De burgerlijke armbesturen waren gebaseerd op de Armenwet van 1854. Die wet bepaalde dat deze instellingen mensen moest ondersteunen waaraan om een of andere reden geen bedeling werd toegekend door kerkelijke en particuliere armbesturen en de familie niet in staat of bereid was dit te doen.

Het Burgerlijk Armbestuur van Molenaarsgraaf, zo blijkt uit het hierboven vermelde opheffingsbesluit, dateert evenwel al van vóór de inwerkingtreding van de Armenwet van 1854. Uit de oudst bewaard gebleven archiefstukken, een begroting en jaarrekening uit 1858, blijkt dat de benaming toentertijd Heilige Geest - Buiten of Algemeen Armenfonds was.
Het Burgerlijk Armbestuur bestond uit drie door de gemeenteraad benoemde leden. Het benoemde uit zijn midden de voorzitter, secretaris en penningmeester en vergaderde tenminste eenmaal per maand.

In verband met de inwerkingtreding van de Algemene Bijstandswet op 1 januari 1965 werd het Burgerlijk Armbestuur per 1 september 1965 opgeheven en ging diens vermogen over op de gemeente.