729 Develpolder
729
Develpolder
Aanwijzingen voor de gebruiker
laatste wijziging 05-02-2024
616 beschreven archiefstukken
Inleiding
6. Het college van ambachtsheren
729 Develpolder
Inleiding
6.
Het college van ambachtsheren
laatste wijziging 27-02-2015
* Zoals boven medegedeeld is, hadden de ambachtsheren vroeger gezamenlijk het recht van de benoeming van de dijkgraaf. Maar zij hadden toch ook nog andere gemeenschappelijke belangen. Aan hen waren, onder meer vrijheden, bij het bedijkingshandvest van 1332, de aanwassen buiten de ringdijk afgestaan. Gevolg hiervan was, dat zij zich van oudsher verenigden om deze aanwassen, die zich in de loop der eeuwen aanzienlijk uitbreidden, onverdeeld te exploiteren, waartoe zij een gemeenschappelijke rentmeester aanstelden.
Door de uit een en ander voortspruitende belangengemeenschap en de als gevolg daarvan regelmatig plaats hebbende vergaderingen van de ambachtsheren, nam deze gemeenschap gaandeweg de vorm aan van een bestuurscollege, dat door het gemeenschappelijk vaststellen van keuren, het aanstellen van de dijkgraaf en zijn invloed op de benoeming van hoogheemraden, een niet onaanzienlijke macht verwierf. Aan dit college kan door de wijze waarop het optrad en de gezamenlijke bevoegdheden van zijn individuele leden gebruikte, een zeker publiekrechtelijk karakter niet worden ontzegd.
Door de uit een en ander voortspruitende belangengemeenschap en de als gevolg daarvan regelmatig plaats hebbende vergaderingen van de ambachtsheren, nam deze gemeenschap gaandeweg de vorm aan van een bestuurscollege, dat door het gemeenschappelijk vaststellen van keuren, het aanstellen van de dijkgraaf en zijn invloed op de benoeming van hoogheemraden, een niet onaanzienlijke macht verwierf. Aan dit college kan door de wijze waarop het optrad en de gezamenlijke bevoegdheden van zijn individuele leden gebruikte, een zeker publiekrechtelijk karakter niet worden ontzegd.
De invloed van het college taande na de revolutie. Dit kwam door de gewijzigde staatkundige inzichten en doordat de ambachtsheren en vrouwen hoe langer hoe meer verspreid geraakten door geheel ons land. Zelden compareerden ze in persoon op de vergaderingen. Toen één hunner plaatsvervangers, de Dordtse notaris Schultz van Hagen, in 1837 voorstelde de gemene goederen (de voornaamste binding) te gelde te maken, droeg dit plan bijna ieders goedkeuring weg en op 22 augustus van het volgende jaar viel het besluit. Hoewel tijdens de beraadslagingen over de wijze waarop de verdeling van de opbrengst te zijner tijd moest geschieden, vrij ernstige meningsverschillen ontstonden, werd men het tenslotte toch eens en werden op 18 december 1839 in de herberg de Steenen Kamer de goederen door Schultz van Haegen en Nibbelink openbaar verkocht, waarna de kooppenningen verdeeld en verevend konden worden.
laatste wijziging 05-02-2024
616 beschreven archiefstukken
Inventaris
laatste wijziging 05-02-2024
616 beschreven archiefstukken
Kenmerken
Datering:
1850 - 1954
Auteur:
P.F. Duinker (1965)
Licentie:
Titel inventaris:
Develpolder
Categorie:
laatste wijziging 05-02-2024
616 beschreven archiefstukken