
Het Dordrecht van 1883 ziet er aanmerkelijk anders uit dan nu. Geen autoverkeer, geen telefoon en elektrisch licht, geen radio en tv, laat staan internet, ja zelfs de fietsen ontbreken. En ook openluchtsporten bestaan eigenlijk nog niet.
Toch lukt het Herman Otto van der Linden van Snelrewaard in dat jaar een paar van zijn neefjes enthousiast te maken voor het cricketspel. Na eerst in de tuin van de villa van oom Herman te hebben gespeeld, verhuist de club in 1885 naar een grasveld aan de Markettenweg aan de rand van de wijk Krispijn. Vanaf 1890 legt de club zich geheel op het voetbal toe en wordt de naam veranderd in Dordrechtsche Football-Club (DFC). Kort daarop wordt het veld gedraineerd en start een periode met hoogtijdagen.
In 1911 en 1912 worden er op dit veld zelfs twee voetbalinterlands gespeeld, beide tegen België. Om alle toeschouwers te kunnen bergen, worden er royale zit- en staantribunes langs het veld geplaatst: meer dan 10.000 bezoekers maakten te voet of per paardentram de gang naar de Markettenweg. De derby’s van de Lage Landen vielen in het voordeel van Oranje uit: de Rode Duivels werden met 3-1 en 4-3 verslagen. Ook zijn de elftallen van DFC succesvol in verschillende competities.
Door de uitbreiding van Krispijn moet DFC in 1948 haar sportcomplex verlaten; het maakt plaats voor onder andere het Weizigtpark en het verzorgingstehuis Thureborgh. Op 29 februari wordt de laatste wedstrijd onder grote belangstelling van ruim 13.000 toeschouwers tegen Feyenoord gespeeld. De Rotterdammers worden met 4-1 verslagen. Na afloop worden de tribunes afgebroken (nu eens niet door het publiek), de grasmat uitgestoken en opgerold, want alles gaat mee naar de nieuwe locatie aan de Krommedijk. Op 14 augustus wordt dit terrein officieel in gebruik genomen.
Een lange stoet belangstellenden marcheert die dag achter het vaandel van DFC van het oude naar het nieuwe veld. Na vele toespraken volgt er een duel tegen een elftal uit Pilzen (Tsjechië). Een stukje klei met hier en daar een dor sprietje gras van de Markettenweg wordt ter herinnering in een doosje gestopt en in het archief opgeborgen. Hoewel DFC na de verhuizing nog enige jaren succesrijk is in de competitie, verandert er in 1954 veel met de invoering van het betaalde voetbal. Schoorvoetend besluiten de leden om de overstap te maken, later gevolgd door een splitsing in een amateur- en profvereniging. Hoewel DFC na ruim 125 jaar nog steeds bestaat, is er van de ooit roemruchte vereniging, decennia lang het domein van de Dordtse elite, weinig meer over: slechts een zaterdagafdeling moet de naam hoog houden. Maar de geschiedenis leeft voort in dit stukje heilige Dordtse klei.
Teun de Bruijn