Met ingang van de inwerkingtreding van de Algemene Bijstandswet (ABW), op 1 januari 1965, werd de Gemeentelijke Dienst voor Sociale Zaken opgeheven. Daarmee hield ook het bestuur van de dienst op te bestaan (zie het afzonderlijke formulier over deze dienst).
Het college van burgemeester en wethouders (B en W) was vanaf dat moment wettelijk verantwoordelijk voor de bestuurlijke gang van zaken rond de bijstandverlening. De bevoegdheden van B en W op dit terrein werden echter overgedragen aan een College voor de verlening van bijstand. Het College voor de verlening van bijstand bestond uit zes leden: een lid van B en W als voorzitter, twee gemeenteraadsleden en drie leden uit de inwoners van Klaaswaal. Een secretarieambtenaar fungeerde als secretaris/penningmeester. Het College voor de verlening van bijstand vergaderde minstens eenmaal per maand en verder zo dikwijls als nodig werd geoordeeld.
Iedere aanvraag om bijstand of bezwaarschrift op grond van de ABW werd eerst voor (nader) onderzoek in handen gesteld van de afdeling sociale zaken der gemeentesecretarie, voordat het College voor de verlening van bijstand zich erover uitsprak.

Bij het opgaan van de gemeente Klaaswaal in de nieuwe fusiegemeente Cromstrijen per 1 januari 1984 is het College voor verlening van bijstand in Klaaswaal opgeheven. In de gemeente Cromstrijen is vervolgens een vergelijkbaar orgaan in het leven geroepen, genaamd college van bijstand Cromstrijen (zie het afzonderlijke formulier over het college van bijstand Cromstrijen).