Anneliese Vonk-van der Zanden beschrijft in 'Marjanneke, stoer wijf. (Over)leven in Dordrecht, eind 19e eeuw' een deel van het leven van haar overgrootouders Joost en Marjanneke de Kleijn die in 1884 met hun drie kinderen en een vierde op komst het katholieke dorpje Schaijk in noordoost Brabant verruilen voor de overwegend protestantse grote stad Dordrecht. Het is de tijd van de industriële revolutie en veel bewoners van het platteland trekken naar de grote stad op zoek naar werk. Joost gaat werken in de kunstboterfabriek die Wim Albers, afkomstig uit het naburige Grave, dan juist in het Wilgenbosch heeft opgericht. Het gezin gaat aan de Sluisweg wonen en blijft uiteindelijk 15 jaar in Dordrecht om dan weer terug te keren naar Schaijk. Hoe het de familie gedurende die 15 jaar vergaat wordt in deze turf van 380 bladzijden boeiend, beeldend en vol compassie beschreven door de auteur, die na een leven in de horeca haar passie in het schrijven heeft gevonden. Op een los bijgevoegde plattegrond staan de locaties die in het boek worden vermeldt.