37 Commissie voor Handel en Nijverheid
37
Commissie voor Handel en Nijverheid
Aanwijzingen voor de gebruiker
laatste wijziging 06-02-2024
4 beschreven archiefstukken
Inleiding
De Commissie voor handel en nijverheid werd op instigatie van het Departement Dordrecht van de Maatschappij van nijverheid door het College van burgemeester en wethouders benoemd teneinde het bij te staan in de behartiging en bevordering van de belangen van handel en nijverheid. De Commissie bestond uit P.J. de Kanter, B. van Bilderbeek, S. Boers, E. Boonen, H. van Dongen, H. de Graaf, F.H. van Gijn, J. van 't Hof, F. Kolkman, W. Krins, H. Lindeman, F. Meihuizen, C.J. Mulder, A.C. van Nievervaart, J.B. Overwijn, P.L. van de Polder, A. van Raalte, J.C. Rédelé, J. van Waalwijk van Doorn, J. van Waardhuizen en G.W. de Wolff.
De Commissie vergaderde voor het eerst op 8 september 1914. Zij achtte de vestiging van een permanent bureau, waar iedereen zich met eventuele klachten en wensen zou kunnen vervoegen, noodzakelijk. Na aanwijzing van A. van Raalte besloot de vergadering het bureau te vestigen aan de Nieuwstraat, waar de secretaris elke dag van 14.00 tot 15.30 uur te spreken zou zijn voor belanghebbenden. In de plaatselijke bladen werd hievan aanvankelijk regelmatig mededeling gedaan. Besloten werd voorts een circulaire te versturen naar alle verenigingen, die daarvoor in aanmerking kwamen, met het verzoek tot invulling van een erbij gevoegde vragenlijst. Reeds dadelijk bleek ter vergadering, dat de commissie zich bij herhaling zou hebben te wenden tot de militaire autoriteiten teneinde voor zakenmannen verlof te vragen. Ook bleken er moeilijkheden met betrekking tot de meelvoorziening, op welk gebied allicht stappen zouden moeten worden gedaan.
De Commissie vergaderde voor het eerst op 8 september 1914. Zij achtte de vestiging van een permanent bureau, waar iedereen zich met eventuele klachten en wensen zou kunnen vervoegen, noodzakelijk. Na aanwijzing van A. van Raalte besloot de vergadering het bureau te vestigen aan de Nieuwstraat, waar de secretaris elke dag van 14.00 tot 15.30 uur te spreken zou zijn voor belanghebbenden. In de plaatselijke bladen werd hievan aanvankelijk regelmatig mededeling gedaan. Besloten werd voorts een circulaire te versturen naar alle verenigingen, die daarvoor in aanmerking kwamen, met het verzoek tot invulling van een erbij gevoegde vragenlijst. Reeds dadelijk bleek ter vergadering, dat de commissie zich bij herhaling zou hebben te wenden tot de militaire autoriteiten teneinde voor zakenmannen verlof te vragen. Ook bleken er moeilijkheden met betrekking tot de meelvoorziening, op welk gebied allicht stappen zouden moeten worden gedaan.
In de vergadering van 23 oktober 1914 werd het bureau gemachtigd tot vriendschappelijke bemiddeling in loonkwesties. Men besloot zich te wenden tot het gemeentebestuur met het verzoek een regeling te treffen om hen, die ten gevolge van de omstandigheden in financiële moeilijkheden verkeerden, op een gemakkelijke wijze aan krediet te helpen. In Amsterdam en Den Haag zou worden geïnformeerd naar de kredietregeling voor de middenstand en naar de wijze van verstrekking van bouwkredieten.
