
De historisch-topografische atlas van het Regionaal Archief Dordrecht bevat duizenden afbeeldingen betreffende de topografie en geschiedenis van Dordrecht en omgeving, zoals tekeningen, aquarellen, gravures, prentbriefkaarten, affiches en foto’s. Belangrijk onderdeel is de collectie Dordracum Illustratum, ruim 8000 afbeeldingen bijeengebracht door mr. Simon van Gijn en in 1916 door hem aan de gemeente geschonken.
Een van de allermooiste foto’s uit die rijke beeldbank is deze van de balkengaten aan de Noordendijk, gemaakt omstreeks 1900 door Hendrik Johannes Tollens, Dordrechts bekendste fotograaf. De houthandel was eeuwenlang van groot economisch belang voor de stad. Aanvankelijk worden de boomstammen in enorme vlotten vanuit Duitsland over de rivier naar de stad geroeid en op het Wantij ontbonden en verhandeld. Op de vlotten zijn hutten gebouwd voor de bemanning en er wordt zelfs slachtvee als proviand meegevoerd.
Later komt Scandinavisch en Baltisch hout per schip naar de Kalkhaven. Langs de Weeskinderendijk, ‘s-Gravendeelsedijk en Noordendijk bevinden zich de zogenaamde balkengaten, waterbekkens waarin de (soms al tot balken gezaagde) stammen eerst een tijdje moeten liggen weken om voedingsstoffen, schimmels, bacteriën en insecten eruit te spoelen en het krimpen, scheuren en kromtrekken na droging te beperken. Daar staan ook de houtzaagmolens waarmee de stammen tot planken worden verzaagd. Tollens beklimt molen de Nagtegaal op de hoek van de Noordendijk en de later aangelegde Oranjelaan om dit fraaie plaatje te kunnen schieten. Op de achtergrond ziet hij de paltrokmolens de Duinen en de Windhond. Verderop richting Dubbeldam is molen de Jager al verdwenen evenals rechts vooraan bovenkruier het Hert.
Omdat rond de eeuwwisseling hout steeds meer door ander bouwmateriaal wordt vervangen en de import van goedkoop gezaagd hout uit Amerika toeneemt, verdwijnt na 1900 de ene molen na de andere. Het Hert wordt in 1891 gesloopt, de Jager volgt in 1904 en de Duinen in 1908. De Windhond houdt het nog tot 1917 vol en bovenkruier de Nagtegaal valt in 1930 als een van de laatste onder de slo- pershamer. De balkengaten worden gedempt. Als eerste die van de Jager en de Windhond, waar in het poldertje van die naam een sportcomplex verrijst dat in de 21ste eeuw voor een woonwijk aan het water moet wijken. De balkengaten op de foto bleven langer open. In een ervan is van 1934 tot in 1947 zwemblad De Groene Plas gevestigd. Tegenwoordig staat er een appartementencomplex, een kerkje en enkele scholen.
Jan Alleblas