Uw zoekacties: Ambachtsheerlijkheid van Oud-Alblas

693 Ambachtsheerlijkheid van Oud-Alblas

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Aanwijzingen voor de gebruiker
Openbaarheidsbeperkingen
Beperkingen aan het gebruik
Andere toegangen
Aanvraaginstructie
Citeerinstructie
Inleiding
1. Geschiedenis
693 Ambachtsheerlijkheid van Oud-Alblas
Inleiding
1.
Geschiedenis
Geschiedenis van de ambachtsheerlijkheid
De ambachtsheerlijkheid Oud-Alblas omvat een dorp en drie polders. Het dorp heet Oud-Alblas en de polders zijn genaamd polder Noordzijde, polder Zuidzijde en polder Grote Nes. Polder Noordzijde wordt bemaald door twee molens, met als doel dat de inwoners droge voeten houden. De polders Zuidzijde en Grote Nes worden ook bemaald, respectievelijk door twee molens en door één molen. De ambachtsheerlijkheid is ontstaan vòòr 1280. Het werd toen namelijk al verkocht. De heerlijkheid was een leen van de graven van Holland. Door deze graven werd het in leen gegeven aan de heren van Teylingen, die het op hun beurt in achterleen gaven aan Heynric van Alblaes. De heerlijkheid is vele malen beleend. Gedurende de looptijd van het archief heeft de ambachtsheerlijkheid de volgende ambachtsheren gehad:
-Judith Frederica van Golstein (1713 - 1727)
-Frederik van der Does (1727 - 1780)
-Th. M. Vosmaer (1780 - 1798)
-Pieter Blussé (1804 - 1823)
-Adolph Blussé (1823 - 1846)
Ontstaansgeschiedenis van heerlijkheden
Een heerlijkheid is het overheidsgezag van een heer, als ook het gebied waarover dat gezag zich uitstrekte. Toen het centrale gezag in het Europa van de Middeleeuwen wegviel, werd het platteland verdeeld in heerlijkheden en kwam het overheidsgezag in handen van grootgrondbezitters en bestuursambtenaren die aan het hoofd ervan stonden. De heerlijkheid was een onderdeel van hun vermogen, vaak overdraagbaar en overerfbaar. Juridisch gezien was het dus een zakelijk recht op overheidsgezag. Het gezag uitte zich in meerdere bevoegdheden. De heer mocht bepaalde ambtenaren aanstellen. Hij benoemde dus een schout die de heerlijkheid in zijn naam bestuurde en de rechtspraak verzorgde. Daarnaast benoemde hij bijvoorbeeld een schoolmeester en een chirurgijn. Een tweede bevoegdheid is het mogen recht spreken in hun gebied. Er is sprake van een hoge- of halsheerlijkheid als de heer in zware rechtszaken mocht spreken en de lijfstraffen mocht opleggen. Was dit niet het geval en mocht hij slechts rechtspreken in civiele en kleine strafzaken, dan spreekt men van een lage- of ambachtsheerlijkheid. De werkelijke macht werd echter vervuld door de schepenen die de inwoners van het gebied vertegenwoordigde.

Verder bestond de ambachtsheerlijkheid nog uit een aantal andere heerlijke rechten, zoals het visrecht, het tolrecht en het recht van op- en aanwassen. Als gevolg hiervan kon de ambachtsheer invloed uitoefenen op het algemeen maatschappelijk leven in de ambachtsheerlijkheid. Naast de genoemde heerlijke rechten kwam ook het collatierecht voor. Dit is het recht van inspraak in het beroepingswerk van de predikant. In 1798 werden de heerlijke rechten bij de staatsregeling afgeschaft. Vervolgens werden in de grondwet van 1814 de heerlijke rechten weer hersteld. Deze positie bleef niet lang bestaan. Bij de grondwetsherziening van 1848 raakten de heren hun bevoegdheden voorgoed kwijt en bleef alleen hun titel gehandhaafd.
2. Het archief
3. Literatuurlijst

Kenmerken

Datering:
1705 - 1943
Auteur:
T.H. Vermeer (2004)
Titel inventaris:
Ambachtsheerlijkheid van Oud-Alblas
 
 
 

Deze website maakt gebruik van cookies en daarmee vergelijkbare technieken om een optimale gebruikerservaring te bieden. Je kunt je voorkeuren aanpassen.

Deze cookies zorgen ervoor dat de website naar behoren werkt. Deze cookies kunnen niet uitgezet worden.
Deze cookies zorgen ervoor dat we het gebruik van de website kunnen meten en verbeteringen door kunnen voeren.
Deze cookies kunnen geplaatst worden door derde partijen, zoals YouTube of Vimeo.
Deze cookie stellen onze advertentiepartners in staat om doelgerichter informatie te kunnen aanbieden.

Door categorieën uit te zetten, kan het voorkomen dat gerelateerde functionaliteiten binnen de website niet langer correct werken. Het is altijd mogelijk om op een later moment de voorkeuren aan te passen.