Op 27 november vergaderde de Commissie voor de derde keer. Er werden discussies gevoerd over de kredietverlening. Deze zaak bleek urgent nu er al enkele aanvragen tot faillietverklaring van mensen, die door de omstandigheden hadden geleden, bij de rechtbank waren ingediend. Besloten werd bij het College van B & W aan te dringen op een coulante regeling van deze materie. Daarna werd de Commissie nooit meer bijeengeroepen. De kooplieden wisten zich langzamerhand aan de veranderde omstandigheden aan te passen, zodat de Commissie haar eigenlijke taak, het zoveel mogelijk in normale banen leiden van handel en industrie, automatisch werd ontnomen. Voor het bureau bleef er evenwel nogal wat werk te doen. Tal van aanvragen om verlof werden bij de militaire autoriteiten ondersteund, pogingen werden gedaan om kleine industriëlen aan grondstoffen te helpen, bemiddelend werd er opgetreden in enkele gevallen, waarin bakkers door hun leveranciers met een faillissement werden bedreigd. Het bureau deed voorts het zijne teneinde te bewerken, dat begonnen bouwwerken zouden worden voortgezet. In september 1914 trad het in overleg met de in Dordrecht gevestigde bakkers over maatregelen in verband met de schaarste aan bloem. Het bureau verleende ook bijstand aan handelaren, die belemmeringen ondervonden bij de im- of export van hun artikelen.
Op 27 november vergaderde de Commissie voor de derde keer. Er werden discussies gevoerd over de kredietverlening. Deze zaak bleek urgent nu er al enkele aanvragen tot faillietverklaring van mensen, die door de omstandigheden hadden geleden, bij de rechtbank waren ingediend. Besloten werd bij het College van B & W aan te dringen op een coulante regeling van deze materie. Daarna werd de Commissie nooit meer bijeengeroepen. De kooplieden wisten zich langzamerhand aan de veranderde omstandigheden aan te passen, zodat de Commissie haar eigenlijke taak, het zoveel mogelijk in normale banen leiden van handel en industrie, automatisch werd ontnomen. Voor het bureau bleef er evenwel nogal wat werk te doen. Tal van aanvragen om verlof werden bij de militaire autoriteiten ondersteund, pogingen werden gedaan om kleine industriëlen aan grondstoffen te helpen, bemiddelend werd er opgetreden in enkele gevallen, waarin bakkers door hun leveranciers met een faillissement werden bedreigd. Het bureau deed voorts het zijne teneinde te bewerken, dat begonnen bouwwerken zouden worden voortgezet. In september 1914 trad het in overleg met de in Dordrecht gevestigde bakkers over maatregelen in verband met de schaarste aan bloem. Het bureau verleende ook bijstand aan handelaren, die belemmeringen ondervonden bij de im- of export van hun artikelen.
Tenslotte deed het bureau pogingen tot het zich vestigen van nieuwe industrieën. Hierbij kon het niet tot positieve successen komen. Ruim vijtig aanvragen om kredieten met borgstelling door de gemeente werden behandeld. Het lijdt geen twijfel of tal van middenstanders hebben zich met de hen verleende kredieten staande kunnen houden. Sommigen hebben zich met behulp van de betrekkelijk kleine sommen, die hun werden geleend, een betere positie weten te veroveren.
Toen in maart 1919 bleek, dat ook het bureau nog slechts enkele kredietaanvragen te behandelen kreeg, zodat aan de bestaansnoodzakelijkheid van de Commissie mocht worden getwijfeld, werd ze door het College van burgemeester en wethouders ontbonden.
Toen in maart 1919 bleek, dat ook het bureau nog slechts enkele kredietaanvragen te behandelen kreeg, zodat aan de bestaansnoodzakelijkheid van de Commissie mocht worden getwijfeld, werd ze door het College van burgemeester en wethouders ontbonden.
laatste wijziging 06-02-2024
4 beschreven archiefstukken
Inventaris
2 Agenda van ingekomen brieven
37 Commissie voor Handel en Nijverheid
Inventaris
2
Agenda van ingekomen brieven
Datering:
1914-1919
Omvang:
1 omslag
laatste wijziging 16-01-2008
laatste wijziging 06-02-2024
4 beschreven archiefstukken
Kenmerken
Datering:
1914 - 1919
Auteur:
---
Omvang:
0,13 meter
Licentie:
Titel inventaris:
Commissie voor Handel en Nijverheid
Categorie:
Archiefvormer(s):
laatste wijziging 06-02-2024
4 beschreven archiefstukken