Uw zoekacties: Polder 'Cromstrijen'

756 Polder 'Cromstrijen'

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Aanwijzingen voor de gebruiker
Openbaarheidsbeperkingen
Beperkingen aan het gebruik
Andere toegangen
Aanvraaginstructie
Citeerinstructie
Inleiding
1. Voorwoord
2. Inleiding door P. Ernsting
2.1. Algemeen
2.2. Bedijking
756 Polder 'Cromstrijen'
Inleiding
2. Inleiding door P. Ernsting
2.2.
Bedijking
Na 8 jaar voorbereidende werkzaamheden gingen de Ambachtsheren in 1539 over tot de eerste bedijking. "Oud-Cromstrijen met het West-Masche-Nieuwland bedijkt" was de naam voor het Cromstrijensche gedeelte van de nieuwe polder het Westmaas-Nieuwland.
In de zomer van 1557 werd de polder Oud-beijerland bedijkt, bij welke bedijking Cromstrijen slechts voor een klein gedeelte was betrokken. De Cromstrijensche strook in deze nieuwe polder heeft vanouds geheten: Oud-Cromstrijen met Oud-Beijerland bedijkt.
Deze twee kleine noordelijke delen van de Ambachtsheerlijke gronden, samen ongeveer 727 ha groot, zijn na de bedijking in beheer en administratief overgegaan op de polders het Westmaas-Nieuwland en Oud-Beijerland c.a.
Daarentegen bestond er tussen de vier latere bedijkingen, zowel onderling als met de Ambachtsheerlijkheid een tamelijk hechte band. Pas in 1602 ging men over tot de derde bedijking. In een vergadering van de Ingeërfden van de Numansgorzen op 1 en 2 december 1601 werden heemraden en een dijkgraaf gekozen en nog enige functionarissen *  .
Dijkgraaf en heemraden werden gekozen door en uit de Ambachtsheren, wat ook bij de later ondernomen bedijkingen het geval was 10).
Men begon te werken op 12 april 1602 en reeds op 11 mei van dat jaar waren alle kreken gesloten en werd door dijkgraaf en heemraden besloten het nieuwe land de naam Nieuw-Cromstrijen te geven. De grond in die polder werd verdeeld in 12 kavels, elk van 37 morgen, 185 roeden en 1 voet.
Dijkgraaf en heemraden schatten de waarde van de nieuwe grond op 202.024 gulden en 12 stuivers, terwijl de kosten van het gehele werk ongeveer 63.000 gulden hadden bedragen. De verdeling van de kavels onder de Ambachtsheren had plaats bij blinde loting. De kavels verschilden echter in kwaliteit en daarom moesten degenen aan wie bij de loting de beste kavels waren toegevallen, een bepaald bedrag betalen, welk bedrag werd uitgekeerd aan degenen die de slechtste kavels hadden getroffen.
De eigenaren van de gorzen van Oud- en Nieuw-Beijerland verzochten in 1614 dijkgraaf en heemraden van Nieuw-Cromstrijen, Ambachtsheren en eigenaren van de gorzen van Nieuw-Cromstrijen of de Beijerlandse gorzen met een aantal gorzen van Nieuw-Cromstrijen zouden kunnen worden bedijkt. De 29e december van dat jaar werd hiertoe besloten.
In de zomer van 1615 werd het werk ten uitvoer gebracht. Het Cromstrijensche gedeelte van de bedijking, de polder Klein-Cromstrijen genaamd, werd 9 juli 1615 in 12 kavels van ongeveer 18 morgen verdeeld. De waarde werd geschat op 96.952 gulden en 16 stuivers. Ook nu weer vond de verdeling van de kavels onder de Ambachtsheren plaats bij blinde loting en moesten degenen die de beste kavels hadden getrokken een zekere som betalen aan degenen, aan wie de slechtste kavels waren toegevallen.
In de verkavelingsvoorwaarden was ook opgenomen de bepaling dat de gezamenlijke bezitters van een kavel elkaar zouden mogen dwingen tot smalkaveling, zowel de meeste de minste als de minste de meeste. Toen in 1624 plannen bestonden om over te gaan tot een nieuwe bedijking, bleek hieromtrent verschil van mening. Velen achtten het tijdstip te vroeg gekozen, omdat de aangeslibde kleilaag niet dik genoeg zou zijn. het advies van twee onpartijdige, Zeeuwse dijkgraven werd ingewonnen en na een uitgebreid onderzoek werd besloten, toch tot bedijking over te gaan en wel in het begin van het volgend jaar, 1625.
