Het Stapelrecht

Dit oude stuk perkament met een flinke vouw, ongetwijfeld ontstaan door oververhitting bij een brand, is samen met het stadsrecht van 1220 het beroemdste officiële stuk uit de Dordtse geschiedenis. Het benadrukt de positie die Dordrecht als belangrijkste stad van Holland innam in die tijd. Gelegen aan belangrijke handelsroutes over water groeit de stad dan uit tot een regionale en internationale marktplaats.

Dat op 6 november 1299 dit voorrecht, een zogeheten privilege, wordt verleend door de jonge graaf Jan I en zijn opvolger en oudoom Jan II uit het Henegouwse huis, betekent niet dat Dordrecht pas vanaf dat moment tot bloei komt. In de 13de eeuw neemt de handel over Maas en Merwede sterk toe, belangrijke steden als Keulen en Luik staan via deze rivieren in direct contact met Dordrecht. Vertegenwoordigers van Duitse handelshuizen vestigen zich in de stad.

In die tijd heeft Dordrecht nauwelijks concurrentie van steden als Amsterdam en Rotterdam, die komen pas later tot bloei. De graven van Holland zijn de stad gunstig gezind en verblijven op hun talrijke rondreizen regelmatig in de stad, waar ze over een wooncomplex aan de Wijnstraat beschikken. De stadse allure van Dordrecht blijkt uit de vele stenen huizen, versterkte woontorens en twee grote kloostercomplexen, van augustijnen (nu het Hof) en franciscanen.

Door dit privilege van 1299 worden kooplieden en schippers voortaan verplicht hun handelswaar in Dordrecht op de markt aan te bieden, maar voor een groot deel deden ze dat al. Dordrecht was al eerder uitgegroeid tot een belangrijke markt- en stapelplaats. De drie producten die in dit document met name worden genoemd, zijn wijn, hout en graan. Wijn is een luxeproduct afkomstig van de wijngaarden langs de Rijn en Moezel dat via Keulen over Rijn, Waal en Merwede naar Dordrecht wordt verscheept. Hout komt samengebonden tot vlotten uit Duitse bossen en uit de streken rond Luik.

In later eeuwen beschouwen kooplieden het stapelrecht wel als een dwang, maar in de begintijd wordt het gezien als gunstig voor de stad, voor de handelaars en voor de graaf. De stad ziet de economische activiteiten gestaag toenemen; kooplui en schippers zijn in Dordrecht bijna altijd zeker van een retourvracht en de graaf tenslotte wordt er financieel wijzer van, doordat een uitgekiend systeem van tolheffing is ingesteld langs de vaarwegen naar de stad.

Emile Havers

Sluit het Verborgen Museum