Lantaarn van het oude postkantoor

Niets heeft in Dordrecht zo veel stof doen opwaaien als de sloop van het oude postkantoor aan het Bagijnhof. Het moet in 1975 plaatsmaken voor de nieuwbouw van C&A en Hema. De tijden zijn veranderd en ook Dordrecht maakt ruimte voor winkelketens en warenhuizen.

Het postkantoor krijgt een moderne behuizing om de hoek aan de Johan de Wittstraat, die samen met de pas aangelegde Spuiboulevard ruim baan geeft aan verkeer en grote kantoren. Hoewel deze ontwikkelingen wel verklaarbaar zijn door toegenomen verkeersdrukte en schaalvergroting, is de verdwijning voor vele Dordtenaren nog altijd onverteerbaar. Nog koesteren sommigen de wens het postkantoor in zijn contouren te laten herleven in de klinkers van het Bagijnhof.

Toch is niet alles van het postkantoor verdwenen. Naast een aantal fraaie foto’s van het gebouw aan een lieflijk Bagijnhof met bomen, voetgangers en koetsen, bezit het Regionaal Archief Dordrecht ook twee lantaarns. Deze sierden de weerszijden van de ingang van het Post- en Telegraafkantoor.

Het postkantoor wordt ontworpen en gebouwd in 1905-1907 door de toenmalige rijksbouwmeester D.E.C. Knuttel (1857-1926) op de plaats van een stadsschool uit 1861. Knuttel is geen bekende rijksbouwmeester, slechts enkele gebouwen herinneren nog aan hem: de Rijkspostspaarbank aan de Van Baerlestraat in Amsterdam (later Sweelinckconservatorium, binnenkort een hotel), het hoofd- postkantoor in Eindhoven (1908-1909) en het Ministerie van Landbouw, Natuur- beheer en Visserij aan de Bezuidenhoutseweg in Den Haag (1912). Knuttel bouwt vooral voor de Posterijen en Telegrafie. Hij houdt van de stijl van de Hollandse renaissance, maar schuwt ook andere stijlperiodes niet. Het Dordtse postkantoor bouwt hij in een eclectische stijl, een mix van verschillende stijlen. Het gebouw heeft twee torentjes, een overhoeks geplaatste entree en trapgeveltjes. Knuttel combineert de Hollandse neorenaissance met invloeden van de bekende Amsterdamse architect Berlage, die we ook herkennen in de gekleurde baksteen in het interieur.

Dat het gebouw in ons straatbeeld wordt gemist, is begrijpelijk; de speelsheid in de gevelopbouw, de menselijke maat en het historiserende karakter spreken tot de verbeelding en komen tegemoet aan een gevoel van nostalgie. Bovendien is dat wat ervoor in de plaats kwam minder fantasierijk. Het gebied van het Bagijnhof – met een lange historie en waar ooit een hofje voor begijnen stond, vandaar de straatnaam – heeft er lange tijd ‘lusteloos’ bijgelegen. De recente herontwikkeling moet de levendigheid terugbrengen.

Iris Knapen

Sluit het Verborgen Museum