Op een op 23e mei 1624 te Rotterdam gehouden vergadering waren uit de Ambachtsheren reeds een dijkgraaf en zes heemraden gekozen *  .
Aan het einde van de zomer van 1625 werd het werk voltooid en besloot men de nieuwe polder Groot-Cromstrijen te noemen.
De grond werd verdeeld in 12 kavels, elk van 98 morgen.
Iedere kavel was weer onderverdeeld in een kavel hoofdland van 71 morgen 100 roeden en een kavel volgerland van 26 morgen 500 roeden. Voor de verdeling van de kavels onder de Ambachtsheren en voor de smalkaveling golden dezelfde bepalingen als bij de twee vorige bedijkingen. In de verkavelingsvoorwaarden werd ook opgenomen de bepaling dat bij het nemen van besluiten inzake de regering van de polder Groot-Cromstrijen gestemd zou worden bij morgentalen.
Omdat de aanslibbing zich na de bedijking van de polder Groot-Cromstrijen in een snel tempo had voortgezet, begonnen de Ambachtsheren al in 1627 weer aan een volgende bedijking te denken. Er werd een overeenkomst gesloten, maar toen met de uitvoering zou worden begonnen, verklaarden de eigenaren van het Zuid-Beijerlandse gedeelte, dat hun gronden nog niet geschikt waren voor indijking en dat zij zich dus niet aan de overeenkomst gehouden achtten. In het geschil besliste de Hooge Raad van Holland op 7 juni 1642 en wel in die zin dat onmiddellijk met de uitvoering van het werk kon worden begonnen.
Op een de 26e november 1641 gehouden vergadering van Ambachtsheren van Cromstrijen in de Doelen te Rotterdam was al besloten de polder Numanspolder te noemen. De grond in de Numanspolder werd verdeeld in 12 kavels, elk van 85 morgen 300 roeden.
De waarde van het geheel werd geschat op 1.010.396 gulden en 5 penningen. Ook nu weer golden voor de verdeling van de kavels onder de Ambachtsheren en voor de smalkaveling dezelfde bepalingen als bij de vorige bedijkingen, terwijl in de verkavelingsvoorwaarden, evenals in die van Groot-Cromstrijen, de bepaling werd opgenomen dat gestemd zou worden bij morgentalen.
Na de indijking van de Numanspolder werden de verdere bedijkingen anders van opzet. Zij werden aanvankelijk slechts bezomerkaad, zodat zij bij hoge vloeden onderliepen. Het grootste verschil met de tot 1642 ondernomen bedijkingen was echter gelegen in het feit, dat de na 1642 ingepolderde grond niet meer werd verkaveld, maar door de Ambachtsheren in gemeenschap werd behouden. Alle ten zuiden van de Numanspoldersedijk gelegen buitenpolders en -gronden zijn dus het eigendom gebleven van de Ambachtsheerlijkheid Cromstrijen.
De na 1642 aangewonnen zomerpolders zijn:
Molenpolder: 1663
Torensteepolder: 1687
Nieuw-Westersche Zomerpolder: 1696
Schuringsche polder: 1711
Hooge Westersche Zomerpolder: 1751
Nieuw-Oostersche-polder: 1758
Hoogenzandschepolder: 1793
Polder de Oostersche Bekade Gorzen: na 1793
Polder de Westersche Bekade Gorzen: na 1793.
2.3. Relatie van de binnen tot de ambachtsheren
2.4. Reglementering
2.5. Waterstaatwerken
2.6. Verdergaande samenwerking
2.7. Naschrift (G. Timmerman)
3. Inleiding door G. Timmerman

Kenmerken

Datering:
1602 - 1974
Auteur:
G. Timmerman (1996)
Titel inventaris:
Polder 'Cromstrijen'
 
 
 

Deze website maakt gebruik van cookies en daarmee vergelijkbare technieken om een optimale gebruikerservaring te bieden. Je kunt je voorkeuren aanpassen.

Deze cookies zorgen ervoor dat de website naar behoren werkt. Deze cookies kunnen niet uitgezet worden.
Deze cookies zorgen ervoor dat we het gebruik van de website kunnen meten en verbeteringen door kunnen voeren.
Deze cookies kunnen geplaatst worden door derde partijen, zoals YouTube of Vimeo.
Deze cookie stellen onze advertentiepartners in staat om doelgerichter informatie te kunnen aanbieden.

Door categorieën uit te zetten, kan het voorkomen dat gerelateerde functionaliteiten binnen de website niet langer correct werken. Het is altijd mogelijk om op een later moment de voorkeuren aan te passen.