom Dordrecht en Gorinchem'. In de ledenvergadering van 5 juli 1984 werden alweer nieuwe statuten aangeboden, nu voor de Vereniging voor protestants-christelijk hoger beroepsonderwijs in Zuid-West Nederland. De ledenvergadering ging akkoord en op 23 juli 1984 vond de oprichting plaats. Deze oprichting was noodzakelijk doordat er per 1 augustus 1984 een bestuurlijke fusie moest plaatsvinden met de Stichting voor hoger sociaal-pedagogisch onderwijs te Dordrecht. Dit was een bekostigingsvoorwaarde van het Ministerie van onderwijs en wetenschappen bij de toewijzing van een sociale academie in Dordrecht.
In eerste aanleg meenden de beide besturen, na enkele gesprekken met het ministerie, dat zij konden volstaan met een zwakke intentieverklaring van samenwerking. Gedacht werd daarbij aan een medegebruik van het gebouw en mediatheek, alsmede aan een onderzoek naar een gemeenschappelijke administratie. In een brief van 14 november 1983 meldde het ministerie dat een dergelijke intentieverklaring niet de bereidheid tot fusering uitsprak en verzocht om een spoedige toezending van een intentieverklaring, waarin duidelijk gesproken moest worden over een bestuurlijke fusie. Op 1 december vond een bespreking van de beide besturen plaats, waarin besloten werd tot de opstelling van een nieuwe intentieverklaring. In die verklaring werd de bereidheid uitgesproken alle vormen van samenwerking te zoeken welke van belang zijn voor beide instituten. De intentie van beide besturen is uiteindelijk te komen tot een vorm van een geïntegreerd samengaan van het protestants-christelijk hoger beroepsonderwijs. Op 1 maart 1984 vond er nog een bespreking plaats maar dan in het bijzijn van De Raadt en Taapke van de Besturenraad van het P.C.O., die nadrukkelijk adviseerden een overeenkomst op te stellen waarin werd aangegeven dat er uiterlijk per 1 augustus 1984 een fusie zou plaatsvinden tussen de beide besturen. De beide besturen gingen om en de overeenkomst gedateerd op 6 maart 1984 werd tijdens een bespreking op het ministerie overhandigd aan J. Bos, de toenmalige directeur van het H.B.O. op het ministerie. Op diezelfde dag vond er 's avonds om 17.30 uur in het 'Cresthotel' in Papendrecht nog een bijeenkomst plaats waarin de bestuursleden en de directie nader werden geïnformeerd over de overeengekomen fusie tussen ‘De waarden’ en het ‘Deltacollege’.
Op 12 maart 1984 werd de eerste vergadering van de werkgroep ‘Fusie P.A.B.O. - Sociale academie’ al gehouden en op 11 en 18 mei 1984 zonden de besturen van zowel het ‘Deltacollege’ als de Vereniging voor protestants-christelijke opleidingen tot onderwijsgevende in en rondom Dordrecht en Gorinchem definitieve berichten over de fusie per 1 augustus 1984 naar hun respectievelijke achterbannen. Van de nieuwe opleidingsvereniging 'in en rondom Dordrecht en Gorinchem' ging per 1 augustus 1979 een tweetal pedagogische academies uit, te weten de Christelijke pedagogische academie ‘Juliana van Stolberg’ te Gorinchem en ‘Merwerode’ te Dordrecht. Beide academies bleven onder hun oude naam voortbestaan tot 1 augustus 1983 toen de samenvoeging van deze academies plaatsvond en voorlopig gekozen werd voor de naam ‘Christelijke pedagogische academie Dordrecht - Gorinchem’. In de loop van het cursusjaar 1983 - 1984 werd deze voorlopige naam omgezet in Christelijke pedagogische academie ‘De waarden’ te Dordrecht, omdat toen ook de verhuizing van Gorinchem naar Dordrecht plaatsvond. Waar de naam vandaan komt en wie de uiteindelijke bedenker ervan is, is niet bekend. Wel bekend is dat de naamgeving moeizaam verliep. Op 4 februari 1983 werd een prijsvraag uitgeschreven die echter weinig respons opleverde. In de ledenvergadering van juli 1983 werd gemeld dat de naam nog niet bekend was. Door het ministerie werd met de bekostiging voor de nieuwe onderwijsinstelling per 1 augustus 1984 als voorwaarde gesteld dat deze nieuwe beroepsopleiding diende samen te gaan met de Vereniging voor protestants-christelijke opleidingen tot onderwijsgevende in en rondom Dordrecht en Gorinchem. Deze samenvoeging kwam op 1 augustus 1984 tot stand en de nieuwe H.B.O.-instelling in Dordrecht kreeg de naam ‘Deltacollege’.
