Masterscriptie Landbouwgeschiedenis Universiteit van Goningen. - Sinds 2012 is bij het Kenniscentrum Landschap van de Faculteit der Letteren van de Rijksuniversiteit Groningen een bijzondere leerstoel Historische buitenplaatsen en landgoederen ondergebracht. Deze leerstoel is ingesteld door de Stichting Van der Wyck-de Kempenaer en levert jaarlijks afgestudeerden af. Een van hen is Cas van Rossum uit Beneden-Leeuwen, die onderzoek deed naar de buitenplaatsen die vanaf de zeventiende-eeuwse inpolderingen op het Eiland van Dordrecht, meestal op Dubbeldams grondgebied, werden aangelegd. De drassige buitengebieden werden drooggelegd met geld van rijke Dordtenaren, die in het nieuwe land boerderijen lieten bouwen met voor hen zelf een herenkamer. Die kamer groeide soms uit tot een waar lusthof waarop de eigenaar zich in de zomer kon terugtrekken om zo de ongezonde stadslucht te ontvluchten. Verspreid over het eiland waren er tussen 1603 en 1832 zo’n 33 buitenplaatsen waarbij vooral het Oude Land van Dubbeldam met veertien exemplaren goed was vertegenwoordigd. Samen vormden ze het Dordtse buitenplaatsenlandschap. Van Rossum onderzocht hun verschijnen en verdwijnen, want van de vele buitenplaatsen resteert nog slechts Dordwijk in min of meer oorspronkelijke functie. Hij bekeek ook de geografische en landschappelijke aspecten die bij de opkomst en neergang een rol speelden en vergeleek de plaatselijke situatie met ontwikkelingen elders in Holland en Zeeland.
Het eigenlijke boek telt 113 bladzijden waarna in een bijlage van 36 pagina’s de buitenplaatsen nog eens afzonderlijk worden besproken. Waarbij opvalt dat de gegevens uit het eerste deel soms niet overeenstemmen met die in het tweede. Verder wemelt de scriptie van de taal- en spelfouten en tekstuele onnauwkeurigheden. En is mij niet duidelijk waarom de auteur niet ‘De Avifauna van het Eiland van Dordrecht’ met daarin een uitvoerig artikel over de inpolderingen en buitenplaatsen heeft geraadpleegd.