Uw zoekacties: Plaatselijke Schoolcommissie

Archiefvormers

beacon
 
 
Archiefvormende instantie
Plaatselijke Schoolcommissie
Naam archiefvormer:
Plaatselijke Schoolcommissie
Vestigingsplaats:
Sliedrecht
Onderdeel van:
gemeente Sliedrecht
Opgericht:
1854. Bron: gemeenteraadsbesluit van 22 september 1854
Opgeheven:
01-04-1938. Bron: gemeenteraadsbesluit van 31 januari 1938
Taken:
Van 1854 tot 1880:
- Het houden van toezicht op hoofdaangelegenheden betreffende het schoolwezen in de gemeente en het uitbrengen van rapportages en adviezen hierover aan het gemeentebestuur.
Vanaf 1880:
- Het informeren en adviseren van de gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester over de tot haar werkkring behorende zaken in de ruimste zin van het woord.
Nadere informatie:
Al in 1835 is er in Sliedrecht in de archiefstukken sprake van een school voor lager onderwijs en een zogenaamde bijschool op een andere locatie. Hoewel de Provinciale Commissie van onderwijs in Zuid-Holland al in 1842 een nota uitbracht over de totstandkoming van commissies van plaatselijk schooltoezicht besloot de gemeenteraad van Sliedrecht pas in 1854 tot de instelling van een Plaatselijke Schoolcommissie. Deze commissie bestond uit vijf beëdigde leden die elk voor vijf jaar door de gemeenteraad werden benoemd.
Het toezicht van de commissie omvatte het openbaar én het bijzonder (particulier) lager onderwijs in de gemeente. De commissie bracht jaarlijks een beredeneerd verslag uit van de toestand van het onderwijs in de gemeente aan de gemeenteraad.

Op grond van gewijzigde wetgeving veranderde de gemeenteraad in 1880 de naam van de commissie in Plaatselijke Commissie van Toezicht op het Lager Onderwijs.
Het aantal leden werd in 1907 uitgebreid van vijf naar zeven en de benoemingstermijn ingekort van vijf naar drie jaar. Later werd het aantal nog uitgebreid tot negen leden.
Uit de jaarverslagen van de commissie blijkt dat er op enig moment vanuit de commissie ook een dagelijks bestuur is gevormd dat bestond uit de voorzitter en de secretaris-penningmeester.
De commissie hield voeling met het onderwijs, waarop zij toezicht uitoefende, door het periodiek bezoeken van de scholen.

De nieuwe Lager-onderwijswet die in 1920 alle voorgaande wetgeving op dit gebied verving, schreef lange tijd een commissie van toezicht voor. Die wettelijke verplichting verviel in 1936, waarop de gemeenteraad in 1938 besloot de Plaatselijke Commissie van Toezicht op het Lager Onderwijs op te heffen. Als argumentatie daarbij gold dat door de verandering in het rijksschooltoezicht en de samenstelling van de commissie, alsook door de instelling van oudercommissies de bemoeienis van de commissie in de loop van de jaren steeds kleiner was geworden.
 
 
 

Deze website maakt gebruik van cookies en daarmee vergelijkbare technieken om een optimale gebruikerservaring te bieden. Je kunt je voorkeuren aanpassen.

Deze cookies zorgen ervoor dat de website naar behoren werkt. Deze cookies kunnen niet uitgezet worden.
Deze cookies zorgen ervoor dat we het gebruik van de website kunnen meten en verbeteringen door kunnen voeren.
Deze cookies kunnen geplaatst worden door derde partijen, zoals YouTube of Vimeo.
Deze cookie stellen onze advertentiepartners in staat om doelgerichter informatie te kunnen aanbieden.

Door categorieën uit te zetten, kan het voorkomen dat gerelateerde functionaliteiten binnen de website niet langer correct werken. Het is altijd mogelijk om op een later moment de voorkeuren aan te passen.