Uw zoekacties: Polder 'De Oude Korendijk' en haar rechtsvoorgangers

775 Polder 'De Oude Korendijk' en haar rechtsvoorgangers

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Aanwijzingen voor de gebruiker
Openbaarheidsbeperkingen
Beperkingen aan het gebruik
Andere toegangen
Aanvraaginstructie
Citeerinstructie
Inleiding
1. Geschiedenis
1.1. Ontstaan en ontwikkeling van de polderdelen
1.2. Waterhuishouding
1.3. Bestuur
775 Polder 'De Oude Korendijk' en haar rechtsvoorgangers
Inleiding
1. Geschiedenis
1.3.
Bestuur
De bestuursinrichting in die tijd voor de invoering van het (eerste bijzondere reglement in 1858, *  , is nogal onduidelijk. De vier polders werden bestuurd door een college van dijkgraaf en heemraden, dat voor elke polder uit dezelfde personen bestond. Dit wil echter niet zeggen dat er een bestuur voor de gezamenlijke polders fungeerde. Het trad nu namens de ene, dan weer namens de andere polder op. Slechts bij bijzondere, gemeenschappelijke aangelegenheden vertegenwoordigde het de gezamenlijke polders. Mogelijk was elke heemraad een vertegenwoordiger van een der polders.
Het college werd bijgestaan door een secretaris/penningmeester, die ook de vier polders bediende.
In principe was dus het bestuur van elke polder gescheiden van dat van de andere.
De ingelanden van de verschillende polders vormden het enige verschil in de bestuurssamenstelling. Zij speelden wat betreft het afhoren van de rekening pas sedert 1704 een rol. Op 2 juli 1789 werd besloten dat onder bepaalde voorwaarden alle ingelanden (ook zij die de verplichte 20 gemeten lands niet hadden) bij de afhoring van de rekening aanwezig mochten zijn *  .
De dijkgraaf werd door de landsheer benoemd, terwijl de heemraden door het oude college tezamen met de baljuw/dijkgraaf van Putten werd benoemd *  .
Rond 1851 kwamen stemmen op de afzonderlijke administraties van de polders samen te voegen, c.q. de polders te reglementeren *  . Voordien bestond geen reglement.
De Noordpolder kwam deze tijd in handen van één eigenaar, waardoor het bestuurscollege zijn zeggenschap over dit gebied verloor *  .
De administratie van de Oost- en Molenpolder werd in 1854 geheel samengesmolten. Dit was het gevolg van een doorbraak van de Noordpolder in 1853, waarna de Middeldijk voor rekening van de Oude Korendijk, de Oost- en Molenpolder met een bijdrage van de gemeente Goudswaard tot zogenaamde bandijkhoogte werd opgemaakt. Hierna was er nog slechts sprake van twee beheren: Oude Korendijk en het Oude Nieuwland enerzijds, en de Oost- en Molenpolder anderzijds.
Met ingang van 19 juli 1858 kwam er formeel een bestuur en een administratie, doch tot 1950 was er nog sprake van een gemeenschappelijk beheer en de bijzondere beheren van de bovengenoemde polderdelen *  .
Tot de herziening van het bijzondere reglement in 1916 waren er bovendien afzonderlijke omslagen en rekeningen van het stoomgemaal en de grindwegen. De benoeming van de dijkgraaf en vier heemraden (zoals geregeld in 1858) geschiedde door de Kroon, op voordracht van het bestuur van de polder.
De uitvoering van het ruilverkavelingsplan Korendijk-Strienemonde, die de bouw van een nieuw (gemeenschappelijk) gemaal aan de Nieuwendijk te Zuid-Beijerland met zich mee bracht, leidde tot de opheffing van de Oude Korendijk c.a.
Bij besluit van provinciale staten van 4 februari 1972 no. 10 werden met ingang van 1 januari 1973 een zestal polders samengevoegd tot de polder Strienemonde.
2. De archieven

Kenmerken

Datering:
1624 - 1972
Auteur:
G. Timmerman (2000)
Titel inventaris:
Polder 'De Oude Korendijk' en haar rechtsvoorgangers
 
 
 

Deze website maakt gebruik van cookies en daarmee vergelijkbare technieken om een optimale gebruikerservaring te bieden. Je kunt je voorkeuren aanpassen.

Deze cookies zorgen ervoor dat de website naar behoren werkt. Deze cookies kunnen niet uitgezet worden.
Deze cookies zorgen ervoor dat we het gebruik van de website kunnen meten en verbeteringen door kunnen voeren.
Deze cookies kunnen geplaatst worden door derde partijen, zoals YouTube of Vimeo.
Deze cookie stellen onze advertentiepartners in staat om doelgerichter informatie te kunnen aanbieden.

Door categorieën uit te zetten, kan het voorkomen dat gerelateerde functionaliteiten binnen de website niet langer correct werken. Het is altijd mogelijk om op een later moment de voorkeuren aan te passen.