
Dit is het wapenboek van het hoogheemraadschap van de Zwijndrechtse Waard. De Zwijndrechtse Waard beslaat het zuidoostelijk gedeelte van het eiland IJsselmonde en is ontstaan in 1331. In dat jaar begon men met de bedijking en inpoldering van het gebied, voornamelijk gefinancierd met Dordts kapitaal.
Het is een zeer vruchtbaar gebied waar de land- en tuinbouw overheerst. Na de drooglegging vormen de polders een hoogheemraadschap dat het waterstaatkundig toezicht opdraagt aan een dijkcollege, bestaande uit een dijkgraaf en een zevental heemraden. De voornaamste taak van het dijkcollege is het controleren van het onderhoud van de dijken dat op kosten van de grondeigenaren (dijkplichtigen) moet worden uitgevoerd. Het schouwen van de dijken gebeurt drie keer per jaar en men gebruikt daarvoor speciale schouwschuiten en -wagens. De dijkplichtigen die niet aan hun verplichtingen voldoen, krijgen een hoge boete en worden als- nog gedwongen het onderhoud te laten uitvoeren.
De vele watersnoden die het gebied in de loop der eeuwen treffen, tonen aan hoe belangrijk goed onderhouden dijken zijn. De hoogheemraadschappen vormen samen met de waterschap- pen de oudste democratische instellingen van Nederland. Hoogheemraadschappen zijn waterschappen die aan zee grenzen, totaal zijn er nu 27 in Nederland. Doordat men gezamenlijk tot een goed resultaat moet komen, is geregeld overleg noodzakelijk. Volgens sommigen hebben we daaraan nu de termen ‘polderen’ en ‘poldermodel’ te danken.
Aan functies in het dijkcollege zijn allerlei (financiële) voorrechten verbonden, zodat het verwerven ervan zeer begeerlijk is. Dat leidt tot de geleidelijke verwording van het college tot een regentenkliek, die elkaar per toerbeurt de ambten toebedeelt. Machtsmisbruik en geldverkwisting zijn aan de orde van de dag. Berucht zijn de vele overvloedige maaltijden met overmatig drankgebruik, die in herberg De stenen kamer bij Zwijndrecht worden genoten. Daarvoor zijn zelfs speciale tafelwetten geschreven, waarin onder andere de volgorde van de verschillende heildronken (condities) staan vermeld. Met de komst van de Fransen in 1795 gaat het systeem op de schop: het dijkbestuur wordt in het vervolg door de ingelanden, de grondeigenaren binnen het hoogheemraadschap, gekozen en vele voorrechten worden afgeschaft. Het hoogheemraadschap van de Zwijndrechtse Waard blijft nog tot 1955 bestaan, wanneer de taken overgaan naar het latere waterschap IJsselmonde.
Het hoogheemraadschap bezit sinds 1723 een wapenboek, een soort kroniek waarin de bestuursleden hun familiewapens laten tekenen. Het wapen dat hier wordt getoond, is van Willem Snellen (1729-1791), een strenge en wat stugge Dordtse regent die in 1758 heemraad wordt. Hij woont lange tijd op het slot Develstein te Zwijndrecht, dat na zijn dood in verval raakt en in 1824 wordt gesloopt. Van hem is onder meer bekend dat hij in zijn vrije tijd een verdienstelijk uurwerkmaker is. Tijdens zijn burgemeesterschap van Dordrecht ziet hij er scherp op toe dat alle stadsuurwerken tot op de seconde nauwkeurig de juiste tijd aangeven. Bij zijn benoeming schenkt hij het hoogheemraadschap een zogenaamd polderglas, waaruit bij bijzondere gelegenheden wordt gedronken. Het glas draagt de tekst ‘Het welvaren van den Swyndregtsenwaard’. Deze schenking is ook in het wapenboek opgetekend.
Teun de Bruijn