Deel van proefschrift Radboud Universiteit Nijmegen. - De glasfabriek van Bouvy is een bedrijf dat nu, zelfs door de Dordtenaren, grotendeels is vergeten, mede omdat het erfgoed anoniem verstopt zit in Nederlandse en buitenlandse gebouwen, maar dat eens beroemd was om zijn gebogen winkelruiten van vaak forse afmetingen en om de veelheid aan technieken zoals slijpen, etsen, zandstralen, verzilveren, brandschilderen en glas-in-loodzetten. Het bedrijf had een eigen ontwerpatelier In de Speykermandt waar kunstenaars van naam werkten, een glasassurantiemaatschappij, filialen in Amsterdam, Rotterdam, Utrecht Den Haag, Nijmegen en Groningen en zelfs een eigen stoombootrederij voor het vervoer van glas naar binnen- en buitenland. En het won tal van gouden medailles op wereldtentoonstellingen.
Het werd opgericht in 1854 door Jacobus Bouvy in een pand aan de Kuipershaven en successievelijk uitgebreid met andere panden aan Kuipershaven en Schrijversstraat, waar in 1881 naar ontwerp van C. van den Hoogenband ook het nog bestaande hoofdkantoor verrees. Na het overlijden van Jacobus in 1888 werd de zaak voortgezet door zonen Nico en Jerome terwijl oudste zoon Anton al in 1877 in Amsterdam een eigen glasfabriek was gestart. In 1926 werd de firma geliquideerd, waarna de gebroeders Bouvy in hun voormalige Amsterdamse filiaal een nieuw bedrijf begonnen dat nog tot in de jaren zestig actief was.
De auteur deelde haar buitengewoon interessante boek in vijf hoofdstukken in, waarbij het eerste handelt over vlakglas en de vlakglasindustrie in het algemeen in binnen- en buitenland in de jaren 1850-1930, het tweede over Bouvy als familiebedrijf, het derde over het kopieboek van het bedrijf over de jaren 1867-1869, het vierde over Bouvy’s producten en technieken en het laatste over Bouvy’s decoratieve ruiten. Het boek is schitterend geïllustreerd met bedrijfsfoto’s en vooral met heel veel afbeeldingen van door Bouvy vervaardigd glas, die bij het inventarisatieproject opdoken.