De vele fusiebesprekingen hebben veel tijd en inspanning van de bestuursleden gevraagd. Of de vele mutaties daarvan een gevolg zijn, is niet te zeggen. Het bestuur van de opleidingsvereniging bestond in eerste aanleg uit twaalf leden. Met de fusie op 1 augustus 1984 kwamen daar nog eens zeven bestuursleden bij, zodat het aantal bestuursleden een recordhoogte van 15 leden bereikte. Met de totstandkoming van de Ichthus Hogeschool op 1 augustus 1986 traden zes bestuursleden tot het bestuur toe, te weten E. Hakkenes, M.J. Maaskant, H.J. Mes, J.P Neven, J.J. van Strien en L. van Valen.
Ontwikkelingen in de maatschappij gingen de deur van pedagogische academies niet voorbij, zodat er vernieuwende democratiseringsprocessen zijn waar te nemen. Reeds in 1974 werd kennis gemaakt met de bestaande docenten-, Havo-, P.A.- en studentenraden. Men concludeerde toen dat de opzet goed en plezierig functioneerde. Naar aanleiding van de voorgenomen fusie van Dordrecht en Gorinchem werd een werkgroep 'Fusie' (later werkgroep 'Bestuursoverdracht') ingesteld, bestaande uit twee bestuursleden, één directielid en twee docenten per instelling, te zamen tien leden. Deze werkgroep stelde voor de bestaande situatie rond inspraak in nieuwe vereniging te continueren. Op 7 en 8 oktober 1981 vonden in Dordrecht en Gorinchem constituerende vergaderingen plaats van de academieraden. In de beide academieraden hadden twee bestuursleden, twee directieleden, twee docenten, één vertegenwoordiger van het niet-onderwijzend personeel en twee studenten, gekozen uit en door de gezamenlijke studenten zitting. Uit de statuten van de academieraad blijkt dat de raad zowel gevraagd als ongevraagd de directie en het bestuur adviseerde met betrekking tot alle zaken, het onderwijs aan de academie betreffende. Daaronder werden verstaan alle organisatorische en onderwijskundige zaken van de academie. Het bestuur ontwierp een nieuwe overlegstructuur in verband met de samenvoeging per 1 augustus 1983 en wilde daarin nadrukkelijk de goede ervaringen met de diverse raden in de beide academies laten meewegen. De bestaande academie¬raden verdwenen en in hun plaats kwam de medezeggenschapsraad. Daarnaast werden een directie-, docenten-, studenten- en stafraad ingesteld. Met de fusie van 1 augustus 1984 van de vereniging en stichting werden per opleidingssoort diverse colleges ingesteld, zoals een bestuurscommissie P.A.B.O. en een bestuurs¬commissie H.S.A.O., die een aantal bestuursstukken zelfstandig konden afhandelen en voor finale besluitvorming bij het bestuur voordragen.
Met de verhuizing van de inventaris van de opleidingsschool in Gorinchem diende uiteraard omgezien te worden naar potentiële kopers van het gebouw. Gelukkig werd die snel gevonden en wel in de Stichting voor christelijk lager economisch en administratief onderwijs. Ten overstaan van notaris J. Oosthoek werd op 8 november 1985 reeds de transportakte getekend. Een langlopende financiële kwestie naderde ook in dit tijdvak zijn ontknoping. De Raad van State deed op 23 mei 1985 uitspraak in de kwestie rond de gemeentelijke overschrijdingsbedragen. Het bestuur werd in het ongelijk gesteld en behoefde dus niet meer te rekenen op een financiële meevaller. Een opmerkelijke zaak dat de gemeente Dordrecht de plaatselijke pedagogische academie financieel keurig in de pas kon laten lopen met de rijksvergoedingen, terwijl dat in Amsterdam en Rotterdam nimmer gelukte en waar ook het bijzonder opleidingsonderwijs soms op uitbundige wijze bedacht werd met gemeentelijke overschrijdingsbedragen. In Dordrecht echter niet.

Kenmerken

Datering:
1891 - 1989
Auteur:
R. Kleiker (1997)
Omvang:
12,38 meter
Titel inventaris:
Vereniging voor Protestants-Christelijke Opleidingen tot Onderwijsgevende in en om Dordrecht en Gorinchem en haar rechtsvoorgangers
 
 
 

Deze website maakt gebruik van cookies en daarmee vergelijkbare technieken om een optimale gebruikerservaring te bieden. Je kunt je voorkeuren aanpassen.

Deze cookies zorgen ervoor dat de website naar behoren werkt. Deze cookies kunnen niet uitgezet worden.
Deze cookies zorgen ervoor dat we het gebruik van de website kunnen meten en verbeteringen door kunnen voeren.
Deze cookies kunnen geplaatst worden door derde partijen, zoals YouTube of Vimeo.
Deze cookie stellen onze advertentiepartners in staat om doelgerichter informatie te kunnen aanbieden.

Door categorieën uit te zetten, kan het voorkomen dat gerelateerde functionaliteiten binnen de website niet langer correct werken. Het is altijd mogelijk om op een later moment de voorkeuren aan te passen.