Antifonarium

Iedereen kent wel het gebouw met het leuke torentje op de hoek van de Visstraat en de Voorstraat: de Waalse kerk. Het was oorspronkelijk de kapel van een middeleeuws ziekenhuis, het Heilig Sacramentsgasthuis. Het gasthuis omvat vanaf ongeveer 1250 die kapel, een ziekenhuisje met een paar bijgebouwen en een kruidentuin met wijngaard.

Zieke Dordtse burgers worden er verzorgd en behandeld door de Magdalenazusters en de stadschirurgijn. De naam Heilig Sacramentsgasthuis komt rond 1400 in zwang, vanwege een typisch rooms-katholiek wonderverhaal. Na de reformatie kan zo’n naam natuurlijk niet meer en wordt het ziekenhuis het (Grote) Gasthuis genoemd. En net daarna, in 1575, gebeurt er iets vreemds. Een ziekenhuisklerk zoekt een omslag voor de rekeningen van het vorig jaar en gebruikt daarvoor een stuk perkament met muziekschrift en Latijnse teksten. De jaarrekening, met dat omslag, gaat keurig in het archief van het gasthuis. Na zo’n vier eeuwen, in 1961, buigt zich een rooms-katholieke musicoloog over het perkament en ontdekt dat het een antifonarium is. Dat is een handschrift waarin antifonen (letterlijk tegenstemmen) of beurtzangen worden opgetekend. Met zo’n beurtzang wordt tijdens de mis het zingen of voordragen van een psalm afgewisseld.  Een van de teksten in dit handschrift luidt:

Virgo prudentissima, quo progrederis
quasi aurora valde reutilans? Filia Sion.
Tota formosa et suavis es:
pulchra ut luna, electa ut sol.

Zeer wijze maagd, waarheen gaat gij,
helder gloeiend als de dageraad? Dochter van Sion.
Geheel rechtvaardig en lieflijk zijt gij:
schoon als de maan, voortreffelijk als de zon.

De musicoloog meldt ook nog dat een dergelijk antifonarium aan een kerk met een kapittel moet hebben toebehoord. Dat kan in Dordrecht dan alleen maar de Grote Kerk zijn. Het is voorstelbaar dat na de reformatie de muziekbibliotheek van de Grote Kerk wordt opgeruimd waarbij wat muziekbladen in het gasthuis terechtkomen. Waar het inmiddels ook niet meer rooms-katholieke personeel er een jaarrekening in heeft verpakt.

Dat is dan niet alleen een vroege vorm van milieu- en kostenbewust hergebruik van het kostbare perkament, maar gezien de inhoud ook een demonstratief gebaar: er wordt niet meer gezongen in de kerk en zeker geen teksten die Maria vereren. Er mag dan wel geen beeldenstorm hebben plaats gevonden in Dordrecht, de klerk demonstreert hier op subtiele wijze wel zijn minachting voor aloude roomse gebruiken. Een antifoon als tegenstem.

Pieter Breman

Sluit het Verborgen Museum